Rein Bok, dan 72 jaar oud, stapt om 9 uur ’s och­tends op zijn fiets om te gaan kaarten op zijn vereniging Gezelligheid Troef, als hij staande wordt gehouden door een agent.

Papieren, alsjeblieft.

Hij moet meelopen naar een witte tent, die die nacht op het terrein van het Puttense vakantiepark Reewold is geplaatst. Hij ziet agenten met wapenstokken en pistolen in hun holster, er lopen politiehonden rond. Wat heeft hij misdaan?

In de tent wordt hij ondervraagd. Heeft hij een uitkering? Woont hij hier? Woont hij bij zijn dochter? Waar staat hij ingeschreven? Weet hij wel dat ze bij zijn dochter langs zullen gaan om dat te controleren?

Rein is niet de enige die die ochtend wordt gecontroleerd. Het hele vakantiepark waar hij woont is vanaf 6 uur ’s ochtends afgezet. Alle toegangswegen zijn geblokkeerd. Schijnwerpers moeten voorkomen dat mensen toch zullen vluchten.

Het is 6 november 2014.

Rein – inmiddels te laat voor het kaarten – gaat terug naar zijn vakantiehuis. Daar zitten twee buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) aan tafel met zijn vrouw, Wil. Rein vertelt dat hij in de tent een formulier heeft ondertekend waarin hij aangeeft dat dit zijn vakantiehuis is.

Een van de boa’s, vriendelijk: ‘Nee meneer Bok, u heeft uw verhuisbericht getekend.’

Een week na die bewuste ochtend ontvangen Rein en Wil een brief. Ze moeten binnen zes maanden vertrokken zijn, anders kost het ze 10.000 euro. Per maand.

Rein voelt zich erin geluisd.

Zoals veel voormalig vakantieparkbewoners die de afgelopen jaren uit hun vakantiehuis werden gejaagd zich er nu ingeluisd zullen voelen. Na jaren strenge handhaving en een ‘actie-agenda vakantieparken’ om de bewoning van vakantiehuizen tegen te gaan, willen VVD en D66 wonen op een vakantiepark legaliseren.

Het verhaal van Rein en Wil laat zien hoe een zwalkende overheid burgers in onzekerheid houdt. Tot ze er – letterlijk – bij neervallen.

Beeld: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

Bestemmingsplan Nederland

In Nederland heeft ieder stukje grond een bestemming. Wie weleens over ons land gevlogen is, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat zich met de inrichting ervan bemoeid heeft. Lappendekens van laagland, bloemenvelden als open dozen kleurpotloden tussen het groen, woonwijken in steden ingepast als stukjes van een tangrampuzzel.

werd de laatste vierkante meter Nederland al opgenomen in het Kadaster. Sindsdien is alle Nederlandse grond gemeten, het eigendom is inzichtelijk, de bestemming beschreven. Kom daar maar eens om in het buitenland! In Engeland weten ze van nog steeds niet wie de eigenaar is.

Daarom werd de bouw van losse zomerhuisjes al vanaf de jaren dertig vaak verboden, terwijl de aanleg van vakantieparken gestimuleerd en gesubsidieerd werd.

In Nederland liggen vandaag de dag Aaneengeregen vormen ze hele woonwijken aan de rand van de stad, in totaal 130.000 huisjes, stacaravans en chaletjes. Een derde van die campings en parken in Nederland heeft geen toekomstperspectief en weinig recreatieve waarde, en op die parken wonen veel mensen permanent.

Want Omdat ze geen huis kunnen vinden of betalen, geen inkomen meer hebben na een scheiding, naar Nederland zijn gekomen als arbeidsmigrant of omdat ze met psychische problemen kampen, waardoor ze

Rein en Wil hoopten op vakantiepark Reewold rustig van hun pensioen te kunnen genieten. Maar helaas: de gemeente Putten, waarbinnen Reewold valt, is voorloper als het gaat om het aanpakken van die bewoning.

