Ik leerde het in de brugklas: een tabel maken. Met een geodriehoek tekende ik rechte potloodlijnen. In de vakjes die ontstonden schreef ik de getallen die ik had berekend.

Toen had ik niet kunnen bevroeden dat er ooit een bewindspersoon zou vertrekken door zo’n ding. Dat er ooit ene Mark Harbers zou moeten vertrekken op één kolommetje getallen. Toch gebeurde het: dinsdag stapte de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD) op.

De tabel in kwestie: tabel 3.15 in de met het ‘aantal geregistreerde incidenten’ voor asielzoekers in 2018.

Rara, welke misdrijven misten er? Jawel, de ernstigste misdrijven die er bestaan: kindermisbruik, verkrachting, gijzelingen en (poging tot) moord en doodslag.

Die misdrijven belandden in de 1.000 ‘overige’ incidenten.

Waren de cijfers fout?

Hier en daar werd gerept over ‘foute misdaadcijfers’. Maar de cijfers in de tabel op zich zijn niet fout. Die komen van de politie. Er is een hoop op af te dingen (waarover zo meer), maar de fout zat ’m niet in de cijfers zelf.

De fout zat in de presentatie ervan. Een ambtenaar op het ministerie besloot een top-10 te maken van de meestvoorkomende misdrijven en de rest samen te voegen in ‘overig’. Andere ambtenaren protesteerden nog, maar werden niet gehoord.

Een top-10 is niet per se fout. Bij het songfestival kijk je er niet van op als je alleen de bovenste tien ziet. Daar zegt niemand ‘maar San Marino en het Verenigd Koninkrijk dan?’.

In het geval van het songfestival is er geen probleem, omdat landen in dit geval vergelijkbaar zijn. Maar als het om misdrijven gaat, staat het buiten kijf dat een moord zwaarder weegt dan een winkeldiefstal. Dat vindt iedereen, inclusief het strafrecht.

Dat maakt de tabel niet per se fout, want je kunt ook zeggen: ‘het zijn allemaal verdenkingen, dus zijn ze vergelijkbaar’. Het is een inschatting die afhangt van de context.

En in deze context is de tabel van het ministerie oliedom. Zo’n tabel presenteren over een netelig onderwerp, daarmee sla je de plank mis. Was het onkunde of opzet? Dat weten we niet. Maar het is allebei even knullig, want een brugklasser kan al ontdekken welke categorieën missen op de lijst.

(Wie zich trouwens afvraagt: hoe komen de cijfers in de tabel zo afgerond? Dat komt door een keuze die het ministerie maakt om alle cijfers op tientallen af te ronden.)

Wat zeggen de cijfers?

Nadat De Telegraaf bekendmaakte welke ernstige delicten onder ‘overige’ vielen, deelde Harbers afgelopen donderdag alsnog

Als je deze grafiek ziet, krijg je direct een tikkie meer begrip voor de keuze van het ministerie. Het is een ellenlange tabel met allerhande misdrijven, van valse aangifte tot moord en doodslag.

Laten we eens kijken naar het getal dat het meest opdook in het debat van de afgelopen dagen: 31 in de categorie ‘doodslag/moord’. ‘31 keer een moord!?’

Daar heeft hij het mis: het gaat hier om verdenkingen, niet om daadwerkelijke veroordelingen. In de Rapportage Vreemdelingenketen staat te lezen dat niet alle meldingen en aangiften ook een vervolg krijgen.

Van de in totaal 4.600 incidenten die de politie onder asielzoekers registreerde (dat getal zag je net al in de tabel staan), kwamen er uiteindeijk 2.610 bij het Openbaar Ministerie terecht – zo’n 60 procent.

Bij het OM volgde weer een schifting: 78 procent van de zaken kwam daadwerkelijk voor de rechter (of moet nog voor de rechter komen), circa 2.040 zaken

Niet al die 2.040 gedagvaarde zaken zijn al behandeld. Maar van de zaken die voor de rechtbank zijn gekomen, is 93 procent van de verdachten schuldig bevonden.

Terug naar die 31 verdenkingen van (poging tot) moord en doodslag. Hoeveel blijven daarvan over na alle schiftingen? in de Tweede Kamer een voorlopige duiding (want het OM doet nog onderzoek naar de precieze cijfers).

De 31 geregistreerde incidenten gingen om 25 ‘unieke gebeurtenissen’. Van die 25 ging er één om een seponering en één om een registratie voor een DNA-afname – en bleek één later ‘eenvoudige mishandeling’.

