Met dank aan Josanne Verhagen – Correspondentlid, viroloog en ‘vet vriendelijk’ (aldus onze gespreksredacteur Gwen Martèl) – die dit deel van de gids mede redigeerde.
Wat we tot nu toe weten over het virus
Laten we beginnen met een antwoord op de meest basale vragen.
Het begin van het einde van de coronapandemie komt in zicht In: De Correspondent (28 november)Na ruim acht maanden lijken we langzaam de eindfase van de coronapandemie in te gaan. Enkele veelbelovende vaccins worden waarschijnlijk binnen enkele maanden goedgekeurd door de geneesmiddelenautoriteiten, en de verspreiding van het virus is in de meeste landen redelijk onder controle, of in ieder geval enigszins in kaart gebracht.
Viroloog Marion Koopmans van het Erasmus MC wordt deel van een internationaal team dat de oorsprong van het coronavirus gaat onderzoeken in China. Voor nu biedt ze enkele belangrijke inzichten: het gevaar van het virus op nertsenfokkerijen is dat het gaat muteren; een vaccin is waarschijnlijk zes maanden tot een jaar effectief; een herbesmetting zal meestal milder zijn; de precieze werking van besmetting via oppervlakken is nog steeds in nevelen gehuld; een mondkapje dragen heeft meerwaarde, maar is geen vrijbrief om je weer op drukke plekken te begeven; bron- en contactonderzoek blijft cruciaal om superspreaders op te sporen; en Koopmans’ vertrouwen in de veiligheid van een door het Westen gecontroleerd vaccin is groot. Corona is méér dan een kwestie van milde klachten of dodelijke afloop. Maak kennis met de ‘long-haulers’ In: De Correspondent (16 november)
Het publieke debat over corona is bijna altijd binair: óf je hebt grote kans om eraan dood te gaan, óf je hebt een week last van wat vervelende lichamelijke kwalen. Wie nauwelijks ter sprake komen zijn de zogeheten ‘long-haulers’: de mensen, ook van jonge leeftijd, die inmiddels niet meer besmettelijk zijn, maar nog steeds kampen met klachten als vermoeidheid, vergeetachtigheid, verlies van reuk en smaak, spierzwakte of een hoge hartslag.
Langzaam worden steeds meer onderzoeken opgestart naar deze symptomen, die ook wel onder de noemer ‘post-covidsyndroom’ of ‘chronische covid’ worden geschaard. We hebben nog geen idee hoeveel personen er last van hebben, en hoe vaak aanhoudende lichamelijke klachten ook leiden tot psychisch ongemak.
Zodra de long-haulers serieus worden meegenomen in de overwegingen van het kabinet en de adviezen van het RIVM, kan dit grote gevolgen kan hebben voor ons denken over groepsimmuniteit en het idee dat gezonde mensen zich sociaal en economisch moeten ‘opofferen’ voor de kwetsbaren in de samenleving. We moeten onszelf niet alleen beschermen tegen druppeltjes, maar ook tegen aerosolen In: El País (28 oktober)
We wassen onze handen, dragen maskers en houden afstand vanwege Covid-19. Dat is nogal een uitdaging als miljoenen mensen ter wereld geen andere keus hebben dan dicht op elkaar te leven. Zeven maanden na het begin van de pandemie hebben we geleerd dat aerosolen - microscopische stof- en vloeistofdeeltjes in gasvorm - een nog grotere rol spelen dan we dachten.
De Spaanse krant El País laat aan de hand van data afkomstig van Spaanse scholen en families - 3 op de 10 coronabesmettingen in Spanje vinden plaats op die plekken - zien hoe ventilatie in binnenruimten moet werken om het virus de baas te zijn. De belangrijkste les: om de risico’s zo klein mogelijk te houden, moeten we zo min mogelijk tijd dicht in elkaars buurt doorbrengen. Waarom behalve het reproductiegetal (R) ook de verspreidingsfactor (k) belangrijk is In: De Correspondent (10 oktober)
In de media en op het coronadashboard van de Rijksoverheid wordt al maanden veel aandacht besteed aan het reproductiegetal (R). Dat cijfer geeft aan hoeveel andere personen één coronapatiënt gemiddeld besmet met het virus. Het gebrek van R is juist het feit dat het om een gemiddelde gaat: sommige patiënten besmetten niemand, anderen steken bijvoorbeeld tien omstanders aan.
Om beter zicht te krijgen op een besmettingshaard die uit een individu of een beperkte groep voortkomt, is het handiger om te spreken over k, ofwel de verspreidingsfactor. Hoe kleiner de k-waarde is, hoe meer de verspreiding van een kleinere groep besmettelijke mensen komt. Als k onder de 1 ligt, dan is er kans op superspreading, zoals eerder gebeurde in verpleeghuizen, nachtclubs en gevangenissen en op cruiseschepen. Deze statistische kennis hebben we opgedaan in het eerste halfjaar van de pandemie In: De Correspondent (18 september)
Iedere week beschikken wetenschappers en beleidsmakers over iets betere coronastatistieken. Zo kunnen we nu met redelijke zekerheid stellen dat er in Nederland tot wel twee keer zo veel mensen door het virus zijn overleden als het officiële sterftecijfer. Hierbij gaat het niet alleen om personen die aan een besmetting bezwijken, maar bijvoorbeeld ook door te lang uitgestelde zorg.
Een ander inzicht: het is te kort door de bocht om te stellen dat oudere patiënten ook zonder corona al snel zouden zijn overleden. De gemiddelde levensverwachting wordt namelijk omlaag getrokken door personen die voor hun tachtigste sterven. Eenmaal de tachtig gehaald leef je in Nederland gemiddeld nog bijna tien jaar - ook met andere medische kwalen.
Ook belangrijk om te weten: testprogramma’s zijn met name handig om erachter te komen of er genoeg wordt gecontroleerd op het virus. Als meer dan 5 procent van de tests in een land positief uitvalt, wil dat niet meteen zeggen dat één op de twintig mensen het virus meedraagt; het is vooral een indicator om meer te testen, om zo tot een betrouwbaarder cijfer te komen.
Immuniteit tegen corona duurt langer dan we eerst dachten In: The New York Times (16 augustus)
Ben je na een coronabesmetting immuun? En zo ja, hoe lang? Het zijn twee van de belangrijkste vragen van deze pandemie. Als we enkel een zwakke of erg korte immuniteit opbouwen, wordt het vinden van een vaccin erg moeilijk en is ook groepsimmuniteit geen haalbare kaart.