Hoe kon het gebeuren dat een vakantiepark een crime scene werd, en Rein en Wil zich die novemberochtend voelden alsof ze een moord begaan hadden?

Chaletpark Patersven. Foto: Suzanne Valkenburg

Hoe het begon

Zo’n grote afscheidsreceptie als bij zijn eigen pensionering in 2003 heeft Rein nog nooit meegemaakt. Om 10 uur op woensdagochtend komen de eerste collega’s gedag zeggen. 22 jaar heeft Rein bij de technische dienst van verzorgingshuis Huis ter Wijck in Beverwijk gewerkt.

Er hangen vlaggetjes in de kantine.

Beeld: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

Het is een van de mooiste dagen die Rein ooit meemaakte. De rij om hem te bedanken wordt steeds langer. Bewoners komen een voor een langsgeschuifeld. Meneer Cörs, een grote, kale bewoner, houdt een toespraak.

Cörs kwam vaak een peukie roken bij Rein op kantoor, even een babbeltje maken. En toen de leiding het roken verbood, kwam Rein naar Cörs’ kamer voor een sigaretje en een praatje. Niet alleen bij Cörs trouwens. Overal in het verzorgingshuis had Rein adresjes om een peukie te doen.

‘Jij wordt een dure’, grapt meneer Cörs in zijn speech, doelend op Rein die op zijn zestigste al met de gaat.

De verplegers komen in groepjes van drie gedag zeggen. José, van de receptie, houdt ook een praatje. Een team uit de keuken neemt afscheid. Die laten zich anders nooit zien wanneer iemand vertrekt. Het personeel van de huishouding is er ook. Zelfs wie niet hoeft te werken die dag. Rein vindt het schitterend.

Rein werkte 22 jaar met veel plezier in het verzorgingshuis. Om mensen aan het eind van hun leven nog wat extra’s te geven. Dat ging om veel meer dan het repareren van een televisie of het vervangen van een lamp. Als een bewoner bij de receptie aangaf dat het licht in de badkamer stuk was, Rein dat repareerde en de bewoner een week later met dezelfde melding kwam, wist Rein: die wil gewoon even een praatje maken. En dan ging hij er langs.

Rein houdt van mensen helpen, al z’n hele leven. Vroeger bij de Bouw en Houtbond, waar hij minima hielp lid te kunnen blijven van de vakbond. Later als begeleider op reizen met verstandelijk gehandicapten, en als buddy van eenzame ouderen.

Van het verzorgingshuis krijgt hij een boek vol foto’s, teksten en knutselwerkjes van medewerkers en bewoners. Van de vaste schilder van het verzorgingshuis krijgt hij zijn leven lang gratis verf. Om 12 uur is de receptie afgelopen.

Hoe het vakantiepark een woonwijk werd

Een maand later verhuist Rein naar vakantiepark Reewold. Daar kocht hij al in 1994 een houten chalet met zijn toenmalige vrouw, Elly. Op vrijdag reden ze erheen vanuit Velsen-Noord, op zondagavond weer terug. Een weekendje weg van de dampende staalfabrieken.

Veel veertigers en vijftigers uit de Randstad kochten in de jaren negentig zo’n om in de weekenden uit te waaien.

Elly gaat er vanaf 2000 zelfs wonen. De schonere boslucht is beter voor haar longproblemen en tal van andere kwaaltjes. Ze is niet de enige: zo’n 80 procent van de mensen op Reewold, een park met 173 huisjes, woont er permanent.

In de jaren tachtig gingen steeds meer huizen op vakantieparken voldoen aan de regels voor reguliere huizen. Het ministerie erkende in 2000 zelfs dat vakantiehuizen niet meer onderdeden voor gewone huizen en opperde zelfs het onderscheid op te heffen, maar hield het onderscheid na protest toch maar in stand. Omdat er eigenlijk niet in gewoond mocht worden, waren die huizen nog betaalbaar ook. Er waren ook geen wachtlijsten en er was geen administratief gedoe. Kocht of huurde je een vakantiehuis, dan kon je er de volgende dag nog intrekken.

