Hoe sociale ongelijkheid beter zichtbaar wordt door de pandemie
Sociale ongelijkheid op basis van gender, onderwijsniveau of economische status was er altijd al, maar door het coronavirus worden die verschillen veel beter zichtbaar.
Leerlingen die zich thuis moeilijk kunnen concentreren maar verplicht vanuit huis les krijgen; daklozen die niet binnen kunnen blijven omdat ze geen woning hebben; mensen met laaggeschoold werk die niet achter een bureau met een koptelefoon kunnen werken, laat staan anderhalve meter afstand kunnen houden.
Waarom onderwijs op afstand nooit het klaslokaal kan vervangen In: ProPublica (28 september)Seizoen 4 van de serie The Wire wordt door velen bejubeld als een van de culturele hoogtepunten op het ‘kleine scherm’. De pijnlijke sociale ongelijkheid bezien door de bril van het onderwijs in de Amerikaanse stad Baltimore is anno 2020 zichtbaarder dan ooit dankzij de coronapandemie. Nu duizenden leerlingen geen toegang hebben tot het klaslokaal noch tot direct contact met hun leraren, zijn zij aangewezen op onderwijs op afstand. Maar veel kinderen hebben thuis geen laptop, internetaansluiting of een vader of moeder die hen kan helpen bij reken- of taalopdrachten.
ProPublica beschrijft de consequenties van corona in het onderwijs aan de hand van de 12-jarige Shemar. Zijn woonsituatie verandert met de week; zijn moeder kampte met een drugsverslaving; zijn oma heeft geen verstand van apps en internet; links naar lessen en agenda’s voor huiswerk veranderen keer op keer op het allerlaatste moment; en zonder ouderlijk toezicht of een monitorende leraar lonken op de laptop (die een plaatselijke kerk voor hem betaalde) altijd Minecraft en Fortnite. Voor daklozen betekende de corona-lockdown rust en afstand In: De Correspondent (6 juni)
Toen het coronavirus zich in Nederland begon te verspreiden, maakten artsen zich zorgen om dak- en thuislozen. In dichtbevolkte opvangcentra is afstand houden bijna onmogelijk, en een groot deel van deze kwetsbare groep heeft al één of meerdere gezondheidsproblemen. Ook toegang tot zorg is niet vanzelfsprekend voor de naar schatting 39.000 daklozen in Nederland.
Gelukkig valt de schade tot nu toe mee. In één nachtopvang in Rotterdam kregen twee mensen het virus, maar de veertig aanwezigen gingen direct in quarantaine. Een straatarts en een Rotterdamse dakloze vertellen dat het virus voor mensen zonder onderdak ook voordelen heeft: opvanglocaties zijn minder druk en bieden daklozen meer zekerheid voor een langer verblijf.
Maar er ontstaat ook meer innerlijke rust: ruimte om te reflecteren op drank- en drugsgebruik, en er in sommige gevallen zelfs mee te stoppen. De grootste bron van ongelijkheid in het thuisonderwijs: hulp van ouders In: De Correspondent (6 mei)
Twee maanden lang hebben honderdduizenden kinderen in Nederland vanuit huis onderwijs gevolgd vanwege corona. Leraren gaven les via videobelprogramma’s, huiswerk kon online worden ingeleverd. Heeft dat thuisonderwijs gevolgen gehad voor de ontwikkeling van deze leerlingen? Daar deed socioloog Thijs Bol onderzoek naar: hij interviewde ruim 700 ouders van meer dan 1.300 kinderen.
Bol concludeert dat de mate waarin ouders betrokken zijn bij het thuisonderwijs een enorm verschil maakt. En dat die betrokkenheid veel sterker is op hogere onderwijsniveaus (vwo) dan op lagere (vmbo). Het doet denken aan het zomervakantie-effect: kinderen van hoogopgeleide ouders ontwikkelen zich in die maanden veel beter dan de kroost van laagopgeleide vaders en moeders. De villa is ontstaan als antwoord op een epidemie In: Neue Zürcher Zeitung (5 mei)
Villa’s gelden als het toonbeeld van rijkdom: een groot, vrijstaand huis in een groene omgeving, waar de eigenaar kan genieten van natuur en rust. Maar voor het ontstaan van de grote landhuizen aan het einde van de Middeleeuwen was recreatie bijzaak, schrijft de Duitse architectuurhistorica Britta Hentschel. Het ging er eigenlijk om de bewoners te beschermen tegen infectieziekten.
