Heet, heter, onleefbaar: de zomer van 2018 dwingt ons tot actie
Vroeger konden we over extreem weer praten zonder het klimaat te noemen. Dankzij de voortschrijdende klimaatwetenschap weten we: de extreme hitte van deze zomer is het gezicht van wereldwijde opwarming. Volgens een nieuw scenario kunnen we afglijden naar een onleefbaar hete aarde.
Als ik terugdenk aan de hitte van de afgelopen maanden, denk ik niet aan blauwalg, dor gras of de grootste bosbrand in de geschiedenis van Californië.
Mijn gedachten gaan naar Lin, een 55-jarige inwoner van Hongkong die groenten rondbrengt en afval ophaalt om rond te komen. ‘Het is erg warm en ik zweet veel’, zei ze tegen The New York Times* toen haar stad twee weken lang werd getroffen door een hittegolf. Op sommige dagen had ze hoofdpijn door de hitte. Op andere dagen moest ze erdoor overgeven. ‘Maar ik heb geen keus, ik moet mijn geld verdienen.’
Voor miljoenen mensen werd de klimaatopwarming deze zomer fysiek. Sommigen bezweken onder de hitte. Sommigen moesten de luiken dichthouden of binnen blijven. Voor miljoenen – van Zweden tot Californië en van Siberië tot Griekenland – was dit de zomer van vuur en rook.
Het idee dat één hete zomer nog geen hittetijd maakt, is achterhaald
Het verband tussen deze extremen en de wereldwijde opwarming is lang onzichtbaar gebleven. Sinds de jaren negentig hebben we van voorzichtige klimatologen en verstandige wetenschapsjournalisten geleerd dat we weersextremen als incidenten moeten zien. Het weer is niet het klimaat. Eén hete zomer maakt nog geen hittetijd.
Maar dat idee is achterhaald. Het wordt tijd dat we gaan inzien dat we niet meer op een zinvolle manier over extreem weer kunnen praten zonder de context van klimaatverandering. Weerman Gerrit Hiemstra is zich op Twitter niet voor niets met het klimaat gaan bemoeien.
Al het weer wordt beïnvloed door de wereldwijde opwarming. Zoals wielrenners harder gaan fietsen van doping, zo leiden hogere temperaturen tot nieuwe weersextremen. Het is geen toeval dat de zes warmste zomers sinds 1880 in de zes laatste jaren vielen.
Voor onze ogen speelt zich een drama af
Voortschrijdend inzicht in de meteorologie en klimaatwetenschap heeft ertoe geleid dat onderzoekers steeds beter de link kunnen leggen tussen de opwarming en specifieke weersextremen. Zonder wereldwijde opwarming hadden we het extreme weer van deze zomer niet gehad,* durven zij nu met grote zekerheid te stellen.* Het weer wordt vreemder en onvoorspelbaarder.
Als we de losse incidenten met elkaar verbinden, blijkt dat er zich recht voor onze ogen een drama afspeelt. De extremen van de afgelopen maanden zijn geen uitzonderingen, ze zijn het gezicht van klimaatverandering. Alleen als we snel en radicaal ingrijpen, kunnen we nog voorkomen dat de opwarming uit de hand loopt.
Gevaarlijke hitte eist slachtoffers
Laten we de schade opnemen. Al in april van dit jaar eiste de hitte zijn tol. De 1,1 miljoen inwoners van de stad Nawabshah in Pakistan kregen de heetste aprilmaand ooit te verduren,* met een recordtemperatuur van 50,2 graden Celsius – 10 graden warmer dan normaal. ‘We deden ons best om zorg te verlenen,’ zei een lokale arts,* ‘maar het was zo heet en zo druk dat het erg moeilijk was om alle patiënten te verzorgen.’ In het nabijgelegen Karachi kwamen door de hitte meer dan 65 mensen om het leven; de stroom was uitgevallen en ze konden geen verkoeling vinden.*
Toen volgde de warmste meimaand ooit gemeten in het Noordpoolgebied. En vanaf juni had de hitte het hele noordelijk halfrond in zijn greep. In de provincie Quebec in Canada sneuvelden in één week 89 mensen* door de hitte. Zieken en ouderen zijn bij extreme hitte het kwetsbaarst.