Omdat er eigenlijk niet in gewoond mocht worden, waren vakantiehuizen nog betaalbaar ook

Hoewel De Kampeerraad, destijds het adviesorgaan van de regering, al in 1987 waarschuwde dat er in Nederland te veel vakantieparken waren, stimuleerde de overheid de aanleg van nieuwe parken nog tot in de jaren negentig. Het aantal huisjes verdriedubbelde tussen 1990 en 1997, terwijl de vraag nauwelijks toenam. De gemiddelde bezettingsgraad daalde van 51 procent in 1990 naar 42 procent in 1996.

Voor eigenaren van parken die weinig recreanten trokken, werd het aantrekkelijk om permanente bewoning toe te staan. Een deel van de vakantieparken veranderde zo langzaamaan in woonwijken midden in ‘t groen.

waar Rein na zijn pensioen in 2003 bij Elly intrekt. Ze verhuizen van nummer 112 naar 46, een groter chalet, waar ze 90.000 euro en een hypotheek voor krijgen.

Op Reewold hopen Rein en Elly vanaf 2003 rustig van hun pensioen te kunnen genieten. Beetje wandelen, kaarten in het dorp, tuinieren – zonder drukte en zonder dat iemand last van ze heeft.

Opvangkamp ‘t Beukenhof. Foto: Suzanne Valkenburg

Een voorgevoel dat uitkwam

Dat er iets mis is, merkt Rein tijdens het koffiezetten. Hij is vroeg wakker geworden die septemberochtend in 2006, en alvast uit bed gegaan. Misschien gaat-ie vandaag een stukje fietsen.

‘Elly, koffie!’

Geen gehoor.

Rein maakt zich al een paar maanden zorgen. Al zijn hele leven ziet hij dingen die nog niet gebeurd zijn. Zoals die keer op vakantie in Hongarije, met de nieuwe auto. Rein voorspelde dat-ie stuk was, en inderdaad: de volgende keer dat ze een tochtje wilden maken, startte de auto niet meer.

Het beeld dat de afgelopen vier, vijf maanden door Reins hoofd spookt, maakt hem bang. Hij ziet zijn vrouw liggen. In bed. Handen boven de deken. In elkaar gevouwen. Ogen dicht.

‘El, koffie!’

Weer geen reactie.

Als Rein de slaapkamer inloopt, ziet hij direct wat er aan de hand is. Hij heeft er al zoveel zien liggen in zijn tijd in het verzorgingshuis. Hij moest dan altijd de kamers opruimen.

Nu is het zijn eigen vrouw die in bed ligt. Handen boven de deken. In elkaar gevouwen. Ogen dicht.

Om het zeker te weten legt hij twee vingers in haar hals.

Appeltaart met een sjekkie

Drie maanden na het overlijden van zijn vrouw, in januari 2007, neemt Rein een nieuwe vrouw mee naar een lunchroom in Deventer die gerund wordt door verstandelijk gehandicapten.

Beeld: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort
Beeld: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

Dat mensen in zijn omgeving na het overlijden van hun partner weer verliefd werden, begreep Rein nooit. Nu zit hij tegenover Wil aan de appeltaart.

Wil komt al meer dan twintig jaar op Reewold. Haar zoon heeft er een huisje. Ze heeft vooral mooie herinneringen aan die allereerste jaren.

Begin jaren negentig was de kantine waar het gebeurde. De ontspanningscommissie – twee tachtigers die dan al veertig jaar op Reewold wonen – en barvrouw Bets rockten de tent. Bingoavonden, klaverjastoernooien en playbackshows.

Als eigenaar Janus Bergervoet zijn auto het parkeerterrein opreed, haastten bewoners zich naar de kantine: hij gaf altijd een rondje.