Op dat vlak is er, al hebben we nog geen zekerheid, waarschijnlijk goed nieuws. Verschillende wetenschappelijke studies tonen aan dat ons immuunsysteem ook maanden na een infectie nog op het coronavirus reageert - ook bij mensen die niet erg ziek werden van het virus. Als dit resultaat in verder onderzoek bevestigd wordt, kunnen we voorzichtig hopen op een coronavrije toekomst. Dit veelbelovende medicijn kan genezing van corona versnellen In: New England Journal of Medicine (22 juli)
Er zijn nog niet veel geneesmiddelen waarvan bewezen is dat ze werken tegen covid-19. Tot nu toe was er enkel remdesivir, een virusremmer, waarvan aangetoond werd dat het de genezing kan versnellen. In deze podcast wordt een tweede geneesmiddel besproken dat bewezen effectief is: dexamethason. In een recente studie bleek dat door deze ontstekingsremmer de sterftekans bij ernstig zieke patienten met 20 à 30 procent daalt. Het coronavirus kan veel meer aantasten dan alleen je longen In: Nature (10 juli)
Covid-19 tast voornamelijk je longen aan. Toch kan deze ziekte ook in de rest van je lichaam een ravage aanrichten. Dit overzichtsartikel in het wetenschappelijke tijdschrift Nature vat samen wat we tot nu toe weten over de gevolgen van covid-19 voor je andere organen. Voor zover bekend heeft het coronavirus onder meer hartritmestoornissen, schade aan nierweefsel en de hersenstam en huidletsel dat lijkt op de symptomen van bevriezing veroorzaakt. Niet het vinden van een vaccin is de grootste uitdaging, maar het opschalen van de productie In: Bionieuws (16 mei)
Nederlandse virologen draaien mee op het hoogste niveau van het wereldwijde virusonderzoek. Maar een echte bijdrage op zoek naar een vaccin kunnen zij in Nederland niet leveren, omdat hier niet de juiste faciliteiten zijn voor veilige dierproeven met het virus.
De Nederlandse viroloog Vincent Munster, normaliter met zijn ‘vleermuizenzoekteam’ op zoek naar virussen in het wild, is een spil in dit internationale onderzoek, als hoofd van de Virus Ecology Unit van het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases. Volgens Munster is het grootste probleem niet het vinden van een vaccin, maar het opschalen van de productie – als er eenmaal een vaccin is. Achter de schermen bij een veelbelovend vaccin-in-ontwikkeling In: Wired (13 mei)
Het eerste coronavaccin-in-ontwikkeling wordt sinds maart 2020 getest op mensen. Verreweg de meeste vaccins mislukken in de testfase. De kunst is om genetisch materiaal in iemands lichaam te brengen dat de cellen van die persoon instrueert om (ongevaarlijke) delen van het virus aan te maken. Vervolgens gaat het immuunsysteem het virus op eigen kracht bestrijden met antilichamen.
Farmabedrijf Moderna, dat eind 2020 een miljoen doses per maand van bovenstaand vaccin (mRNA-1273) wil produceren, werkte intensief samen met het Vaccine Research Center van de Amerikaanse overheid. Wetenschappers van dat laatste instituut ontdekten hoe ze de kenmerkende stekelvormige structuur van het coronavirus konden nabootsen, terwijl Moderna de genetische ‘bezorging’ van de viruskloon voor haar rekening nam.
Intussen zijn wereldwijd meer dan honderd coronavaccins in ontwikkeling, maar de Amerikaanse overheid gelooft in het middel dat Moderna maakt – ze investeert een half miljard dollar in de farma-onderneming. Zo ver kan het virus zich verspreiden als je hoest of niest In: The New York Times (14 april)
We weten nog altijd heel veel niet over hoe het coronavirus wordt overgedragen. Maar soortgelijke longziekten bestuderen kan ons helpen begrijpen waarom social distancing zo belangrijk is, en waarom het een goed idee is om mondkapjes te dragen.
Deze 3D-simulatie van The New York Times laat zien dat virusdeeltjes flink wat afstand kunnen afleggen wanneer iemand hoest, niest of ademt – veel meer dan 1,5 meter. En virusdeeltjes kunnen tot wel twintig minuten in de lucht blijven hangen in compacte ruimtes. Waarom het coronavirus zo effectief is In: The Atlantic (20 maart)
Dankzij de stekels aan de buitenkant van het coronavirus hecht het zich heel makkelijk aan een eiwit genaamd ACE2, dat zich op het oppervlak van onze cellen bevindt. Die stekels bestaan uit twee helften. Als de stekel zich in tweeën splitst, kan het virus een cel binnendringen.
Corona wordt hierbij een handje geholpen door de mens. Voor de splitsing van de ‘brug’ die de twee helften verbindt is een enzym genaamd furine nodig. Dat spul komt in grote hoeveelheden voor in onze weefsels. De huidige samenstelling werkt perfect om mensen te besmetten, of erger. Daarom zijn er nog niet zo veel mutaties van het virus: een virus muteert pas als het niet meer effectief is. Hoe corona werkt en waarom je er ziek van wordt In: Kurzgesagt (19 maart)
In de luchtwegen hecht het virus zich aan celmembranen en geeft het de cel instructies om het virus te blijven vermeerderen. Het coronavirus kan ook het afweersysteem aantasten, waardoor dat ook gezonde cellen aanvalt. Vervolgens valt ook die bescherming weg en kunnen bacteriën het lichaam nog verder beschadigen. Het advies om infectie te voorkomen? Was je handen alsof je net jalapeñopepers hebt gesneden en vlak daarna contactlenzen in je ogen wilt stoppen.
Meer kijken? Een Correspondentlid en viroloog (dank, Linda!) raadde ons dit college (in ‘t Nederlands) aan van moleculair viroloog Raoul de Groot. Liever lezen? Dan is dit stuk(je) in The New York Times iets voor jou.
Tot zover het antwoord op de vragen over hoe het virus werkt. Maar hoe verspreidde het virus zich? Hoe kon het een pandemie worden? Waarom is covid-19 niet vergelijkbaar met de griep? En is het wel vergelijkbaar met andere virussen? Ik las deze goede stukken die op die vragen antwoord geven.
Hoe het virus een pandemie werd In: The New York Times (22 maart)Op 31 december 2019, toen al zeker duizend mensen besmet waren, lichtte de Chinese overheid de Wereldgezondheidsorganisatie in over wat we nu kennen als het coronavirus.
Een grootschalige analyse van reisgedrag aan de hand van mobiele telefoons en sociale media laat zien dat in de maand na de waarschuwing maar liefst zeven miljoen Chinezen wegtrokken uit de stad Wuhan, waar de huidige pandemie begon.
Toen Wuhan eind januari werd afgesloten van de buitenwereld, had het virus zich al verspreid over dertig steden in 26 verschillende landen. Onderzoekers schatten dat 85 procent van de besmette reizigers uit China zonder zichtbare symptomen naar het buitenland reisde. Waarom jij vermoedelijk ook corona krijgt In: The Atlantic (24 februari)
Omdat het zo moeilijk is te zien of iemand geïnfecteerd is, en omdat het al kan worden overdragen vóórdat er symptomen optreden, kan het coronavirus zich snel en simpel verspreiden. Dat is de gevaarlijke paradox van dit virus. In tegenstelling tot ebola zijn de symptomen – koorts, hoesten, kortademigheid – lastig te onderscheiden van minder schadelijke virussen. Vaak hebben patiënten niet eens ziekteverschijnselen.
Epidemioloog Marc Lipsitch van Harvard University verwacht dan ook dat 40 tot 70 procent van de wereldbevolking besmet zal raken met het coronavirus. Een effectief vaccin laat nog zeker een jaar tot anderhalf jaar op zich wachten, voorspelt pandemie-expert Richard Hatchett van gezondheidsplatform Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI).
Wat we tot nu toe weten over de Nederlandse aanpak
In Nederland geldt een ‘intelligente lockdown’: het kabinet doet een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Ondertussen wordt door wetenschappers gezocht naar een vaccin, en wil de regering de pandemie ook met een app bestrijden.