In juli begonnen de branden. De rook van meer dan 150 brandende bossen in Siberië trok over het poolgebied en het noorden van Canada* helemaal door tot de Amerikaanse staat Ohio,* meer dan 10.000 kilometer verderop.
In Zweden was juli nog nooit zo warm* en woedden tientallen branden boven de poolcirkel,* waar het tot ieders verbazing meer dan dertig graden werd. Schapen en rendieren in Noorwegen schuilden in tunnels tegen de warmte, waardoor tientallen dieren werden aangereden.
In Griekenland, dat een van zijn warmste jaren ooit beleefde, joeg een woeste brand vlakbij Athene honderden mensen de zee in. Voor 91 mensen ging het vuur te snel. Het was de dodelijkste brand in Europa sinds 1900.
Neerlands warmste zomer in drie eeuwen
In eigen land beleefden we de warmste zomer in ruim drie eeuwen.* Tijdens de legendarische hittegolf van 1976 was Noordwest-Europa nog de hete uitzondering in een verder bovengemiddeld koele wereld. Deze zomer was het precies andersom: koele plekken waren de uitzondering op een zinderend hete aarde.
Nooit eerder bleef het ’s nachts zo warm.* Asfalt smolt, spoorlijnen trokken krom. Oude bruggen konden niet meer gebruikt worden omdat het metaal zo ver was uitgezet. In Utrecht gebeurde hetzelfde met het mechaniek van de klok in de Domtoren, zodat de tijd een weekend lang stilstond.*
De luchtkwaliteit,* arbeidsproductiviteit en landbouwopbrengsten* holden achteruit. In het Limburgse plaatsje Stein werden bewoners tot waanzin gedreven door een Bijbelse vliegenplaag; warm geworden plastic afval dat lag te wachten op recycling bleek een perfecte broedplaats.
En dan de droogte – het was een van de droogste jaren ooit gemeten.* In drie maanden verdween een vijfde van het groen in Nederland.* Overal waar je keek was het gras geel en lieten bomen hun blad vallen. Er waren dubbel zoveel natuurbranden als een jaar eerder en, omdat bloemen geen puf hadden om nectar te maken, half zoveel vlinders. Ondanks haastig opgezette ‘visevacuaties’ sneuvelden talloze vissen in oververhitte rivieren en drooggevallen beken.
Extremen zijn de punten van één verhaal
Bijna alle extremen die ik net heb genoemd, hangen met de opwarming samen – ze zijn heviger of waarschijnlijker geworden door de klimaatverandering. Het zijn geen losstaande uitschieters, maar de punten van één verhaal.
Neem hittegolven. Die komen in een warmer klimaat vaker voor, duren langer en zijn heter* – dat is een van de best gestaafde* bevindingen* van de klimaatwetenschap. De trend is in Nederland goed te zien: extremen die we vroeger eens in de twintig jaar hadden, komen nu eens in de vijf jaar voor.* Over één of twee decennia, als de opwarming doorzet, zien we ze elke twee jaar.*
Dat het warme weer in Europa dit jaar zo absurd lang bleef hangen, komt waarschijnlijk ook door de klimaatverandering. Om precies te zijn: door de snelle opwarming van de Noordpool.* Want daardoor zijn de straalstroom en andere sterke winden die hoog in de atmosfeer het weer op het noordelijk halfrond voortstuwen, zwakker geworden.* Behalve hittegolven lijkt het erop dat ook orkanen daardoor langer blijven hangen dan vroeger.*
Zo hangt de verstoring op de ene plek samen met die op de andere, net als toen in 2010 een hittegolf plaatsvond in Rusland* terwijl een groot deel van Pakistan overstroomde door wekenlange regen.* ‘Zulke anomalieën zijn onderdeel van dezelfde, grotere verstoring’, zei klimaatwetenschapper Michael Mann in augustus tegen The New Yorker.*
Heet, droog en de fik gaat erin
Ook bosbranden nemen toe door klimaatverandering. Weliswaar neemt wereldwijd het oppervlak dat jaarlijks afbrandt af, omdat boeren in Azië en Afrika minder bos in de hens zetten en de tropen natter zijn geworden.* Maar in de gematigde en noordelijke regio’s is het risico op vernietigende branden mede door de opwarming juist groter geworden. Door hogere temperaturen drogen bossen uit en duurt het droge weer waarin branden voorkomen langer.* Bovendien bliksemt het meer op een hetere aarde, waardoor meer branden ontstaan.*
Dat helpt te verklaren waarom deze zomer in het noorden van Californië de grootste brand uit de geschiedenis van de staat woedde en een gebied zo groot als Los Angeles in vlammen opging. In de wijde omgeving moesten mensen binnen blijven om de rook te mijden.