Wil kwam er ieder weekend. Op vrijdagavond pikte de zwager van haar zoon haar met de auto op uit Putten. Dan deed ze mee aan de bingo. Zaterdag overdag: klaverjassen. Zaterdagavond: vaak nog een bingo. Zondag: weer klaverjassen. Het hele weekend sliep ze bij haar zoon. Op maandagochtend werd ze weer thuisgebracht.

Maar dan was het alweer bijna weekend.

Rein zag Wil in haar zoons vakantiehuis, waar hij woonde, als hij hem ophaalde om te klaverjassen. Na het overlijden van Reins vrouw maakten ze steeds vaker een praatje. Wils man overleed een jaar eerder.

Na de appeltaart rolt Wil buiten een sjekkie. Haar handen zijn zo koud, dat haar hele pak sjek uit haar handen valt. De wind doet de rest.

Rein: ‘Zullen we nog even door naar Apeldoorn?’

Wil: ‘Mooi niet, daar is het net zo koud. We gaan naar huus, naar de kachel.’

Twee jaar later trouwen ze. Wil zegt de huur van haar huis in Putten op en komt bij Rein op Reewold wonen.

Beeld: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

Hoe een woonwijk een broeinest werd

De twee genieten van de natuur, de koolmeesjes die ‘s winters op de vetbollen komen zitten, de schone lucht die goed is voor Wils longziekte.

Wel merken ze dat het park langzaamaan aan het veranderen is. Op de parkeerplaats staan steeds vaker auto’s met een Pools kenteken.

De sfeer op het park verandert. Er komen problemen.

Beelden: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

Er worden wietplantages opgerold. Criminelen komen naar het park om onder de radar van de politie te blijven. Er worden ruiten ingegooid, of beschoten. Een 14-jarig Pools meisje wordt op het park geprostitueerd. Maar Wil en Rein hebben er geen weet van. Want wie iets verdachts opmerkt of zelf in de problemen zit, meldt zich bij beheerder Bram van Lagen. Die krijgt alle shit over zich heen.

In 2009 ziet Wil Bram voor het eerst over Reewold lopen. Ondanks zijn lengte, 1,72 meter, ziet hij eruit als iemand met wie je beter geen ruzie kan krijgen.

21 is Bram, wanneer hij in 2009 Afghanistan verruilt voor Putten.

In Afghanistan werkte hij als elektricien voor Defensie. Hij wilde daar wel door, maar zijn vrouw gaf hem de keuze: als je nog een keer op missie gaat, ga ik bij je weg.

Hij koos voor zijn vrouw en zegde zijn baan bij Defensie op. Aan nieuw werk komen was lastig. Hij kon bommen opruimen, maar daar heb je in Putten weinig aan. En dus kon Bram niet aan een hypotheek voor een huis in de omgeving van Putten komen. De oplossing: een huisje op Reewold. Met zijn vrouw – en later kwamen er twee kinderen – ging hij er wonen.

Natuurlijk wist hij dat dat illegaal was, en Maar er werd niet gehandhaafd, en hé, 80 procent van het park werd permanent bewoond. Op zijn 24ste werd hij beheerder van Reewold.

Op internet verdiept hij zich in de geschiedenis van het park. Hij ontdekt dat de oorzaak van alle problemen al in de jaren negentig ligt.

Want eigenaar Janus Bergervoet was een man met twee gezichten. Niet alleen de charmante zakenman die een rondje gaf wanneer hij Reewold bezocht, maar ook een slimme ondernemer uit de beruchte kamperfamilie Bergervoet.

In de jaren negentig kocht hij meerdere Puttense vakantieparken op. Van de gemeente kreeg hij toestemming de grond in aparte stukjes door te verkopen. De parken van Bergervoet hadden niet meer één eigenaar, maar tientallen of honderden eigenaren. Ook Reewold ging door de versnipperaar van Bergervoet.

Hij knapte de parken op, door de goedkope, aluminium chalets te vervangen door veel duurdere houten huisjes – waar de familie Bergervoet ook een handeltje in had. Janus Bergervoet werd er stinkend rijk mee.

Maar voor de parken was het een verarming.