Rondom het Florence van de veertiende eeuw was een villa een plek waar de eigenaren bescherming zochten tegen de pest, die in de steden sneller werd overgedragen. Bovendien verzekerde een villa met een stuk land eromheen de eigenaren van eten, ook als de handel door een epidemie stil kwam te liggen. Beroemde voorbeelden uit die tijd zijn de landhuizen van de familie De’ Medici in de buurt van Florence.
Hentschel laat zien dat ook de inrichting van het landschap door de pest is beïnvloed. In de Middeleeuwen was men bang dat de ziekte werd verspreid door hitte en vochtige lucht. Rondom Venetië werden daarom kanalen aangelegd – de reden dat de beroemde villa’s van Palladio rondom de stad per boot bereikbaar zijn.
Ten slotte legt ze ook het verband met de moderne geschiedenis: de naoorlogse generatie had volgens haar genoeg van collectieve ruimte, en zocht haar heil in de overzichtelijke eengezinswoning – het liefst buiten de stad. Hoe het virus zich verspreidde op cruiseschip Diamond Princess In: 1843 Magazine (22 april)
Op 1 februari bleek een passagier van het cruiseschip Diamond Princess, die een week eerder in Hongkong van boord was gegaan, besmet met het coronavirus. Gek genoeg vonden er drie dagen later nog steeds buffetten en concerten plaats. Nadat de gasten op de avond van 4 februari eindelijk werden gemaand twee weken op hun kamers te blijven, kregen zij vrijwel niets meer te horen over nieuwe besmettingen of sterftecijfers.
De meeste informatie werd door reizigers gedeeld via Facebook- en WhatsApp-groepen. Passagiers die sliepen in een kamer zonder ramen maakten zich zorgen over de lucht die zij inademden via het ventilatiesysteem. Crewleden die maaltijden langs de deuren brachten, staken elkaar aan in hun krappe slaapzalen.
De Diamond Princess is exemplarisch voor de langzame ramp die zich voltrekt als gezonde personen gedwongen in quarantaine zitten tussen besmette mensen. Meer dan zevenhonderd van de ruim drieduizend mensen aan boord raakten uiteindelijk besmet met het virus, hoewel ‘slechts’ 2 procent van de patiënten overleed. We volgen coronanieuws niet heel anders dan dat we ‘normaal’ nieuws bijhouden In: Oxford University (15 april)
Het Reuters Institute van de universiteit van Oxford deed een studie naar de coronanieuwsconsumptie van ruim 8.500 respondenten in zes landen (Argentinië, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Zuid-Korea). De conclusies verschillen niet heel erg van onderzoeken die eerder zijn verricht naar het volgen van regulier nieuws.
Zo vertrouwen personen die relatief lager opgeleid zijn ook hier meer op sociale media en berichtenapps dan op nieuwsorganisaties. En jongvolwassenen (18 tot 24 jaar) maken ook veel gebruik van Instagram en Snapchat. Meest in het oog springend is dat een derde van de ondervraagden vindt dat de media de ernst van de pandemie hebben overdreven. Ook interessant: in de VS, maar ook in Spanje, vertrouwt meer dan de helft van de bevolking de berichten van de overheid niet.
De Oxford-onderzoekers benadrukken wel dat het volgen van coronanieuws via een bepaald communicatiekanaal (zoals Google of YouTube) statistisch niet-significant is als het gaat om slechtere kennis van het coronavirus. De meest bepalende factor daarvoor is de hoogst genoten opleiding. Nog een lichtpuntje: de overgrote meerderheid in alle zes de onderzochte landen vertrouwt dokters en gezondheidswetenschappers, ongeacht hun leeftijd, opleidingsniveau of politieke voorkeur. Waarom naar school gaan dé grote gelijkmaker moet zijn In: De Correspondent (11 april)
De thuissituatie van een kind is altijd al van grote invloed geweest op hoe hij of zij het op school doet. De afgelopen tien jaar is het voor het schoolsucces van een kind belangrijker geworden wie zijn of haar ouders zijn. Ongelijkheid nam toe, terwijl ons publieke onderwijs juist dé grote gelijkmaker zou moeten zijn.
Onderwijs dat er júíst kan zijn voor kinderen die het niet zo makkelijk hebben. Door de school voor wie dat nodig heeft vaker open te laten zijn, met ontbijt en gratis wifi voor iedereen. Door kwetsbare kinderen meer les te geven. Door scholen met een meer uitdagende leerlingenpopulatie meer geld te geven. Corona treft de randen van de maatschappij extra hard In: Tortoise (6 april)
Er is heel veel geschreven over de impact die het coronavirus heeft op mensen in de zorg, het onderwijs en de cultuursector. Tortoise laat personen aan het woord die ook in pandemieloze tijden zelden een stem krijgen: mantelzorgers, sekswerkers, daklozen, verslaafden, huishoudelijk werkers en jongvolwassenen die uit de jeugdzorg komen.