Een coronatest is niet perfect, maar wel het beste middel dat we hebben om het virus op te sporen In: De Correspondent (14 september)Jezelf laten testen op het coronavirus klinkt als een simpele handeling, maar in de praktijk is het best ingewikkeld. De zogeheten PCR-test moet eerst met een enzym het genetisch materiaal van het virus (RNA), dat met een wattenstaafje uit je neus- of keelholte wordt gehaald, omzetten in DNA. Vervolgens kijkt het laboratorium waar de test wordt uitgevoerd of kleine stukjes DNA, zogeheten primers, zich hechten aan mogelijk virusmateriaal op het staaltje uit je neus of keel. Blijven die deeltjes ‘plakken’, dan ben je waarschijnlijk besmet met corona.
Waarschijnlijk, omdat het testresultaat in sommige gevallen niet eenduidig is. Zo kan iemand wel virusrestanten in zijn lichaam meedragen, maar niet langer ziek of besmettelijk zijn. Daarom kijken artsen ook altijd naar de symptomen van corona (hoesten, niezen, vermoeidheid). Andersom kan op een wattenstaafje geen virus worden aangetroffen als op de geteste plek in het lichaam geen corona aanwezig was, bijvoorbeeld helemaal aan het begin van een infectie. In dat geval kan een tweede test worden verricht. Wat het coronadashboard van de overheid goed en minder goed doet In: De Correspondent (14 augustus)
Begin juni lanceerde de Nederlandse overheid een coronadashboard. In dat overzicht kunnen burgers onder andere zien hoeveel besmettingen en ziekenhuisopnamen er dagelijks bij komen door het virus, en hoe hoog het reproductiegetal is. Veel Correspondentleden die reageerden op een eerdere oproep vinden het dashboard overzichtelijk en toegankelijk. Of je de getoonde gegevens te summier of te uitgebreid vindt, hangt af van je persoonlijke voorkeur en kennisniveau.
Opvallend is vooralsnog dat het kabinetsbeleid niet valt af te leiden uit de cijfers op het dashboard. Toen het reproductiegetal enkele weken geleden steeg, kleurde die meter in het overzicht rood, maar het kabinet zei daar niets over. Een paar dagen later was er niet direct iets alarmerends te zien op de website, maar kwamen premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge wel terug van vakantie om Nederland toe te spreken op een persconferentie. Zo verricht de GGD haar contactonderzoek bij coronapatiënten In: de Volkskrant (12 augustus)
Marjolein van de Water, chef van de buitenlandredactie bij de Volkskrant, kreeg corona. Het gaf haar de kans het contactonderzoek van binnenuit mee te maken. Ze merkt hoe weinig effectief het is: de GGD is ervan afhankelijk dat mensen eerlijk zijn over hun contacten, en dat ze vrijwillig in quarantaine gaan. Bovendien hebben ze in de dagen voor het contactonderzoek misschien alweer anderen besmet.
De GGD schrijft in een reactie dat het bron- en contactonderzoek op sommige plekken langer duurt dan de bedoeling is vanwege het toenemende aantal infecties. Kunnen we met de ‘volwassen democratie’ van Mark Rutte het virus wel aan? Of zou dwang beter helpen? De coronawet geeft nog steeds te veel macht aan één minister In: De Correspondent (14 juli)
Met een overkoepelende ‘coronawet’ wil het kabinet alle tijdelijke maatregelen tegen de Nederlandse corona-uitbraak met terugwerkende kracht wettelijk vastleggen. De eerste versie kon op veel kritiek rekenen, dus ging de wet terug naar de tekentafel.
Weliswaar krijgt de politie in het huidige wetsvoorstel minder bevoegdheden, en ook de verklaring omtrent het gedrag is niet langer onbereikbaar na een boete als je onvoldoende afstand houdt tot anderen. Wel krijg je daarvoor nog steeds een strafblad. Bovendien specificeert de wet niet wat als ‘veilige afstand’ of als ‘groep’ kan worden aangemerkt.
Ook de termijn waarin de coronawet geldt is aangepast, naar een halfjaar. Dat is echter vrij lang, waardoor de Tweede Kamer de uitvoering van de wet niet regelmatig kan controleren. De coronawet zou Viktor Orbán goed bevallen In: De Correspondent (25 juni)
Na drie maanden van ad-hoc-regelgeving wilde het kabinet alle coronamaatregelen in een duidelijke wet gieten. Daarmee zouden die ingrepen een democratisch karakter krijgen, aldus minister Hugo de Jonge, maar parlement, rechtspraak en publiek hadden precies het tegenovergestelde gevoel.
De coronawet, die oorspronkelijk op 1 juli zou omgaan, zou te veel macht geven aan ministers en burgemeesters, die met disproportioneel hoge straffen konden besturen. De Tweede Kamer reageerde in eerste instantie laat op de wet, omdat ze door corona niet op haar vaste locatie kon vergaderen. Nederland bagatelliseerde corona tot het de ic’s bijna fataal werd In: NRC Handelsblad (19 juni)
Je moet er even voor gaan zitten, maar deze reconstructie van Mark Lievisse Adriaanse en Derk Stokmans over hoe de coronacrisis in Nederland tot nu toe is verlopen is zeer de moeite waard. De journalisten van NRC Handelsblad spraken over langere tijd met tientallen betrokken medici, politici en bestuurders.
Het beeld dat daaruit ontstaat is dat van onderschatting. Het is achteraf natuurlijk altijd makkelijk praten, maar de rode signalen werden keer op keer over het hoofd gezien. Steeds meer onderzoek suggereert: houd niet alleen afstand, maar zet ook de ramen open In: De Groene Amsterdammer (3 juni)
Anderhalve meter afstand houden is geen garantie om besmetting met het coronavirus te voorkomen, waarschuwt een groeiende groep wetenschappers. SARS-CoV-2 kan zich ook verspreiden over grotere afstanden, via aerosolen: een wolk van microscopische vloeistofdruppeltjes. In maart toonde een studie aan dat die zwevende virusdeeltjes tot wel drie uur in leven kunnen blijven.
Aerosolen kunnen minutenlang in de lucht blijven hangen in een slecht geventileerde ruimte, toonde een onderzoek met lasertechnologie voorts aan. Het RIVM waarschuwt vooralsnog niet voor deze manier van verspreiding. Japanse wetenschappers wijzen juist wel op het besmettingsrisico op plekken die zij aanduiden met ‘de drie C’s’: closed (afgesloten), crowded (druk) en close (mensen die dicht op elkaar staan).
Het devies: laat zo veel mogelijk frisse lucht je woning, kantoor of openbaar vervoer binnenstromen. Het dashboard met coronacijfers moet geen technische oplossing zijn voor een politiek probleem In: De Correspondent (19 mei)
In navolging van onder andere Duitsland en Hongkong krijgt Nederland een ‘dashboard’, waarop mensen kunnen bijhouden hoeveel mensen zijn besmet met, overleden aan, getest op of in het ziekenhuis opgenomen vanwege het coronavirus. Erg handig, want die statistieken waren tot nu toe verspreid over allerlei websites en documenten.