Beeld: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

moet het park netjes houden om gasten te blijven trekken. Honderd verschillende grondeigenaren daarentegen hebben niet allemaal hetzelfde belang. Er kwam een nieuw type eigenaar bij: de huisjesmelker die één of een paar huisjes verhuurt.

En niet alleen aan vakantiegangers. Met de uitbreiding van de Europese Unie (in 2004 en 2006) kwamen er steeds meer Oost-Europeanen naar Nederland om te werken. En voor hen waren er geen huizen. Zet zes Polen in je vakantiehuis voor 250 euro per persoon per maand – laat ze contant betalen – en je houdt er iedere maand een keurig salaris aan over.

Bram maakt vanaf 2009 mee dat op Reewold zo’n dertig huisjes aan arbeidsmigranten verhuurd worden. Niet dat die allemaal een probleem zijn, hoor. Maar ze drinken veel, spelen ’s zomers luid muziek, zetten hun bankstellen in de tuin en lopen in hun blote bast rond. Er zijn zelfs Polen die bij mensen in hun tuin staan te zeiken als ze flink gedronken hebben. Niet een plek waar je als recreant tussen wil zitten.

Criminelen kwamen naar de vakantieparken, en de gemeente Putten stuurde er mensen heen die elders niet te handhaven waren of die met spoed een woning nodig hadden

Het zijn ook niet alleen maar arbeidsmigranten die voor problemen zorgen. Criminelen komen naar Reewold om onder de radar te blijven. die in de stad niet te handhaven zijn of die met spoed een woning nodig hebben.

Spullen die uit een schuur gestolen zijn? Bram krijgt een melding. Worden er kogelgaten in een raam geschoten? Bram spreekt de dader erop aan. Een chalet waar op verdachte tijdstippen mensen langskomen? Bram of het huisje gebruikt wordt als wietplantage. Wanneer de politie een keer langskomt, vinden ze een grote machete in de bosjes.

Maar goed, dat gebeurt in een woonwijk ook, dacht Bram dan.

Chaletpark Patersven. Foto: Suzanne Valkenburg

Hoe vang je een bewoner?

Bram heeft in die jaren veel contact met de politie en gemeente. Zo komen die achter de problemen op de vakantieparken. Want Reewold is geen uitzondering. Ook op andere vakantieparken zijn er problemen met arbeidsmigranten en criminaliteit.

Daar moet de gemeente iets mee.

Want in 2003 maakte toenmalig minister Sybilla Dekker (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) duidelijk dat er een eind moest komen aan de vakantieparkproblemen, en dat gemeenten zelf moesten bepalen of ze permanente bewoning zouden toestaan of niet. Iedere gemeente ging ander beleid voeren.

De gemeente Putten besloot bewoning niet toe te staan. De Veluwe zou weer aantrekkelijk moeten worden voor recreanten. Al sinds 2003 probeert Putten bewoners de parken af te krijgen.

Beelden: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

Maar hoe doe je dat?

Wanneer Rein zich in 2003 bij het ene loket van de gemeente Putten inschrijft op het adres van zijn vakantiehuis, krijgt hij niet veel later van het andere loket een brief: wonen op een vakantiepark mag niet, dwangsom van 200 euro.

De wethouder vertrouwt hem toe dat hij zich beter op een ander adres kan inschrijven. Rein schrijft zich in bij zijn dochter in Haarlem, en Wil doet drie jaar later hetzelfde. Zo worden ze onzichtbaar voor de gemeente Putten, zoals de meeste bewoners op Reewold.

Af en toe stuurt de gemeente buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) de parken op om vragen te stellen. Die kijken ook of er bloemen in de vensterbank staan, of er vers fruit op tafel staat, of de tuin wordt bijgehouden. Ze volgen vermoedelijke bewoners ’s ochtends om te zien of ze naar hun werk rijden, of ze controleren het gas-, licht- en waterverbruik. Het kan allemaal wijzen op stiekeme bewoning.