Al deze groepen hebben hun eigen problematiek. Sekswerkers voelen zich gedwongen door te werken om niet al hun inkomsten mis te lopen, ook al kan dat resulteren in besmetting met het virus. Daklozen worstelen met tijdelijk onderdak, nu het openbaar vervoer deels is stilgelegd en vliegvelden strenger worden bewaakt. Huishoudelijk werkers worden de laan uitgestuurd door hun broodheren en -dames, die geen cent meer (over) hebben voor de schoonmaker – vaak een ongedocumenteerde migrant die geen sociaal vangnet heeft en afhankelijk is van enkele huishoudens. Rijke mensen blijven veel vaker binnen dan de armen – want die hebben geen keuze In: The New York Times (3 april)
Mensen met een hoog inkomen kunnen vaker thuiswerken dan mensen met relatief lagere lonen, zoals verpleegkundigen, pakketbezorgers, loodgieters en vakkenvullers.
Dat blijkt uit een locatie-analyse van de smartphones van 15 miljoen Amerikanen. Uit die gegevens wordt duidelijk dat rijke mensen, na de aankondiging van de overheid om binnen te blijven, gemiddeld drie dagen eerder thuisbleven om besmetting en verspreiding van het virus te vermijden.
Personen met een laag inkomen hebben weinig keuze: velen van hen kunnen hun werk niet vanuit huis doen, en als zij naar hun werk gaan kunnen honderdduizenden van hen in de Verenigde Staten geen beroep doen op een zorgverzekering. Een pandemie heeft andere gevolgen voor vrouwen dan voor mannen In: The Atlantic (19 maart)
Vrouwen lijken minder vatbaar voor het coronavirus dan mannen. Maar het zijn vrouwen die het leeuwendeel van de langetermijnlasten van het virus voor hun kiezen krijgen – zoals ook te zien was bij uitbraken van het ebola- en zikavirus. Vraag je maar eens af wie er meestal thuis zal lesgeven, wie het huishouden op orde houdt, wie zal zorgen voor de kinderen of voor ouderen die het virus krijgen.
Journalist Helen Lewis schrijft dat de vrije tijd die nodig is om toneelstukken te schrijven – zoals Shakespeare deed tijdens de pestuitbraak in 1606 – een voorrecht is dat alleen mannen genieten. Als overheden maatregelen nemen voor de lange termijn, moeten ze dat in hun achterhoofd houden. Grootschalige ziekte-uitbraken treffen sommige mensen harder dan andere In: London Review of Books (20 februari)
Er was eens een Italiaanse stad die zo werd geplaagd door een epidemie dat alle bewoners veertig dagen lang thuis moesten blijven. Wie de quarantaine verbrak deed dit op straffe van een boete of gevangenschap. De stad was Florence, de epidemie was de pest, en de quarantaine werd uitgeroepen in 1631.
Ze is het onderwerp van een boek dat afgelopen zomer verscheen, geschreven door historicus John Henderson. Deze bespreking in de London Review of Books maakt duidelijk dat de maatregelen niet iedereen in gelijke mate troffen. Met name arme inwoners werden er door de autoriteiten van verdacht vooral aan zichzelf te denken, en extra hard aangepakt wanneer ze zich niet aan de regels hielden.
Wanneer arme mensen een familielid verloren aan de pest, moesten ze hun dierbaren in massagraven buiten de stadsmuren begraven; mensen van stand mochten dat in de kerk doen. Ook bij deze pandemie worden bepaalde groepen veel harder geraakt dan anderen, en dit boek is een aansporing daar tegen te blijven vechten.
Andere vergaande effecten van het coronavirus
Behalve gezondheidsproblemen voor miljoenen mensen en sociale ongelijkheid voor een veelvoud van hen, kleven er nog meer vervelende gevolgen aan het virus. Zoals de verspreiding van complottheorieën. Of de zoektocht naar een zondebok die een epidemie in een pandemie zou hebben veranderd. Deze verhalen duiden die gevaren en leggen uit wat we hiertegen kunnen beginnen.
Voor coronamaatregelen leunt de politiek op wetenschappers, want die zouden ‘neutraal’ zijn. Maar elk beleid herbergt een waardeoordeel In: De Correspondent (8 december)Om de coronapandemie zo veel mogelijk onder de duim te krijgen, vertrouwt het kabinet voor een groot deel op de oordelen van wetenschappers. Want deze deskundigen hebben geen politieke belangen en zouden dus ‘neutraal’ zijn. Maar in alle beleidsopties die experts voorstellen, schuilt onherroepelijk een waardeoordeel. Altijd zullen delen van de samenleving meer profiteren van of lijden onder politieke, door de wetenschap ingefluisterde besluiten dan andere groepen.