Desondanks is het goed om terughoudend te zijn met het dashboard. Je kunt niet blind varen op dagelijks geüpdatete cijfers, want die worden niet iedere dag even compleet bijgewerkt. Ook is het verstandig om de aantallen in context te plaatsen. Wanneer de besmettingsgraad ineens groeit, hoeft dat nog geen gevolgen te hebben voor de overheidsmaatregelen. Tot slot is het slim om te onthouden dat de beslissingen die het kabinet neemt op basis van de cijfers altijd politiek van aard zijn. Corona laat zien waarom we het patentsysteem voor medicijnen moeten veranderen In: De Correspondent (25 april)
De farmaceutische industrie hanteert een gehaaid verdienmodel: overheden betalen honderden miljoenen voor wetenschappelijk onderzoek naar medicijnen. Met die kennis produceren bedrijven vervolgens medicijnen die voor een veelvoud van de ontwikkelingsprijs worden verkocht aan diezelfde overheden.
Doorgaans is het uitwerken van geneesmiddelen tegen een pandemie financieel weinig aantrekkelijk, omdat het risico bestaat dat de ziekte na een paar maanden weer verdwijnt. Maar nu landen de corona-pandemie zo snel mogelijk de wereld uit willen helpen, maken farmaceutische bedrijven wederom gebruik van hun sterke onderhandelingspositie. Niet alleen oogsten ze de kennis die betaald is met belastinggeld, ook krijgen ze honderden miljoenen aan subsidie van de overheid om aan een coronavaccin te werken.
Er zijn meerdere ideeën om het verdienmodel van Big Pharma te veranderen. Bijvoorbeeld met ‘patent pools’, waarin universiteiten en bedrijven hun kennis over het coronavirus uitwisselen. Sommige landen werken met dwanglicenties, waarmee patenten van farmaceuten kunnen worden omzeild. Een derde optie is het patentensysteem vervangen door een eenmalige beloning die een farmaceut krijgt voor het ontwikkelen van een nieuw medicijn. Een pandemie bestrijden doe je niet alleen van bovenaf, maar ook van onderop In: De Correspondent (18 april)
De impact van corona in arme landen is groot, vertelt epidemioloog Amrish Baidjoe, die als wetenschappelijk adviseur optrad tijdens de uitbraken van zika en ebola. Door de pandemie komen vaccinatieprogramma’s in ontwikkelingslanden stil te liggen, worden malarianetten niet geleverd en raken medicijnen op. Ondertussen snijdt de Amerikaanse president Trump 450 miljoen dollar weg uit het budget van de Wereldgezondheidsorganisatie, die voor veel landen van levensbelang is.
Baidjoe vertelt ook wat Nederland kan leren van eerdere uitbraken. Een belangrijke les in zulke uitbraken is dat blauwdrukdenken slecht werkt. Oplossingen komen niet alleen neerdalen uit een Outbreak Management Team, maar moeten ook gevonden worden op lokaal niveau – in de praktijk. Zo stelt Baidjoe voor om vrijwilligers te werven voor de GGD’s om te helpen met contactonderzoek om besmettingen snel op te sporen. Achteraf gezien had Nederland meer aan preventie moeten doen In: De Correspondent (18 april)
Voor het beteugelen van de pandemie had meer aan preventie gedaan kunnen worden, stelt André Knottnerus, hoogleraar huisartsgeneeskunde en voormalig voorzitter van de Gezondheidsraad. Het is bijvoorbeeld bekend dat sociaal-economisch minder bevoorrechte families vaker dicht op elkaar wonen in kleine huizen. Dus is het logisch dat zij meer de behoefte voelen om naar buiten te gaan.
Hier had de overheid op in kunnen spelen, bijvoorbeeld door regels op te stellen voor toegang tot natuurgebieden. Ook wat betreft vaccins had de overheid meer kunnen doen, door de infrastructuur voor onderzoek steviger neer te zetten, zodat mensen straks sneller ingeënt kunnen worden. Ten slotte is er volgens Knottnerus te laat gekeken naar de risico’s in verpleeghuizen en revalidatiecentra, waar veel kwetsbare mensen op een klein oppervlak verblijven. Hoe we na het virus onze samenleving inrichten, hangt af van hoe weerbaar we in de toekomst willen zijn In: De Correspondent (10 april)
In Nederland klinkt de roep om op grote schaal te testen op het coronavirus steeds luider. Maar lang niet alle coronatests zijn betrouwbaar, zegt viroloog Marion Koopmans. Sommige tests herkennen niet dat mensen die milde klachten hadden het virus bij zich droegen. Belangrijker is volgens Koopmans dat de beperkt beschikbare testen eerst worden uitgevoerd op zorgpersoneel.
In de komende jaren moeten we de pandemie goed in het achterhoofd houden als we besluiten waarnaar we wetenschappelijk onderzoek doen, welke vaccins we ontwikkelen en hoe we ons zorgstelsel inrichten. Maar ook hoe we reizen en steden opbouwen. Dat hangt allemaal af van de vraag hoe weerbaar we als samenleving willen zijn voor een volgende pandemie. De overheid wil de pandemie bestrijden met een app. Dit zijn de mitsen en maren In: De Correspondent (9 april)
Eind april wil de Nederlandse overheid een app inzetten om de verspreiding van het coronavirus beter in kaart te brengen. Maar cruciale vragen over privacy heeft de verantwoordelijke minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge (CDA) nog niet beantwoord.
Het is bijvoorbeeld onzeker of zo’n app effectief is. Technologieën die je locatie bepalen, zoals Bluetooth en GPS, zijn niet erg nauwkeurig in dichtbebouwde omgevingen. Dat kan erin resulteren dat de app je het verkeerde advies geeft over thuisblijven of niet.
Tot slot is een app hoogstens nuttig als een groot deel van de bevolking hem installeert op zijn telefoon. Maar veel oudere mensen hebben geen smartphone, en als het gebruik vrijwillig is – hoogstwaarschijnlijk wel – zullen veel mensen de app niet gebruiken. Zo worden de vaccins tegen corona ontwikkeld In: De Correspondent (9 april)
Wereldwijd zijn meer dan veertig verschillende vaccins in ontwikkeling om het coronavirus te bestrijden. Die vaccins maken gebruik van tien soorten vaccinatietechnologieën.
Het Leidse bedrijf Janssen Vaccines & Prevention werkt bijvoorbeeld met zogeheten adenovirussen. Die zijn zodanig verzwakt dat mensen er niet meer ziek van worden als ze ermee worden ingeënt, maar zorgen wel voor immuniteit. En in Nijmegen past een team wetenschappers een bestaand vaccin tegen tuberculose toe op proefpersonen, om te zien of hun immuunsysteem daardoor beter bestand is tegen het coronavirus.
Hoe snel een vaccin breed verspreid kan worden, hangt af van de effectiviteit ervan op mensen. Normaal gesproken worden vaccins eerst op dieren getest, maar bij eerdere coronavirussen (SARS en MERS) bleken de gevolgen voor proefdieren niet vergelijkbaar met die voor mensen.
Een ander probleem is de onzekerheid over hoelang het virus zich nog blijft verspreiden. Afhankelijk daarvan bepalen farmaceutische bedrijven of het financieel aantrekkelijk is om op grote schaal vaccins te produceren. De manieren waarop landen hun bevolking kunnen testen op corona In: De Correspondent (7 april)
Landen als Zuid-Korea, Australië en Singapore begonnen hun bevolking heel snel na de uitbraak te testen op SARS-CoV-2. Nederland schaalt zijn testcapaciteit pas deze maand op.