Op veel plaatsen werden hitte en droogte afgewisseld met noodweer. In Japan, bijvoorbeeld, moesten begin juli 1,2 miljoen mensen geëvacueerd worden en stierven er tweehonderd door overstromingen.
Met elke extra graad warmte kan de lucht 7 procent meer waterdamp vasthouden
Ook dat past naadloos in een tijdperk van wereldwijde opwarming. Want met elke extra graad warmte kan de lucht 7 procent meer waterdamp vasthouden. Dus als het regent, valt er méér neerslag.
Daarom deden de hoosbuien in Nederland eind juli denken aan de regentijd in de tropen en daarom verwacht het KNMI de komende decennia meer neerslag per uur.* Daarom zorgen orkanen zoals Harvey* en Florence voor zoveel meer* overstromingen* dan stormen van twintig of veertig jaar geleden. En daarom wordt verwacht dat het regenseizoen in Azië natter wordt, zoals in de Indiase deelstaat Kerala in augustus, waar bijna 40 procent meer regen viel dan normaal en meer dan een miljoen mensen moesten vluchten.* De schade aan huizen, wegen en akkers in de deelstaat wordt geschat op 2,7 miljard dollar.
Reken niet op een ‘nieuw normaal’
Ik heb deze zomer meer dan tweehonderd artikelen gespaard over wat er allemaal gebeurde. Gaandeweg groeide mijn verbazing. Zeker, de zomerhitte heeft het gesprek over de opwarming aangewakkerd. En er zijn overal op aarde hoopvolle tekenen van verandering; miljoenen mensen maken keuzes om de uitstoot te beperken. Maar als collectief schiet onze reactie nog ernstig tekort. We doen lang niet genoeg om het tij te keren.
Zoals het er nu uitziet, wordt 2018 een van de vijf heetste jaren sinds de metingen begonnen in 1880.* Onderzoekers voorspellen nu dat het de komende vijf jaar bovengemiddeld warm blijft* en we in die tijd zeer waarschijnlijk nog een extreem heet jaar te verduren krijgen. De verwachting is dat de komende decennia honderden miljoenen mensen* zullen worden blootgesteld* aan dodelijke* hitte en andere klimaatrampen, met alle gevolgen van dien voor de voedselvoorziening en de wereldeconomie.*
We hebben dus geen ‘plateau’ bereikt, geen ‘nieuw normaal’ zoals het weleens wordt genoemd. Integendeel. We bevinden ons op een levensgevaarlijk parcours richting een aarde die op veel plekken onleefbaar is – en de verandering zal niet geleidelijk gaan.
Opwarming versterkt zichzelf op verschillende manieren
De reden daarvoor is dat de opwarming zichzelf op verschillende manieren versterkt. In een recent artikel in wetenschapsblad Proceedings of the National Academy of Science beschrijven onderzoekers tien processen die de opwarming versterken. Daaruit blijkt hoe precair onze situatie is.