In het boek ‘The Honest Broker’ beschrijft de Amerikaanse politicoloog Roger Pielke vier verschillende houdingen van wetenschappers: zij die hun onderzoek voor zich laten spreken; zij die hun kennis uitleggen aan beleidsmakers; zij die hun voorstellen actief verdedigen in het maatschappelijk debat; en zij die met eigen opties op de proppen komen. Alle vier deze categorieën komen terug in het Nederlandse coronabeleid. De ravage die covid-19 aanrichtte in verpleeghuizen In: de Volkskrant (29 mei)
De Volkskrant schreef een indringend verslag van wat er tijdens de coronacrisis echt gebeurde achter de gesloten deuren van verpleeghuizen. De krant interviewde medewerkers en bewoners van verpleeghuis Brinkhoven in het Gelderse Heerde, aan de rand van de Veluwe.
De werkelijkheid blijkt erger dan de vermoedens: tussen eind maart en half april overleden 24 van de 73 bewoners. Verpleegkundigen zagen hoe bewoners in ademnood raakten en binnen een paar uur stierven. En dan was er nog de onzekerheid: het RIVM vond testen binnen verpleeghuizen niet nodig. De ambulancebroeders weigerden bovendien zieke bewoners mee te nemen.
Hulp kwam uit onverwachte hoek, van de militaire verpleegkundigen van de 43ste Geneeskundige Compagnie. Soldaten die rondstappen in een verpleeghuis, het levert ontroerende scènes op. Ook de liefde waarmee de verpleegkundigen de bewoners blijven verzorgen, geeft een beetje hoop in dit verder gitzwarte verhaal. Het onderzoek dat het Amerikaanse debat over het coronavirus sterk beïnvloedde, rammelt aan alle kanten In: BuzzFeed (15 mei)
Half april brachten drie invloedrijke wetenschappers van de Stanford-universiteit een belangwekkend onderzoek naar buiten. Op basis van ruim drieduizend bloedtests in Californië concludeerden zij dat het sterftecijfer door het coronavirus veel lager was dan gedacht.
De media, vooral conservatieve, gingen met de resultaten aan de haal. Zie je wel, was hun standpunt, corona is helemaal niet zo gevaarlijk, de economie moest zo snel mogelijk weer opengegooid worden. Maar een klokkenluider hing de vuile was buiten via BuzzFeed.
De directeur van een vliegmaatschappij hield nauw contact met de onderzoekers en schonk hun 5.000 dollar voor hun werk – dat zijn zakelijke belangen kracht zou bijzetten. Twee andere wetenschappers plaatsten vraagtekens bij de gebruikte testkits: zo werden antilichamen (die duiden op een overwonnen infectie) niet altijd gedetecteerd. Alles wijst erop dat het doel was de studie zo snel mogelijk te publiceren en media-aandacht te genereren.
Feit is dat we het precieze sterftecijfer door corona nooit helemaal kunnen vaststellen. We weten vrijwel zeker dat zowel het aantal infecties (waarvan een deel niet ernstig genoeg is om getest te worden) als het aantal doden (mensen kunnen overlijden zonder te zijn getest op het virus) in de officiële statistieken lager uitvalt dan de ‘echte’ cijfers. De pandemie maakt demonstreren moeilijker, maar het protest gaat door op internet en in de auto In: The Atlantic (23 april)
Nu we anderhalve meter afstand van elkaar moeten houden, zijn massademonstraties onmogelijk geworden. In Israël bezetten demonstranten nog een plein met gepaste afstand van andere protesteerders, maar de meeste uitingen van onvrede zijn verplaatst naar het internet. In sommige landen, zoals Libanon en de VS, vinden demonstraties nu plaats in lange rijen auto’s.
De voordelen van online protesteren zijn dat er geen vergunningen nodig zijn, dat het altijd door kan gaan en dat mensen van over de hele wereld kunnen aansluiten. De nadelen zijn dat regeringen de onvrede veel eenvoudiger kunnen negeren, dat overheden niet fysiek worden belemmerd en dat er geen invloedrijke nieuwsfoto’s verspreid kunnen worden. Hoe ook complottheorieën zich verspreiden. Juist nu In: The Conversation (20 april)
In verschillende landen, waaronder Nederland, worden telefoonmasten in de fik gestoken. Complotdenkers vrezen dat 5G-masten het virus verspreiden. Dat de zendmasten in kwestie geen 5G-masten zijn, doet er blijkbaar niet toe.