De komende tijd kunnen landen op vier manieren testen op het coronavirus: een PCR-test, controle op immuniteit, symptomen bestuderen, of een CT-scan van de longen maken. Die laatste twee methodes zijn onbetrouwbaar, omdat de ziekteverschijnselen van covid-19 lijken op een gewone longontsteking. Ook de andere manieren zijn niet perfect.
Met een PCR-test kun je wel zien of iemand besmet is, maar niet of iemand de ziekte al gehad heeft. Met een immuniteitstest kun je weer niet zien of iemand het virus in zijn lichaam heeft. Verschillende laboratoria wereldwijd werken op dit moment aan nieuwe manieren om te testen op het coronavirus. Hoe Nederlandse wetenschappers berekenen welke maatregelen we moeten nemen In: NRC Handelsblad (5 april)
In een chatgroep brainstormt het RIVM met tientallen wetenschappers over de Nederlandse aanpak omtrent het coronavirus. Bij de meeste scenario’s die zij schetsen duren de maatregelen één tot twee jaar. Verschillende aanpakken worden geopperd, zoals de methode van ‘pompend remmen’: na verloop van tijd de lockdown opheffen, totdat het aantal besmettingen een bepaalde drempelwaarde overschrijdt.
Dat zou tot 2021 duren, omdat 60 tot 80 procent van de bevolking immuniteit voor het virus ontwikkeld moet hebben na besmetting. Daarna kunnen alle maatregelen pas opgeheven worden. Een andere optie is lockdowns per regio invoeren. In één regio worden de overheidsmaatregelen weggenomen, zodat bewoners van dat gebied immuniteit kunnen ontwikkelen. Dat wordt dan doorgezet tot alle regio’s coronavrij zijn.
Maar geen enkele maatregel is perfect. Het is altijd de vraag of iedereen zich aan de regels houdt, of mensen de sociale isolatie kunnen volhouden en of de economie het volhoudt. Wanneer komt er een medicijn tegen covid-19? In: De Correspondent (23 maart)
Prioriteit nummer één voor de medische wereld: een vaccin ontwikkelen tegen corona. Maar ook medicijnen kunnen het leed van de coronapandemie verzachten. Het aantal infecties zal niet dalen door geneesmiddelen, maar besmette mensen worden er minder ziek door. Zo’n medicijn richt zich op de verschillende eiwitten die het virus met zich meedraagt: als het geneesmiddel één eiwit uitschakelt, kan het virus zijn werk niet meer effectief doen.
Op dit moment werken zeker negen farmaceutische instellingen serieus aan een medicijn tegen corona. Eén daarvan maakt een gerede kans om wereldwijd uitgerold te worden: remdesivir, dat al werd ontwikkeld voor andere coronavirussen (SARS en MERS). Antwoord op de prangendste vragen over corona, de Nederlandse aanpak en wat je nu kan doen In: De Correspondent (19 maart)
Viroloog Marion Koopmans is een van de zeven experts die de Europese Commissie adviseren over de coronacrisis.
Zij legt helder uit wat het coronavirus is (het lijkt op SARS, maar verspreidt zich makkelijker onder mensen), waar mensen besmet door raken (via druppeltjes in de lucht of op voorwerpen die vrijkomen bij hoesten of niezen), waarom als bevolking langzaam immuniteit opbouwen belangrijk is (zodat de zorg niet overbelast raakt en een steeds groter deel van de bevolking wordt beschermd), en hoe het virus zorgt voor samenwerking in de medische wereld (kennis uit wetenschappelijke tijdschriften wordt meteen gedeeld met de Wereldgezondheidsorganisatie, en de Europese Unie faciliteert binnen een maand onderzoek waar ze normaal twee jaar over doet).
Het uiteindelijke doel, zegt Koopmans, is om corona met alle maatregelen te reduceren tot een ‘wintervirus’: een vervelende infectie die eens in de zoveel tijd opduikt, maar die mensen niet meer doodziek maakt of dodelijk is. Uit praktijkonderzoek blijkt: niezen in je elleboog werkt In: MythBusters (Klassieker: 10 november 2010)
MythBusters, het populair-wetenschappelijke tv-programma op Discovery Channel, testte drie methoden om de druppels van het niezen - waarmee het coronavirus zich verspreidt naar andere mensen - binnen handbereik te houden: niezen in je hand, in je elleboog en in een zakdoek.
Niezen in je hand laat de druppels uit je neus en mond bijna drie meter door de lucht vliegen. Geen goed idee in een anderhalvemetersamenleving. Een zakdoek gebruiken is een beter idee, maar de druppels komen in dat geval door de stof heen op je handen, waardoor je het virus alsnog kunt verspreiden.
De beste oplossing is niezen in je elleboog, de aanpak die ook het RIVM aanraadt. Presentator Jamie Hyneman liet slechts twee niesdruppels ontsnappen, waarvan er één op zijn schoen terechtkwam. Bovendien komen er zo geen bacteriën of virussen op je handen terecht, waardoor de kans dat je anderen besmet klein blijft.
Wat we weten van andere pandemieën
Van de Spaanse griep in 1918 tot de Mexicaanse griep in 2009 – pandemieën teisteren de mens al heel lang. En daar kunnen we lessen uit trekken.
De échte gezondheidscrisis veroorzaakt door corona moet nog komen In: The New York Times (3 augustus)Vóór corona waren we aan het winnen van de meeste ernstige ziektes. In 2018 waren er minder doden dan ooit door malaria, tuberculose en hiv/aids. Maar de coronacrisis betekent een gigantische terugslag in de strijd tegen deze ziektes. Het geschatte aantal extra doden loopt in de miljoenen, uiteraard vooral in lage-inkomenslanden. Dit komt niet alleen omdat de aandacht van de farmaceutische wetenschap nu even ergens anders ligt.
Het komt vooral omdat lockdowns ervoor zorgen dat patiënten geen diagnoses en medicijnen kunnen krijgen, omdat ze daarvoor naar een kliniek moeten reizen. Omdat programma’s om muggennetten uit te delen niet door konden gaan. Omdat vaccinatiecampagnes stillagen. Daar komt nog eens bij dat patiënten uit angst voor het virus niet naar het ziekenhuis durven, én dat de toevoer van medicijnen hard is geraakt door beperkingen op vliegverkeer.
Wereldwijd zijn 80 procent van bestrijdingsprogramma’s tegen hiv, tuberculose en malaria verstoord door de coronacrisis. Met deze ziektes is dat een extra groot probleem: het kan ervoor zorgen dat er resistente virussen ontstaan, die straks, als medicatie weer op gang komt, geen boodschap hebben aan bestaande geneesmiddelen. De impact van deze tweede, onzichtbare gezondheidscrisis gaat nog jaren gevoeld worden. Wat we kunnen leren van honderd jaar pandemieën In: De Correspondent (10 april)
In de Eerste Wereldoorlog liepen soldaten de Spaanse griep op in de loopgraven van Noord-Frankrijk, die vol zaten met dieren. In 1929 brak de papegaaienziekte uit door de internationale handel in exotische vogels. In 1976 werd een legionella-uitbraak in de Amerikaanse stad Philadelphia veroorzaakt door voorverwarmd water waarin bacteriën konden gedijen. En de SARS-epidemie, afkomstig van een vleermuis, kon zich in 2003 dankzij vliegverkeer verspreiden naar landen die zo ver uit elkaar liggen als Canada en Hongkong.