Er is één slachtoffer overleden

De overgebleven 22 registraties waren in bijna alle gevallen poging totmoord of doodslag. Eén betrof een ‘voltooid delict’. En nogmaals: of een asielzoeker ook daadwerkelijk de dader was, is dus nog niet vastgesteld.

Is het nu veel of weinig?

In Nederland vielen in 2017 158 slachtoffers door moord en doodslag. De Moordatlas komt met van 108 slachtoffers voor 2018, maar geeft toe dat dat aantal nog hoger kan komen te liggen.

Als we die 108 als ondergrens nemen én als blijkt dat die ene moord uit 2018 inderdaad aan een asielzoeker kan worden toegeschreven, zou dat betekenen dat bij hooguit van de moorden een asielzoeker de dader is. (Ik ga er hier van uit dat er één dader is.)

Om te weten of dit veel of weinig is, moeten we weten hoeveel asielzoekers er in totaal waren. In het rapport is een asielzoeker iemand die in een AZC zit – op 31 december 2018 ging dat om 22.500 mensen.

Er wonen grofweg 17 miljoen mensen in Nederland en asielzoekers maken daar dus zo’n 0,1 procent van uit. Dan is een aandeel van 0,9 procent relatief hoog. Maar het zou dus ook minder kunnen zijn en zelfs op 0 procent kunnen uitkomen. (Om dezelfde rekensom te maken voor poging tot moord en doodslag heb ik te weinig informatie.)

Het is dan ook interessanter om naar het totaal aantal registraties te kijken, die 4.600 incidenten. Hoe hoog is dat vergeleken met het totaal in Nederland? waren er 783.290 geregistreerde misdrijven in 2018. Dat komt neer op een aandeel van voor asielzoekers. Hoog vergeleken met de 0,1 procent die ze uitmaken van de bevolking.

Deze vergelijking klopt alleen niet helemaal. Want bij 4.600 incidenten hoeven niet per se 4.600 verdachten betrokken te zijn. Dat lijkt ook te kloppen als we iets verder in de keten kijken: bij de 2.610 OM-zaken waren 1.710 ‘unieke personen’ betrokken.

Maar genoeg informatie om de vergelijking op basis van personen met de rest van Nederland te maken, heb ik niet. Dus kom ik met een heel voorzichtige conclusie: er lijkt een lichte overrepresentatie van asielzoekers te zijn onder de verdachten.

Twee kanttekeningen

Die conclusie is in lijn met waaruit bleek dat 2,2 procent van de asielzoekers verdacht werd van criminaliteit. Van de rest van de bevolking was dat 1,1 procent.

Twee heel grote kanttekeningen bij dit soort cijfers. Allereerst kan het goed zijn dat een asielzoeker sneller wordt verdacht van een misdrijf, bijvoorbeeld omdat er actief wordt gepatrouilleerd in de buurt van een AZC of door discriminatie bij de politie.

Een vergelijking op basis van veroordelingen (aangenomen dat de rechter neutraal opereert) is dan ook eerlijker. Hopelijk komen die in de rapportage van het OM die Harbers gisteren aankondigde.

Nummer twee: onder asielzoekers bevinden zich onevenredig veel jonge arme mannen, de groep die al decennialang door criminologen wordt aangewezen als de meest criminele. Toen de WODC-onderzoekers deze groep vergeleken met vergelijkbare Nederlanders, bleken ze juist minder vaak verdacht.

Kortom: Harbers is misschien wel schuldig, maar veel asielzoekers (nog) niet.

Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Ontcijferen onderzoek ik de getallenwereld. In mijn wekelijkse mail houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, hoor en lees. Een vast onderdeel: #NerdAlert, voor de getallenliefhebbers.
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Meer lezen?

Mijn TEDx-talk: Zo verdedig je jezelf tegen cijfergeweld in het nieuws Wat doe je als je een peiling in het wild tegenkomt? Hoe zet je een grafiek op haar plek? En hoe zorg je ervoor dat je niet verdrinkt in de eindeloze stroom dieetadviezen? Daar sprak ik onlangs over bij TEDxMaastricht. Bekijk de video hier Wie brengt het cijfer? En nog vijf vragen om misleiding met cijfers te herkennen Een verhoogde kans op een enge ziekte. Een peiling die past bij je overtuigingen. Een politicus die zijn prestaties staaft met een statistiekje. Deugen deze getallen? Door jezelf deze zes vragen te stellen, weet je: dit cijfer is mijn aandacht wel/niet waard. Lees mijn verhaal hier terug