Online worden anderen verantwoordelijk gehouden voor het virus. Het zou een wapen zijn van de CIA. Of toch van de Chinese regering. Bill Gates zou het verspreiden. De ziekte zou in de wereld zijn gebracht door een duistere elite die de bevolking wil uitdunnen.
Het Australische medium The Conversation heeft een mooie serie podcasts gemaakt over de complottheorieën die nu rondgaan, wie daarin geloven en hoe we daarmee moeten omgaan. De meest recente aflevering, nummer zes, is een prima aflevering om in te stappen. De Amsterdamse mediadeskundige Marc Tuters schetst het online landschap waarin dit soort complottheorieën floreren en vertelt meer over de rol van de website 4chan. Eindelijk heeft Hollywood aandacht voor hygiëne op de filmset In: Los Angeles Times (11 april)
Het coronavirus heeft de opnames van honderden films en series ruw tot stilstand gebracht. De nieuwe James Bond- en Fast and the Furious-films zijn maanden uitgesteld, en de populaire zombieserie The Walking Dead kwam abrupt zonder ‘season finale’ te zitten. Dat Hollywood stil komt te liggen legt ook de vaak erbarmelijke hygiëne op filmsets bloot, schrijft de Los Angeles Times.
Filmcrews, die uit tientallen of honderden mensen bestaan, draaien lange dagen, werken dicht op elkaar en hebben nauwelijks tijd om hun handen te wassen of naar het toilet te gaan. Maaltijden zijn er in de vorm van een buffet – een walhalla voor bacteriën en virussen. En opnames gebeuren veel vaker dan vroeger op locatie, in plaats van in een studio met fatsoenlijke sanitaire voorzieningen.
Veel projecten hebben bovendien het geld niet (ervoor over) om schoonmaakmiddelen, zeep en afvalcontainers in te slaan. De hoop is dat Hollywood, als de acteurs weer acteren en de camera’s weer lopen, zich na de pandemie meer gaat bekommeren om de hygiëne van haar werknemers en werkplekken. Waarom het gevaarlijk is om naar ‘patient zero’ te zoeken In: The New Republic (8 april)
Toen covid-19 zich wereldwijd begon te verspreiden, doken er allerlei verhalen op over wie ‘patiënt zero’ zou zijn: de eerste besmette persoon, die – volgens de verhalen vaak door zijn roekeloze en onverantwoordelijke gedrag – anderen besmet zou hebben.
Individuen de schuld geven van een pandemie is niks nieuws. Bij de aidsepidemie in de jaren tachtig gebeurde dat ook. In dit artikel tekent wetenschapper Scott Stern het verhaal op van de persoon die destijds in de Verenigde Staten werd beschouwd als de patiënt zero voor het hiv-virus – onterecht, bleek later.
Stern laat zien dat er een duidelijk verschil bestaat tussen checken met wie iemand in contact is geweest (een belangrijk hulpmiddel bij een epidemie) en het aan de schandpaal nagelen van medeburgers. De ziekenhuizen waar patiënten heen moeten zijn zélf nogal eens een besmettingshaard In: The New York Times (27 maart)
Niet de Chinese stad Wuhan, waar de corona-pandemie begon, maar de Italiaanse provincie Bergamo is nu het epicentrum van de wereldwijde uitbraak. Meer dan tweeduizend mensen zijn daar volgens officiële cijfers gestorven aan het virus. De ziekenhuizen zijn zo vol dat patiënten op de gang liggen en zwakke ouderen vaak niet meer gered kunnen worden.
Italiaanse dokters staan voor een onmogelijk dilemma: steeds meer patiënten moeten naar het ziekenhuis om te herstellen van het coronavirus. Maar hoe meer zieken daar liggen, hoe groter de kans dat ook zorgpersoneel, gezonde nabestaanden en begrafenisondernemers worden besmet.
Veel dichter op de huid van de patiënten en artsen – in de ambulance, in het ziekenhuis, op de begraafplaats – dan deze indringende reportage van The New York Times kom je niet.
Waarom corona wellicht de maatschappij verandert
Het coronavirus heeft op ieder facet van het leven verstrekkende gevolgen. Sommige daarvan zullen verdwijnen zodra er een vaccin bestaat, andere kunnen we nog jaren met ons meedragen.
Onderstaande stukken gaan over de veranderingen die mogelijk zullen optreden: van de normalisering van mondkapjes in het straatbeeld tot creatieve manieren om de biologische structuur van het virus naar een groot publiek te brengen.
