De tik op de vingers die Hongarije kreeg, is allesbehalve een zege voor het pro-migratiefront
Het was een historische stemming, afgelopen woensdag, waarin het Europees Parlement besloot Hongarije te houden aan de Europese waarden. En voor mij een grote verrassing.
Soms is het prettig te kunnen bekennen dat je je deerlijk hebt vergist.
Anders dan wat ik in mijn brief van vorige week voorspelde, besloot het Europees Parlement met tweederde meerderheid dat het tijd is een zogeheten artikel-7-procedure tegen Hongarije te starten.
Daarmee heeft het Parlement voor het eerst in zijn geschiedenis een lidstaat op de strafbank gezet wegens systematisch schenden van de waarden waarop de Europese Unie is gebaseerd: respect voor de rechtsstaat, de mensenrechten en de democratie.
Het is een historisch en heugelijk feit. Maar dat schrijf ik met enig schaamrood op de wangen. Want: hoe kon ik er vorige week zo naast zitten?
Geen enkele concessie
Tot nu toe had een ruime meerderheid van de Europese Volkspartij (EVP) de Hongaarse premier Viktor Orbán de hand boven het hoofd gehouden. Mijn verwachting was dat Manfred Weber, de fractievoorzitter, dat zou blijven doen.
Maar Orbán speelde het spel dinsdag in het Europees Parlement te hoogmoedig. Hij beriep zich op zijn grote verkiezingszege in Hongarije, vond het bespottelijk dat het parlement dacht het beter te weten dan de Hongaren en verweet het machtsmisbruik.
Hij negeerde alle concrete kritiek op de maatregelen van zijn regering. En hij toonde geen enkele bereidheid ook maar de geringste concessie te doen.
Eigenlijk liet hij Weber zo geen enkele ontsnappingsmogelijkheid. Die had altijd volgehouden dat de EU en Hongarije er via de dialoog uit moesten komen, dat het niet hielp elkaar ‘slechte Europeanen’ te noemen en strafprocedures te beginnen.
Maar voor de stemming liet Weber per Twitter* weten: ‘Vandaag zal ik stemmen voor het in werking stellen van artikel 7. Ik ben altijd voor het bouwen van bruggen geweest en dat wil ik blijven doen, maar gisteren zag ik geen enkele bereidheid van de Hongaarse premier om in beweging te komen richting zijn EU-partners en iets te doen met onze zorgen.’
Een ruime meerderheid van de Europese Volkspartij stemde met Weber mee en liet zo haar afkeuring blijken van de daden van Orbáns partij Fidesz, die deel uitmaakt van haar eigen fractie.
Een moedige daad, die wellicht kan leiden tot een vertrek van Fidesz en daarmee tot verkleining van de omvang en macht van de Europese Volkspartij.
Belangrijk is dat het Europees Parlement een krachtig signaal afgaf dat EU-landen de eigen rechtsstaat niet straffeloos kunnen afbreken
Maar veel belangrijker is dat het Europees Parlement een krachtig signaal heeft afgegeven dat landen die tot de EU willen behoren de rechtsstaat en democratie niet straffeloos kunnen afbreken.
Wel is het pas het begin van een lang politiek proces met ongewisse uitkomst. Volgens het Europese Verdrag* vergt een definitieve conclusie dat een land de Europese waarden ‘ernstig en aanhoudend’ schendt unanimiteit in de Europese Raad.
Bij de stemming over Hongarije (waar het land zelf niet aan mag meedoen) kan Polen (dat zelf onderwerp is van een door de Europese Commissie gestarte artikel-7-procedure) Hongarije dan uit de brand helpen en een veto uitspreken. En vice versa.
Frauduleuze zege van het pro-migratiefront?
De Hongaarse regering framede de stemming als een frauduleuze zege van het pro-migratiefront.
Frauduleus omdat er, als je rekening houdt met de onthoudingen, geen tweerderde meerderheid was in het Europees Parlement, maar iets minder dan 65 procent.* Maar bij stemmingen in het Europees Parlement tellen de onthoudingen nimmer mee, en de juridische dienst van het parlement had voor de stemming laten weten dat dit bij deze stemming ook niet hoefde: alleen voor- en tegenstemmen werden met elkaar vergeleken.
Ook noemde de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken het besluit ‘de wraak van het pro-immigratiefront’. Het Parlement zou het niet kunnen verkroppen dat Hongarije het plan voor verdeling van asielzoekers over alle EU-landen verwierp.
Nu snijdt het kritische rapport dat Judith Sargentini als rapporteur van het Europees Parlement opstelde inderdaad aan hoe Hongarije vluchtelingen en migranten behandelt. Zoals de automatische detentie van alle asielzoekers, wat in strijd is met Europese regelgeving. Maar de kritiek heeft op veel meer terreinen betrekking, zoals op de vrijheid van godsdienst, onderwijs en pers.
Bij een debat* donderdagavond in Den Haag legde de Hongaarse ambassadeur deze uitspraak voor: ‘migratie is de moeder van alle problemen’, om vervolgens triomfantelijk te zeggen dat die afkomstig was van de Duitse minister van binnenlandse zaken Horst Seehofer.* Wat de ambassadeur ermee wilde zeggen: de Hongaarse opvattingen over migratie worden breed gedeeld, en het is belachelijk dat Hongarije er nu voor afgestraft wordt. De ook aanwezige Judith Sargentini wees er fijntjes op dat haar rapport daar helemaal niet over gaat, maar over de wijze waarop Hongarije de rechtsstaat afbreekt.
De winst van het anti-migratiefront
In tegenstelling tot wat de Hongaarse regering claimt, zegeviert momenteel niet het pro- maar het anti-migratiefront.
In zijn State of the Union,* uitgesproken op dezelfde dag als de Hongarije-stemming, deed de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker nog een halfslachtige poging te benadrukken hoe belangrijk Europese solidariteit is bij de opvang van asielzoekers. Maar het ooit door hem hartstochtelijk verdedigde idee dat vluchtelingen naar draagkracht over de lidstaten moeten worden verdeeld, noemde hij niet meer.
Wat uit zijn rede de voorpagina’s haalde, was het plan om de Europese Grens- en Kustwacht al tegen 2020 met tienduizend grensbewakers te versterken. Bij gebrek aan Europese solidariteit zet de EU alle kaarten op verhinderen dat vluchtelingen het continent bereiken.
Zolang de andere lidstaten nauwelijks bereid zijn asielzoekers over te nemen, zijn het de landen van eerste aankomst, vooral Italië, die de verantwoordelijkheid voor de opvang dragen.
Vluchtelingen die in Italië aankomen, weten dat de procedure daar eindeloos zal duren en dat ze weinig kans hebben er een fatsoenlijk leven op te bouwen. Een aantal van hen probeert daarom door te reizen.
Deze zogeheten transitmigranten trachten vanuit Noord-Frankrijk, België en sinds kort ook Nederland Engeland te bereiken. Over het beleid van ontmoediging en repressie dat hun ten deel valt, interviewde ik deze week de Franse filosofe Sophie Djigo. Ik vond het zelf een mooi en interessant gesprek, ik hoop u ook.