Maar bewoners hebben zo hun manieren om die controles te ontlopen. App-groepen bijvoorbeeld, om elkaar te waarschuwen wanneer er een boa het park op loopt. Dan kan iedereen z’n lichten uit en z’n gordijnen dicht doen. Hoge heggen rond het huis zodat niemand naar binnen kan kijken. Een uurtje later naar werk gaan, of een uurtje later thuiskomen, wanneer de boa het park alweer af is.

En als de gemeente een bewoner snapt, kan die nog jaren procederen voor hij echt zijn huis uit moet. En als het dan zo ver komt, kan de verhuurder zijn chaletje

De gemeente Putten Tijd om de boel schoon te vegen. En dat doet de gemeente niet alleen: de Nationale Politie, Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank, Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, het UWV en de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doen mee.

Met z’n allen de parken op dus. ‘Veiligheid gaat voor alles. Houd je collega’s in het oog. Let op je eigen en andermans veiligheid’, staat in het draaiboek van die dag.

Beeld: Sara Kolster en Eefje Blankenvoort

De vangst

Niet alleen Rein wordt die dag in november 2014 staande gehouden bij de uitgang van Reewold. Nog 126 bezoekers van Reewold worden gecontroleerd. 98 van hen geven aan op het park te wonen.

Een deel van hen schrijft zich bij de gemeente in op het vakantieparkadres, of ze zich nu bewust zijn van wat er aan de hand is of niet. ‘Er is geen verplichting voor personen mee te werken aan inschrijving bij de gemeente. Dus dit tactisch aanpakken!’ staat in het draaiboek van de politie voor die dag.

Maar de grootste criminelen worden niet gepakt. Waarschijnlijk zijn ze over de lage hekken van het park gevlucht, of hebben ze zich opgesloten in hun chalet.

En degenen die wel gecontroleerd worden, zijn lang niet alleen maar arbeidsmigranten. Er wonen vooral veel ouderen, mensen met een uitkering, mensen die niet in de planologische lappendeken van Nederland passen.

Er wonen vooral veel ouderen, mensen met een uitkering, mensen die niet in de planologische lappendeken van Nederland passen

Kees, die vanwege zijn O-benen door Rein en Wil ‘de varkensrijder’ wordt genoemd, moet vertrekken. Het oudere echtpaar Endjes houdt z’n twee chalets, maar vertrekt naar België. ‘Ouwe Ben’, dik in de 80 maar een komeet op de fiets, gaat in Putten wonen. Een vakantiepark in de buurt wordt gelegaliseerd voor de huisvesting van arbeidsmigranten tot 2024.

Sommige bewoners krijgen een vergunning om op het park te blijven wonen. Iedereen die kan aantonen dat-ie er al voor 1 juni 2001 woonde, mag blijven. Barvrouw Bets is een van hen, maar Rein en Wil kwamen twee jaar te laat. Bewoner Peter heeft een stuk grond in Putten dat de gemeente graag wil hebben, en sluit een deal: de gemeente krijgt de grond, hij mag met zijn vrouw op Reewold blijven wonen.

Voor Rein en Wil is ‘t het begin van tweeënhalf jaar stress. Ze willen niet weg. Waarom zouden ze vertrekken? Op aanraden van Bram nemen ze een advocaat. Die gaat keer op keer in beroep, maar na tweeënhalf jaar zijn zijn opties op.

In april 2017 valt de laatste brief op de mat. Rein en Wil moeten over drie maanden weg zijn. Twee maanden later, een maand voor hij weg moet, wordt het Rein zwart voor de ogen tijdens het afrekenen van een bak bami bij de PLUS. Hartaanval.

Vakantiepark Jachthoorn. Foto: Suzanne Valkenburg

De toekomst van het vakantiepark

In Putten zijn veel bewoners van vakantiehuizen net als Rein en Wil vertrokken.

Dat levert een nieuw probleem op. Veel huizen staan al een tijd leeg en verloederen. Plastic tuinstoelen met een poot weggezakt in de modder. Complete inboedels in vochtige houten schuurtjes, banken op elkaar gestapeld en tosti-ijzers op de grond gesmeten.