Hoe corona ons laat nadenken over de functie van onze handen In: De Correspondent (24 september)Sinds het uitbreken van de pandemie hebben we het vaak over onze handen. Wel je handen wassen, geen handen schudden: talloze automatische handelingen mogen opeens niet meer. We moeten nu nádenken over onze handen.
Maar onze handen zijn veel meer dan alleen handige instrumenten. Ze helpen ons denken en voelen. Ze gaan somberheid tegen. Ze zijn haast onmisbaar in onze communicatie. Ze zijn zelfs direct verbonden met het beloningssysteem in ons brein. Eindelijk worden overheden en bedrijven ermee geconfronteerd dat het huishouden óók een hoop werk is In: The Nation (4 mei)
Met zowel woorden als beelden beschrijft fotografe Alice Proujansky hoe het is om een werkende ouder te zijn in New York tijdens de corona-uitbraak. Ze laat zien hoe haar echtgenoot in de badkamer belt voor zijn werk en hoe haar vijfjarige dochter huilt op haar eerste dag zonder school.
Dit portret is niet voyeuristisch, maar juist een zeer openhartige kijk in het leven van freelancende ouders in een land waar je voor het zorgen en huishouden niet hoeft te rekenen op hulp van de overheid. Wat onze consumptiepatronen te maken hebben met de opkomst van dodelijke ziektes In: Ensia (1 mei)
Ons consumptiegedrag heeft vaak onverwachte gevolgen. Neem dat kopje koffie dat je vanmorgen dronk. Het kappen van bossen, om grond vrij te maken voor het verbouwen van koffiebonen, blijkt de kans op een lokale uitbraak van malaria te vergroten met zo’n 20 procent. En het huidige coronavirus was hoogstwaarschijnlijk niet op mensen overgesprongen als het in China niet zo gewoon was om (vlees van) exotische dieren te verhandelen. Pas in een pandemie zie je wat de auto met steden heeft gedaan In: The Atlantic (24 april)
Geen files, genoeg parkeerplekken en goedkope benzine. Maar ook: ineens kunnen zien wat auto’s met een stad als New York hebben gedaan. Tom Vanderbilt, schrijver van het (geweldige) boek Traffic, gaat in dit verhaal in op een kunstproject dat de ‘social distancing machine’ heet: een soort hoelahoep om je persoonlijke ruimte te beschermen, geïnspireerd op een Oostenrijkse ‘Gehzeug’. Daarmee gaat het over de auto zelf als social distancing machine, en wat voor stad je krijgt als je die daarop inricht. Zo klinkt het coronavirus als je er muziek van maakt In: Science (3 april)
Als je niet wist waar je naar luisterde, zou deze vreemde muzikale compositie best harmonieus en zelfs ontspannend kunnen overkomen. Zoiets als de Japanse koto (een snaarinstrument) die je in een spa op de achtergrond hoort. Maar laat je niet voor de gek houden: dit is een geluidsweergave van het piepkleine eiwit dat in het coronavirus voorkomt.
Het kenmerkende, stekelvormige eiwit van het coronavirus bevat zogeheten aminozuren. Wetenschappers van het MIT hebben elke variant van die aminozuren een eigen muzieknoot toegekend. Deze nieuwe vorm helpt wetenschappers het virus op een andere manier te analyseren – en biedt minder wetenschappelijke oren een reflectie op leven en dood. Hoe het mondkapje het symbool van het coronavirus werd In: The New York Times (17 maart)
Als er één symbool is van de huidige verwarring, angst, desinformatie en onrust die het coronavirus veroorzaakt, dan is het wel het gezichtsmasker, schrijft New York Times-moderedacteur Vanessa Friedman. Gezichtsmaskers – het type dat je mond en neus bedekt – werden eind negentiende eeuw ontworpen als beschermingsmiddel voor chirurgen. Ze moeten voorkomen dat bacteriën via de lucht in een open wond terechtkomen.
Tijdens de Spaanse-griepepidemie van 1918-1920 gingen de maskers de hele wereld over, maar na de Eerste Wereldoorlog verdwenen ze langzaam uit beeld. Behalve in China, waar de maskers een symbool werden voor gemeenschapszorg en burgerlijk bewustzijn.
Sinds de eeuwwisseling zijn de maskers in een andere context te zien: in steden als Mumbai, Shanghai en Beijing gebruiken inwoners ze als bescherming tegen luchtvervuiling. In 2020 is het gezichtsmasker hét symbool geworden voor het coronavirus – een teken van ons onvermogen onszelf te beschermen, maar ook van het verlangen naar veiligheid en het idee dat we tenminste íets kunnen doen.