Kijken: Deze reportages over de grootste pandemieën van de afgelopen honderd jaar In: BBC (10 maart)
Een pandemie lijkt een uniek fenomeen, maar de laatste wereldwijde ziekte-uitbraak is nog geen tien jaar geleden. De Mexicaanse griep eiste in 2009 en 2010 zeker 18.000 levens. De BBC heeft een prachtige collectie gemaakt met audio- en videoreportages over de grootste epi- en pandemieën van de afgelopen honderd jaar: de Spaanse griep, SARS, ebola, maar ook het minder bekende Marburgvirus, dat in de jaren zestig opdook in Duitsland. De belangrijkste lessen, honderd jaar na de Spaanse griep In: The New Yorker (Klassieker: 29 september 1997)
Tussen 1918 en 1920 raakte een kwart van de wereldbevolking besmet met de Spaanse griep.
Varianten van het een virus die plotseling ernstige ziekte veroorzaken, verspreiden zich mogelijk minder goed onder mensen. Als een virus acuut slachtoffers maakt, blijven mensen binnen en besmetten ze anderen minder snel.
De Spaanse griep, stelt bioloog Paul Ewald, kon een kwart van de wereldbevolking besmetten omdat mensen na de Eerste Wereldoorlog niet binnen konden blijven. De Spaanse griep – veroorzaakt door een voor de bevolking nieuw virus – verspreidde zich zodra zieke soldaten de loopgraven verlieten.
Wat we (nog) niet (zeker) weten
Maar we weten vooral heel veel niet over het coronavirus. Omdat er veel cijfers, grafieken en nepnieuws rondgaan op sociale media, vind ik het ook belangrijk je te vertellen wat we allemaal níet weten, of niet kúnnen weten.
De eerste grootschalige testresultaten van een coronavaccin stemmen hoopvol, maar veel is nog onzeker In: De Correspondent (10 november)Een grootschalige test met het coronavaccin van de Amerikaanse farmagigant Pfizer duidt op een effectiviteit van 90 procent, wijzen de eerste tussentijdse resultaten uit. Dat zit ver boven de percentages voor medische goedkeuring (50 procent) en het minimum voor groepsimmuniteit (70 procent), maar het is verstandig om nog een slag om de arm te houden.
Ten eerste gaat het om een persbericht van Pfizer zelf, niet om een onafhankelijke wetenschappelijke publicatie. Verder keken de onderzoekers alleen naar duidelijke ziekteverschijnselen, niet naar asymptomatische besmettingen. Daarbij weten we nog niet hoelang het vaccin effectief blijft voor immuniteit tegen corona, en hoe veilig het op de langere termijn en voor een nog grotere groep mensen is.
Behalve de (voorlopig) hoge effectiviteit van het Pfizer-vaccin is er nog iets positiefs te melden: andere farmaceutische bedrijven die sleutelen aan vaccins tegen covid-19, gebruiken dezelfde genetische techniek om het lichaam van personen die worden ingeënt bestand te maken tegen het virus. Zo onderhandelen overheden met de farmaceutische industrie over coronavaccins In: De Correspondent (6 november)
De Europese Unie heeft maar liefst een miljard coronavaccins besteld, verdeeld over drie farmaceutische bedrijven. Daarvoor trekt ze 2,4 miljard euro uit. De Verenigde Staten spenderen zelfs 10 miljard euro aan toekomstige inentingen tegen covid-19.
Die forse bedragen klinken daadkrachtig, maar we weten nauwelijks hoe het er aan de onderhandelingstafel aan toe gaat. Zowel Europa als de VS zijn zeer geheimzinnig over wie de gesprekken voeren namens honderden miljoenen burgers. Sommige personen van wie bekend is geworden dat zij aan de onderhandelingen deelnemen, hadden in het verleden nauwe banden met de farma-industrie.
De medicijnmakers lijken wat betreft financieel voordeel aan het langste eind te trekken. Veel rijke, westerse landen kunnen die miljarden aan bestellingen wel ophoesten, maar dat geldt niet voor armere landen. Covax, een initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie, wil de kosten en risico’s van vaccininkoop spreiden over een grote hoeveelheid landen. Maar welvarende staten proberen de vaccins vooral eerst naar hun eigen bevolking te loodsen. Alle haken en ogen van het vaccin dat wellicht over een paar maanden komt In: De Correspondent (28 september)
Begin september sprak minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge de verwachting uit dat Nederland aan het einde van de winter (maart 2021) een vaccin tegen corona zal hebben. Of dat lukt is hoogst onzeker: een vaccinkandidaat moet drie testfases doorstaan voordat ze op grote schaal op de bevolking mag worden toegepast. De gezondheidsautoriteiten bekijken bijvoorbeeld hoe een grote groep proefpersonen over een langere periode reageert op een vaccin, om eventuele bijwerkingen op te sporen.
Maar zelfs als een vaccin wordt goedgekeurd en miljoenen mensen ermee worden ingeënt, kunnen zeldzame bijwerkingen optreden die in de testfase niet werden opgemerkt. Bij eerdere pandemieën duurde het jaren voordat een vaccin werd uitgerold; bij corona wordt gemikt op slechts één jaar. Door dat hoge tempo is onduidelijk hoe lang een vaccin mensen überhaupt tegen het virus beschermt.
Ten slotte weten we nog niet hoeveel mensen zich straks laten inenten (de vaccinatiegraad), en bij hoeveel procent van de mensen het vaccin fatsoenlijk werkt (de effectiviteit). Als beide getallen niet hoog genoeg zijn, wordt het alsnog zeer moeilijk om het virus een halt toe te roepen. Een degelijk vaccin tegen corona gaat nog maanden duren In: The Atlantic (24 juli)
De race naar een coronavaccin gaat vliegensvlug: intussen zijn er 165 mogelijke vaccins ontwikkeld, waarvan er 27 al op mensen worden getest. Daarvan zitten er tot nu toe zes vaccins in het derde en laatste proefstadium (inentingen van grote groepen mensen). Toch gaat het nog zeker vijf maanden duren voordat de wereld beschikt over een effectief vaccin tegen het coronavirus, verwachten wetenschappers.
En zelfs dan is maar de vraag hoe succesvol dat vaccin is. Het immuunsysteem van iemand die is gevaccineerd, is doorgaans minder goed bestand tegen een nieuwe infectie dan dat van een persoon die de ziekte eerder zelf heeft gehad. Daarnaast bestaat er in de meeste landen nog geen infrastructuur die ook volwassenen op grote schaal vaccineert. En tot slot is het onzeker of het vaccin voldoende groepsimmuniteit opbouwt indien een aanzienlijke groep mensen zich weigert te laten inenten. Een tweede golf van het coronavirus is nog steeds denkbaar In: De Correspondent (16 juli)
Vier maanden nadat Nederland in lockdown ging, is de uitbraak van het coronavirus geluwd. Hier en daar raken nog steeds mensen besmet, maar van een tweede golf is vooralsnog geen sprake. Toch kan die zomaar opdoemen, zegt viroloog Marion Koopmans. Slechts 1 op de 500 mensen die momenteel op het virus getest worden hebben het ook, maar voorzichtigheid is nog steeds geboden.