Mensen zijn gevlucht, en hebben hun hele hebben en houden achtergelaten.

Sinds juli 2017 wonen Rein en Wil op de derde verdieping van een zorgflat aan de rand van Harderwijk. Wils dochter vond het voor hen. Want bestond alleen nog digitaal, en Rein en Wil hebben geen computer. De hometrainer in de woonkamer is nog ongebruikt. Op de eettafel staat een plastic mandje met speelkaarten en medicijnen.

In november 2017 lukte het Rein en Wil eindelijk hun vakantiehuisje te verkopen. Voor 36.000 euro, 54.000 euro minder dan waar ze het ooit voor kochten. Met hun spaargeld losten ze een deel van de restschuld af, een jaar later waren ze weer schuldenvrij.

In de krant las Rein vorig jaar dat het Rijk samen met een hele club betrokken partijen om de parken hun recreatieve functie weer terug te geven. Tijdens de ondertekening van die agenda zei de burgemeester van de gemeente Putten dat hij blij was dat het Rijk eindelijk erkende dat het een nationaal probleem was, dat op nationaal niveau moest worden opgelost.

Opmerkelijk. Ooit was de bewoning van vakantieparken een probleem van het Rijk, toen van gemeenten, en nu blijken de problemen zo groot

En nu zou het zomaar kunnen dat het beleid weer draait. VVD en D66 willen wonen op een vakantiepark legaliseren, om zo de woningnood aan te pakken. Er lijkt een Kamermeerderheid voor te zijn. Het zou betekenen dat al die mensen die afgelopen jaren uit hun vakantiehuis gejaagd werden, daar beter hadden kunnen blijven zitten. En dat mensen die tegen de regels in wel in hun huisje bleven, de waarde van hun huis flink zullen zien stijgen.

De overheid bouwde zelf te weinig huizen. Wie een oplossing zocht in een vakantiehuisje, koos voor een leven in onzekerheid of werd daarvoor gestraft. Nu ziet de politiek zelf de oplossing voor woningnood in die vakantiehuizen.

Wil zou de hele geschiedenis het liefst vergeten. Ze hebben haar vrijheid afgepakt. Haar leven kapot gemaakt. En nu zit ze hier, drie hoog, met Rein. En waarom? Ze zou liever in een van de andere verzorgingstehuizen in de buurt zitten, maar daar is geen plek. Of ze zou in zo’n woning willen wonen waar de gemeente nu vluchtelingen in heeft gezet.

Maar zou ze terug naar Reewold kunnen, dan ging ze terug. Haar hele leven woonde ze in Putten, dat ze op haar oude dag zo behandeld is, daar kan ze nog steeds woest om worden.

In de bijna twee jaar dat ze hier nu woont, heeft Wil nog niet op het balkon gezeten. Ze heeft alleen contact met de buurvrouw, dat vindt ze wel genoeg. Vorige maand kwam Willeke Alberti optreden, dat was ook wel leuk.

Rein gaat morgen weer kaarten bij Gezelligheid Troef.

Meer lezen?

Hoe een verlaten woonwijk weer een vakantiepark wordt Toen Egbert Jan van Bel in 2007 een vakantiepark kocht, dacht hij een slimme investering te hebben gedaan. Het park was net een woonwijkje, waar hij factuurtjes voor kon sturen. Nu, vijftien jaar later, moet hij hard werken om er weer een aantrekkelijk vakantiepark van te maken. Lees het interview hier Ans en Cor (72) wonen in het paradijs (en dat ligt in een vakantiepark) Overal in Nederland wonen mensen permanent in vakantieparken. Wij willen weten: is dat een probleem of juist een oplossing? Daarom gaan we in gesprek met bewoners. Vandaag: Ans en Cor Roerdomp (72), die zich ergeren aan het negatieve beeld dat bestaat van recreatieparkbewoners. Lees het verhaal van Johannes hier terug