Maar het dragen van een masker kan tegenwoordig ook gezien worden als het verspreiden van misinformatie, want gezonde mensen worden er niet per se door beschermd.
Hoe we deze crisis samen door kunnen komen
Ieder voor zich moeten we zo veel mogelijk afstand van elkaar houden om besmetting te voorkomen. Maar uiteindelijk is de coronapandemie een crisis die we met z’n allen moeten doorstaan.
Beknopte biografieën van de 100.000 Amerikaanse coronadoden In: The New York Times (27 mei)In de Verenigde Staten zijn meer dan 100.000 mensen overleden aan het coronavirus – gemiddeld meer dan 1.100 per dag sinds het begin van de uitbraak. Dat is bijna een derde van het aantal sterfgevallen wereldwijd. Niet alleen senioren bezweken aan het virus; ook twintigers zijn eraan gestorven. The New York Times bracht een ode aan velen van hen, puttend uit overlijdensberichten uit het hele land.
Een Vietnamveteraan. Een coach van succesvolle vrouwenbasketbalteams. De schrijver van het lied ‘I Love Rock ‘n’ Roll’. Een raketwetenschapper. Een van de brandweermannen die zijn plicht vervulde op 9/11. De producent van de serie Knight Rider. Een vrijwilliger voor de Dierenbescherming. De eerste zwarte vrouw die afstudeerde aan de rechtenfaculteit van Harvard. Een meubelreparateur. Een karate-instructeur. De eigenaar van een pizzeriaketen. De oprichter van omroep PBS.
Op chronologische wijze bewijst de krant eer aan zijn overleden landgenoten, met een teller die immer blijft oplopen. 5 april: 10.000 doden. 10 april: 20.000. 24 april: 50.000. En nu is het land de 100.000 gepasseerd. Of mensen luisteren naar Rutte en RIVM hangt af van hun vertrouwen vóór de coronacrisis In: De Correspondent (4 april)
Mensen zijn van nature geneigd om onwelgevallige informatie te wantrouwen of zelfs te ontkennen. Opmerkelijk genoeg gaat het daarbij vaak om hoogopgeleide mensen. Die hebben geleerd altijd een kritische en vragende houding aan te nemen – ook ten aanzien van de wetenschap.
Hoe de bevolking de komende maanden reageert op de maatregelen die de wetenschap voorstelt en de politiek uitvoert, hangt volgens onderzoekers af van hun houding vóór de pandemie. Als zij deze instituties al vertrouwden, zal dat vertrouwen waarschijnlijk groeien. Maar als er van tevoren al wantrouwen was, kan dat juist toenemen. Van Namibië tot Nieuw-Zeeland: zo leven gewone mensen in een pandemie In: Politiken (2 april)
De doorsnee burger is nauwelijks nieuwswaardig tussen hardwerkende ic-artsen, twijfelende beleidsmakers en bagatelliserende presidenten. Het Deense dagblad Politiken dacht daar anders over, en liet mensen van over de hele wereld hun gedachten, angsten en hoopvolle berichten insturen voor een prachtig overzicht van normale personen in dit nieuwe normaal.
Een Indiase freelancer sloeg een lucratief documentaireproject af omdat hij ervoor moest filmen in de quarantainevleugel van een ziekenhuis. Een Hongaarse dame waardeert hoe hoofdstad Boedapest de winkels drie uur per dag reserveert voor oudere klanten. Iemand uit Namibië focust zich voor de eerste keer in haar leven op de schoonheid van vogels en insecten. Een Peruaanse gezondheidsmanager mist een knuffel van zijn familie als hij thuiskomt na een lange dienst tussen de coronapatiënten.
Iedereen heeft een eigen manier om deze crisis door te komen. Deze verhalen laten zien dat we, waar ook ter wereld, nooit alleen zijn. Wetenschappelijk onderbouwde tips voor mensen die al maanden thuiswerken In: De Correspondent (23 maart)
Tijdens deze corona-pandemie moeten veel mensen thuiswerken, en dat kan best zwaar zijn. Gelukkig is er een berg onderzoek gedaan naar hoe je thuiswerken zo aangenaam mogelijk kunt maken.
Creëer bijvoorbeeld een fysieke scheiding tussen je werk- en privéleven: richt een tijdelijk kantoor in dat je kunt verlaten als je klaar bent met werken. Blijf zo veel mogelijk hangen in het dagritme dat je op kantoor ook hanteerde, dat zorgt voor rust en structuur. En communiceer goed met je collega’s. Wees duidelijk over wat je plannen en verwachtingen zijn, maar probeer het ook informeel te houden: in tijden als deze is het cruciaal om een groepsgevoel te behouden, ook via internet. De maatregelen tegen corona blijven nog wel even van kracht In: MIT Technology Review (17 maart)
Voorlopig zijn we nog niet van de coronamaatregelen af. Een groep onderzoekers van het Imperial College in Londen heeft een nieuw model opgesteld met een set scenario’s waar overheden overal ter wereld al rekening mee beginnen te houden.