Dat geldt ook voor Nederlanders die weer op kantoor werken of in deze periode op vakantie gaan - dat is vooral een afweging die je zelf moet maken. Er is nog altijd veel wat we niet weten: het precieze risico van het virus in de buitenlucht; welk vaccin als eerste internationaal wordt uitgerold en welke landen en bevolkingsgroepen de eerste inentingen krijgen; en hoe wetenschappers kunnen monitoren waar het virus opnieuw zal opduiken. Deze studie wijst erop dat kankerpatiënten hun behandeling in de pandemie veilig kunnen voortzetten In: ESMO (4 juni)
Veel kankermedicijnen hebben een grote impact op het immuunsysteem. Er werd dan ook gevreesd dat deze middelen je kans om te sterven aan covid-19 zouden vergroten. Uit een Britse studie blijkt dat die vrees waarschijnlijk onterecht was.
Patiënten die behandeld werden met kankergeneesmiddelen hadden geen groter risico om te sterven aan het coronavirus dan kankerpatiënten die niet behandeld werden met die medicijnen. Het is dan ook niet nodig om een kankerbehandeling te onderbreken als je besmet bent met het coronavirus. Het malariamedicijn dat Trump aanraadde tegen het coronavirus is gevaarlijk, stelde een veelgelezen onderzoek. Maar die conclusie wankelt In: The Guardian (3 juni)
Hydroxychloroquine is een middel tegen malaria. Je hebt er misschien wel van gehoord: Donald Trump is ervan overtuigd dat het helpt tegen corona, en zegt het zelf ook te hebben gebruikt. De Wereldgezondheidsorganisatie en andere medische organisaties deden onderzoek naar het medicijn. Maar toen eind mei een vernietigende studie verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet, werden veel experimenten stilgelegd – de bijwerkingen zouden te gevaarlijk zijn.
Een paar dagen later ontdekten onderzoekers in Australië dat in de gebruikte dataset meer Australische sterfgevallen zaten dan er officieel waren geregistreerd. Ook apart: onder de handvol medewerkers van Surgisphere – de firma achter de data – bevonden zich een sciencefictionschrijver en een pornografisch model.
En hoe kon zo’n klein bedrijf beschikken over gegevens van 96.000 patiënten uit 1.200 ziekenhuizen? Na navraag bleek dat zowel de ‘meewerkende’ Australische ziekenhuizen als de Schotse gezondheidsdienst nog nooit van Surgisphere hadden gehoord. The Lancet, het zal niet verrassen, heeft de studie inmiddels teruggetrokken. Er is geen enkel bewijs dat rokers beter bestand zijn tegen corona In: Trimbos-instituut (25 mei)
Op sociale media komt steeds vaker de bewering voorbij dat roken de kans zou verkleinen dat je ziek wordt door corona. De claim is gebaseerd op een aantal onderzoeken waaruit zou blijken dat het aantal rokers dat opgenomen wordt in het ziekenhuis met covid-19 veel lager is dan je zou verwachten.
Dit artikel maakt brandhout van die onderzoeken. Als je deze studies in detail leest, ontdek je een hele waslijst aan methodologische fouten. Tot er betere data zijn, kan je er dus best van uitgaan dat covid-19 zich net zo gedraagt als andere luchtweginfecties: roken beschermt je niet, maar maakt de ziekte juist erger. We hebben statistieken over het aantal coronadoden, maar die zijn nooit honderd procent betrouwbaar In: FiveThirtyEight (20 mei)
We horen al maanden dagelijks hoeveel sterfgevallen er zijn door corona, in Nederland en daarbuiten. Wat we daarbij vaak ook horen, is dat het daadwerkelijke aantal waarschijnlijk hoger ligt omdat niet iedereen wordt getest. Ook is het niet altijd makkelijk vast te stellen waaraan iemand is overleden.
Dit artikel van FiveThirtyEight gaat over de Verenigde Staten, maar laat zien hoe lastig een ogenschijnlijk eenvoudig te kwantificeren verschijnsel is te meten. En waarom sommige mensen door de ‘statistische kieren’ vallen. Wat we wel en niet weten over ‘superverspreiders’ In: Science (19 mei)
Aan het begin van de coronapandemie had iedereen het over de ‘curve’ van patiënten die moest worden ‘platgeslagen’ door social distancing. Een maand geleden hoorde je steeds vaker over R: het getal dat vertelt hoeveel nieuwe infecties er gemiddeld bij komen via één besmette patiënt. Nu komt er steeds meer berichtgeving binnen over k, de verspreidingsfactor.
Als k laag is, betekent het dat het virus zich verspreidt vanuit een kleine groep mensen - oftewel ‘superverspreiders’. Voorbeelden zijn de ziekte-uitbraken in Amerikaanse kerkkoren en slachthuizen, Japanse concertzalen en Zuid-Koreaanse zumbaklassen. Een wetenschapper van de London School of Hygiene & Tropical Medicine schat dat 10 procent van de besmette personen 80 procent van alle nieuwe besmettingen veroorzaakt.
Dit artikel in Science geeft een interessante verklaring voor superverspreiding: de kans daarop zou toenemen in een gesloten omgeving waar mensen dicht op elkaar ademen en (luid) praten. Zo komen op een klein oppervlak relatief veel speekseldeeltjes in de lucht terecht, en wordt de kans groter dat het virus zijn weg naar gezonde omstanders vindt. Is een mondkapje zinnig? Het antwoord is minder eenduidig dan gehoopt In: Neurologica (12 mei)
Werken mondmaskers? Het lijkt een eenvoudige vraag, maar dat is het niet. Het hangt af van het type masker en de vraag of de drager al dan niet besmet is. En wat moet je meten? Alleen de verspreiding van virusdeeltjes in de lucht, of ook de kans dat die viruspartikels een besmetting veroorzaken?
In dit stuk bespreekt neuroloog Steve Novella de bestaande studies naar de effectiviteit van mondmaskers. Daaruit blijkt dat we veel nog niet weten, maar dat het in elk geval voor zorgverleners wel een goed idee is om een zogeheten N95-masker te dragen. Het dragen van een gewoon masker door het brede publiek heeft waarschijnlijk slechts een bescheiden effect – en dan alleen nog als het masker correct gedragen wordt. De conclusie van Novella: draag een masker op drukke plaatsen, maar gedraag je alsof je er geen op hebt. In een pandemie is alle informatie en uitwisseling welkom In: Boston Review (12 mei)
Van die mensen van wie je nog nooit had gehoord, maar die ineens je gids zijn geworden in deze onzekere tijden. Harvard-epidemioloog Marc Lipsitch is zo iemand. In dit essay vertelt hij begrijpelijk, en met de nodige nuance, over het vakgebied der epidemiologie.
Lipsitch vreest voor de overdreven scepsis van sommige wetenschappers, waarbij geen enkel bewijs ooit goed genoeg is. Hij noemt de ‘evidence-based’ school, die – even gechargeerd – alleen vertrouwt op gecontroleerde experimenten. Die houding is gevaarlijk, vindt Lipsitch, zeker in tijden van corona. Alle informatie is welkom als ze je helpt de huidige situatie te ontcijferen. Daarom moeten juist nu wetenschappers van alle specialismen samenwerken. Zo wordt de besmettingsgraad van het virus berekend In: De Correspondent (6 mei)
Om het verloop van de coronapandemie te meten, maken epidemiologen gebruik van het reproductiegetal – ook wel R genoemd. Dat cijfer laat zien hoeveel mensen een bestaande coronapatiënt gemiddeld besmet. Is R gelijk aan 2, dan verspreidt het virus zich exponentieel (1, 2, 4, 8, 16, 32, enzovoort). Als R=1, dan wordt de uitbraak niet groter en ook niet kleiner: elke bestaande patiënt besmet dan één ‘nieuwe’ patiënt.