Een voorbeeld: naarmate meer zee-ijs op de Noordpool smelt, komt er meer zeewater voor in de plaats, dat meer warmte absorbeert dan ijs, waardoor de opwarming zichzelf versterkt en er weer meer zee-ijs smelt. Dat is een van de redenen waardoor de Noordpool meer dan twee keer zo snel is opgewarmd als het wereldwijde gemiddelde.*
We lopen een aanzienlijk risico op het passeren van cruciale kantelpunten
Een ander voorbeeld van zo’n proces dat zichzelf versterkt, is het vrijkomen van broeikasgassen uit smeltend permafrost. Terwijl je dit leest, bubbelt er methaan omhoog uit smeltmeren boven de poolcirkel in Alaska. Methaan houdt in de dampkring over een periode van twintig jaar zeker 86 keer zoveel warmte vast als CO2.
Zelfs als we het klimaatdoel van maximaal twee graden opwarming in 2100 halen – dat doel werd in het klimaatakkoord van Parijs gesteld –, lopen we een aanzienlijk risico op het passeren van cruciale ‘kantelpunten’ in het klimaatsysteem, schrijven de onderzoekers. Daarna versterkt de opwarming zichzelf zodanig dat we niet meer effectief kunnen bijsturen.
Als dit scenario uitkomt, kan de aarde na 2100 in een paar eeuwen afglijden naar een ‘hittetijd’, een toestand die volgens de onderzoekers ‘onherbergzaam zou zijn voor de huidige menselijke samenlevingen en voor veel andere hedendaagse soorten’. De landbouw zal zich niet snel genoeg kunnen aanpassen, delta’s en laaggelegen kuststeden zullen vrijwel zeker onderlopen, stormen worden nog vernietigender en alle koraalriffen sterven al voor het einde van deze eeuw af.*
Dit is een uniek ‘maak het of kraak het’-moment
Ik weet niet of dit zorgwekkende feitenrelaas helpt. Of iemand er harder van gaat lopen. Maar ik hoop het wel.
Want we kunnen nog steeds kiezen voor een andere uitkomst – scenario’s zoals hierboven zijn geen toekomstvoorspellingen. De wereld hoeft niet af te glijden naar een hittetijd. We kunnen nog een ander pad kiezen.
We leven zelfs in een uniek ‘maak het of kraak het’-moment, stellen de auteurs van een lijvig recent rapport* van The Global Commission on the Economy and Climate.
Waarom? Tot 2030 wordt er wereldwijd naar verwachting 90 biljoen dollar geïnvesteerd in nieuwe infrastructuur zoals openbaar vervoer en energieopwekking. Investerings- en beleidsbesluiten in de komende twee à drie jaar bepalen in hoge mate hoe duurzaam die nieuwe infrastructuur wordt. De komende jaren bepalen we dus veel over onze samenleving in de komende eeuw. We bepalen mede hoeveel we nog gaan uitstoten.
Een snelle transitie naar duurzaamheid betaalt zich dubbel en dwars terug
Als politici, ondernemers en investeerders nu slim handelen, kunnen ze tot 2030 zo’n 65 miljoen nieuwe banen creëren, 700.000 doden door luchtvervuiling voorkomen en de wereldeconomie in z’n geheel een boost geven ter waarde van 26 biljoen dollar, berekenden de auteurs, onder wie ’s werelds meest vooraanstaande klimaateconoom Nicholas Stern.
Een snelle transitie naar duurzaamheid betaalt zichzelf dubbel en dwars terug door de klimaatschade die we voorkomen, door nieuwe banen en de gezondheidsvoordelen van schone lucht. ‘Het zal resulteren in efficiënte, leefbare steden; koolstofarme, slimme en veerkrachtige infrastructuur; en het herstel van aangetaste gebieden en de bescherming van waardevolle bossen’, stelt het rapport.
Als de zinderende hitte van deze zomer niet genoeg reden was om je hiermee te bemoeien, dan zou de laatste mogelijkheid van zo’n prettig leefbare aarde het toch moeten doen.