Het kan zeker anderhalf jaar duren voordat er een vaccin of behandeling tegen de ziekte is ontwikkeld. Tot die tijd is alleen isoleren van zieke en besmette patiënten niet genoeg om de verspreiding van het virus tegen te gaan, concluderen de onderzoekers. Het virus is simpelweg te besmettelijk, en nieuwe uitbraken zullen de kop op blijven steken. Er zal dus een vorm van maatschappelijke lockdown nodig blijven.
De effectiefste vorm van social distancing is volgens het model een ‘roulerende lockdown’, waarbij een land of stad twee maanden op slot gaat, afgewisseld met een ‘vrijere’ maand. Landen en steden kunnen dan ‘zigzaggen’ met hun restricties, wat inwoners de kans geeft elkaar even te ontmoeten. Zodra het aantal besmettingen toeneemt, gaat de lockdown weer in.
De timing hiervan hangt af van de vraag of er, zolang we op een vaccin wachten, snel genoeg een medicijn wordt ontwikkeld dat de ergste effecten van de ziekte tempert, én van de vraag of de samenleving bereid is om de ingrijpende sociale en economische gevolgen van zulke langdurige periodes van isolatie te accepteren.
Deze samenvatting van het onderzoek door MIT Technology Review brengt in kaart wat zo’n ‘roulerende lockdown’ betekent voor het dagelijks leven: van overheidscontroles en onderwijs tot onze geestelijke gezondheid. Dit virus laat zien dat álles wat we doen impact heeft op anderen – en dat we dus empathisch moeten zijn In: The New Republic (17 maart)
Als de coronapandemie één ding blootlegt, is het onze onderlinge verbondenheid. Het virus heeft zich zo snel over de wereld kunnen verspreiden doordat mensen zich verplaatsen. Dat geldt voor alles: in een geglobaliseerde wereld, waarin kapitaal razendsnel de wereld overvliegt en online commercie fysieke winkels overbodig maakt, heeft wat we doen mogelijk gevolgen voor anderen.
Daarom moeten we verantwoordelijkheid nemen voor onze keuzes en ons niet verschuilen achter het excuus dat ‘wij dit systeem niet hebben gecreëerd, maar er slechts in leven’. We moeten onszelf te allen tijde zien als dragers van een virus: als we niet voorzichtig zijn, brengen we de levens van anderen schade toe. Dit heeft gevolgen voor hoe we ons sociaal, maar ook economisch zouden moeten gedragen: met empathie. Hoe we corona samen kunnen verslaan door alleen te zijn In: The Washington Post (14 maart)
‘Social distancing’ – sociaal contact mijden – is heel effectief om de verspreiding van het coronavirus te vertragen. Vooral als je het lang volhoudt en de overheid tegelijkertijd maatregelen neemt, zoals het sluiten van cafés, restaurants en andere plaatsen waar mensen samenkomen.
Het herinnert ons eraan hoe belangrijk ons individuele gedrag is: als meer mensen de komende tijd thuisblijven en grote groepen mijden, kunnen we er samen voor zorgen dat minder personen besmet raken, ziekenhuizen niet overspoeld worden en dat meer mensen beter worden op het moment dat anderen ziek worden. Vergeet niet: rampen en crises halen het beste in mensen naar boven In: De Correspondent (13 maart)
Je hebt vast beelden voorbij zien komen van schappen waar ooit toiletrollen stonden, of van mensen die vechten om de laatste boodschappen. Grappig misschien, maar het beeld dat daardoor ontstaat klopt niet. Want dit soort gedrag is meer uitzondering dan regel. Rampen en crises halen juist het beste in mensen naar boven.
De Universiteit van Delaware deed sinds 1963 bijna zevenhonderd veldstudies naar rampen en concludeert: in een crisis blijven de meeste mensen rustig en komen ze voor elkaar op. Juist nu, tijdens deze pandemie, is dat belangrijk om te onthouden.
Het coronavirus is uitgegroeid tot een pandemie met verstrekkende en langdurige gevolgen. Wij zien het als onze taak jou te helpen deze wereldwijde ontwikkeling te begrijpen door het nieuws op een weloverwogen, feitelijke en constructieve manier van context te voorzien. Daarom zijn we deze coronagids begonnen.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!