Het doel van de Nederlandse coronamaatregelen is om R onder de 1 te krijgen, zodat de ziekte zich steeds minder goed verspreidt. De maatregelen richten zich op de drie de factoren waaruit R is opgebouwd: de kans dat iemand een ander besmet bij contact (die verklein je door afstand te houden en je handen te wassen), de hoeveelheid contacten die iemand heeft (die wordt bijvoorbeeld minder door thuis te werken) en de duur van besmettelijkheid (die wordt geminimaliseerd door ziektegevallen snel op te sporen en te isoleren). Onweerlegbare kennis van het coronavirus is voorlopig niet aan de orde In: The Atlantic (29 april)
Dit stuk van wetenschapsjournalist Ed Yong vat de complexiteit van de pandemie en de moeilijkheid die complexiteit te begrijpen geweldig goed samen. Het stuk bestaat eigenlijk uit acht aparte stukken: wat is het virus, wat is de ziekte, wat is wetenschap, waarom journalistiek minder stellig zou moeten zijn, het probleem van de vele informatie en desinformatie, waarom voorkomen nooit dezelfde erkenning krijgt als genezen, etc.
Die acht verhalen zouden los van elkaar geweldig leesvoer zijn, maar in een pandemie is het belangrijk alles in context te zien, legt Yong uit. ‘We houden van simpele verhalen, maar een pandemie biedt die [simpele verhalen] niet.’ En toch lukt het hem dit onderhoudend en begrijpelijk en simpel uit te leggen. Houd een slag om de arm als je coronacijfers van verschillende landen vergelijkt In: De Correspondent (6 april)
De afgelopen weken vreesde Nederland dat het wat betreft aantal coronadoden Italië achterna ging. Twee tabellen met min of meer gelijke aantallen werden naast elkaar gezet als ‘bewijs’. Daar ging een hoop fout: de begindata waren willekeurig gekozen en verschilden sterk van elkaar als je keek naar de eerste dode en de eerste honderd besmettingen in beide landen.
Coronadata uit verschillende landen kun je überhaupt niet zomaar met elkaar vergelijken. Zo heeft Italië een andere bevolkingsopbouw dan Nederland, met veel meer oudere mensen – die vatbaarder zijn voor corona. Ook greep de Italiaanse overheid later in dan Nederland met maatregelen om binnen te blijven.
Tot slot variëren de rekenmethodes per land. In Nederland is bijvoorbeeld relatief weinig getest op het virus, waardoor de hoeveelheid besmettingen altijd lager ligt dan het werkelijke aantal. Besmettings- en dodenaantallen lijken betrouwbare cijfers, maar bieden eigenlijk alleen schijnzekerheid. De betrouwbaarheid van coronacijfers hangt af van de hoeveelheid tests In: FiveThirtyEight (4 april)
Je hoort steeds over ‘bevestigde’ gevallen van corona. Dat bijvoeglijk naamwoord staat er niet voor niets, want het exacte aantal bevestigde gevallen is onduidelijk. Hoe dat komt? Niet iedereen wordt getest, omdat er in veel landen een tekort aan testen bestaat.
Het gevolg: de cijfers onderschatten de omvang van het probleem. In hoeverre, dat scheelt per land – het ene land test veel, het andere weinig, een derde bouwt het aantal tests steeds verder op, zoals Nederland. Datajournalist Nate Silver laat in dit artikel zien hoe de betrouwbaarheid van coronacijfers afhangt van de manier van testen.
Voor het fictieve land Covidia laat hij zien hoeveel de echte cijfers ernaast zitten en wat de gevolgen daarvan zijn voor die o zo belangrijke R, de besmettingsgraad. De belangrijkste les: data over coronagevallen zijn nutteloos zolang je niet weet hoeveel er wordt getest. En soms zijn de landen die goed uit de cijfers komen, in werkelijkheid slechter af. Zo simuleer je een epidemie met je computer In: 3Blue1Brown (27 maart)
Deze video van 3Blue1Brown laat het zogenaamde SIR-model zien, waarin de bevolking onderverdeeld is in drie groepen: Susceptible, Infected en Recovered. Vatbaar, geïnfecteerd en hersteld, dus.
Met dat eenvoudige model simuleert de maker allerlei scenario’s. Wat, bijvoorbeeld, als geïnfecteerde gevallen snel worden geïsoleerd? En wat als je aanneemt dat je er een paar over het hoofd ziet? Wat is het effect van social distancing? En van restricties op reizen?
Modellen zijn heel gevoelig voor verschillende aannames. Zoals de maker van de video zelf ook benadrukt: het model is te gesimplificeerd om beleid op te maken, maar het geeft je een goede inkijk in de hoofden van de modelleurs die op dit moment zo belangrijk zijn. Wetenschappelijke consensus over corona laat nog wel even op zich wachten In: New Statesman (23 maart)
Het wetenschappelijk onderzoek naar het coronavirus gaat razendsnel, en is vaak niet gecontroleerd door andere wetenschappers (‘peerreviewed’). Dat kan natuurlijk niet anders: er moet nu eenmaal actie ondernomen worden.
Maar de wetenschap die zich richt op covid-19 is nog niet zo ver als bijvoorbeeld de klimaatwetenschap, betogen twee wetenschapsfilosofen in dit artikel. We kunnen daarom niet verwachten dat elke studie direct ‘waar’ is: zo werkt de wetenschap niet. Het duurt nog wel even voordat er een wetenschappelijke consensus bestaat over het coronavirus.
Tot die tijd is het belangrijk om het onderzoek kritisch te blijven volgen en transparantie te verwachten over de modellen die de overheid gebruikt. Rekenmodellen zijn onmisbaar, maar geen voorspelling is perfect In: NRC Handelsblad (22 maart)
Het is onmogelijk te zeggen hoeveel mensen wereldwijd zijn besmet met het coronavirus, wat het sterftepercentage is en hoe besmettelijk het virus precies is. Dat komt doordat we cruciale gegevens niet hebben.
Het sterftepercentage bereken je bijvoorbeeld door het aantal doden door het aantal besmettingen te delen, maar we weten niet hoeveel mensen er besmet zijn met en hoeveel mensen er overlijden aan corona.
De besmettelijkheid bepalen epidemiologen door de R0 – in het Engels ‘R nought’ – te berekenen: het gemiddelde aantal mensen dat door één ziek persoon besmet raakt. Als R0 groter is dan 1, dan zal het virus zich waarschijnlijk blijven verspreiden. Is het kleiner dan 1, dan is het te verwachten dat de ziekte uitdooft. Maar in het geval van corona lopen de schattingen over de R0 uiteen.
En ook de verdubbelingstijd – hoe lang het duurt voordat het aantal bevestigde gevallen verdubbeld is – verschilt sterk per land, waardoor we niet goed weten hoe snel het coronavirus zich verspreidt.
Het coronavirus is uitgegroeid tot een pandemie met verstrekkende en langdurige gevolgen. Wij zien het als onze taak jou te helpen deze wereldwijde ontwikkeling te begrijpen door het nieuws op een weloverwogen, feitelijke en constructieve manier van context te voorzien. Daarom zijn we deze coronagids begonnen.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!