Hoe de macht op het wereldtoneel verschuift
Doordat landen verschillend omgaan met de coronacrisis zijn de machtsblokken in de wereld zich opnieuw aan het vormen. Vooral China lijkt te profiteren.
Waarom de Amerikaanse beslissing om uit de Wereldgezondheidsorganisatie te stappen zo onverstandig is In: Last Week Tonight (19 oktober)Als Donald Trump herkozen wordt als president, stappen de Verenigde Staten op 6 juli 2021 uit de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Trump heeft twee verklaringen voor dat besluit: de financiële bijdrage van de VS zou veel te groot zijn in verhouding tot andere aangesloten landen, en China zou een disproportioneel sterke invloed hebben binnen de WHO.
Talkshowhost John Oliver legt uit dat het de Amerikanen waren die in de jaren tachtig de basis legden voor de huidige budgetstructuur van de WHO. Slechts 17 procent van de begroting bestaat uit vaste contributies van lidstaten; 80 procent betreft bijdragen die door het schenkende land geoormerkt zijn, ofwel aan bepaald beleid moeten worden uitgegeven. Inderdaad investeert China fors minder geld (43 miljoen dollar) in de WHO dan de VS (446 miljoen), maar de Amerikanen besteden het leeuwendeel aan geoormerkte gelden.
En het klopt dat China relatief veel invloed heeft (zo blokkeert het land de aansluiting van Taiwan bij de WHO). Een Amerikaans vertrek betekent echter minder medische invloed op het wereldtoneel, die het land dan niet meer kan uitoefenen onder de vlag van een min of meer neutrale organisatie. Hoe media in het tijdperk-Trump beter verslag kunnen doen van de coronapandemie In: De Correspondent (7 oktober)
Nog nooit heeft de wereldwijde journalistiek zich zo eenduidig op één onderwerp gestort als nu met het coronavirus. Veel gaat goed, maar de media laten ook behoorlijk wat steken vallen. Zo doen journalisten en masse dubbel werk wanneer zij verslag doen van exact dezelfde nieuwsgebeurtenissen. Die beperkte mankracht kan beter worden gebruikt door samen te werken aan grotere verhalen die dieperliggende structuren belichten.
Die traditionele nieuwsblik veinst tegelijk dat je je als journalist voortdurend ‘verbaasd’ moet opstellen tegenover de aanpak door een overheid. Terwijl die aanpak vaak juist onderdeel is van een patroon. Daarom is het belangrijk om als verslaggever bij te houden hoe je over het virus hebt bericht - niet alleen waarover je eerder hebt geschreven, maar ook wie of wat je daarvoor hebt geraadpleegd, en wie/wat (nog) niet. Een op de 25 mensen woont in de VS – waar 25 procent van alle coronadoden viel In: The Atlantic (4 augustus)
Het coronavirus heeft de VS, het machtigste land ter wereld, overvallen en vernederd. Hoewel slechts 4 procent van de wereldbevolking Amerikaans is, viel een kwart van de bevestigde coronadoden in de Verenigde Staten. Hoe kon dit gebeuren in een land met tal van middelen en wetenschappelijke expertise?
Ed Yong sprak met honderd experts voor een episch artikel van achtduizend woorden, en kwam erachter dat bijna iedere fout in de VS voorspelbaar en te voorkomen was. In plaats van zijn land voor te bereiden op de pandemie sloot president Trump de grenzen – terwijl reisverboden geen effectieve manier zijn om een virus tegen te houden. Ook was er een tekort aan tests.
En de binnenomgevingen waar Amerikanen 87 procent van hun tijd doorbrengen groeiden uit tot ‘superverspreiders’. Overbevolkte gevangenissen en verpleeghuizen werden het hardst getroffen. In ziekenhuizen werd het virus geconfronteerd met een duur, maar onpraktisch zorgstelsel. Het is duidelijk dat social distancing heeft gewerkt, maar dat het werd belemmerd door Trumps onsamenhangende boodschappen. Hoe de macht tussen Europa, China en de VS verschuift In: openDemocracy (16 april)
Terwijl president Trump corona het ‘Chinese virus’ blijft noemen en zijn politieke entourage ‘herstelbetalingen’ eist van de Chinezen, voert China in Europa en Afrika een charmeoffensief uit met het verschepen van miljoenen mondkapjes en testkits. De twee laatstgenoemde continenten zitten ingeklemd tussen het Amerikaanse financiële systeem in het Westen en de Chinese tegenhanger in het Oosten, schrijft economiejournalist Laurie Macfarlane.
De Chinese economie lijkt de Amerikaanse in de 21ste eeuw definitief voorbij te streven. Bovendien heeft China een troef, want het land heeft één biljoen dollar aan Amerikaanse staatsobligaties in bezit. Het kan de Amerikaanse economie volledig in de war schoppen als China die in één keer verkoopt. Daar tegenover staat dat de dollar wat buitenlandse valuta betreft wereldwijd nog altijd de enige serieuze belegging vormt.
Macfarlane betoogt dat eurobonds – een methode om de schuldenlast over EU-landen te verspreiden in het coronatijdperk, en waar de Nederlandse minister van Financiën Wopke Hoekstra niets van wil weten – een van de weinige manieren is voor Europa om de euro als belangrijke munt op het wereldtoneel te behouden. Lukt dat niet, dan lijkt de EU overgeleverd aan alleswetende techbedrijven als Google, Apple en Amazon in het Westen en een immer surveillerende staat in het Oosten die meer en meer infrastructuur in het buitenland opkoopt. China heeft steeds meer te zeggen bij de Wereldgezondheidsorganisatie In: de Volkskrant (8 april)
Het is niet dat China nou zo veel geld aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geeft. Toch lijkt de WHO er alles aan te doen om het land tevreden te houden. Of het nu gaat om de Taiwan-kwestie (een WHO-medewerker wimpelde vragen over Taiwans coronarespons af met: ‘China’ is al besproken’), het controleren van Chinese overheidsinformatie over de virusuitbraak (dat deed de WHO niet, terwijl ze die macht formeel wel heeft) of het kritisch benaderen van de Chinese respons (de WHO-topman praatte de Chinese lijn volledig na): de WHO is duidelijk op Chinese hand.
De internationale gemeenschap wil al langer dat China meer verantwoordelijkheid neemt: het land is in VN-instituties vaak mondjesmaat aanwezig, zeker financieel, terwijl het wél een wereldmacht is. Experts waarschuwen dat de kritiekloze aanpak van de WHO juist diens eigen ondergang kan betekenen. Nu Trump zijn bijdrage aan de WHO ook heeft stopgezet en de VS als tegenhangende grootmacht uit de organisatie verdwijnt, is dit stuk uit de Volkskrant heel relevant. Als het gaat om corona, ‘wint’ China het duidelijk van de VS In: National Review (10 maart)
Het is al langer duidelijk dat China de strijd aangaat met het democratische Westen. En nu lijkt China als sterkste partij uit die ‘botsing der beschavingen’ te komen: het land weet het coronavirus vooralsnog veel beter in te dammen dan de Verenigde Staten. Welke scherven die botsing de wereld in gaat slingeren weten we nog niet. Maar dát de machtsverhoudingen veranderen is duidelijk.
Techbedrijven zien kansen om hun invloed uit te breiden
Om coronapatiënten en de mensen met wie zij in contact zijn gekomen te traceren, maken steeds meer landen gebruik van apps. Meestal besteden overheden de ontwikkeling daarvan uit aan technologiebedrijven, die maar wat graag meer macht veroveren in de politiek.
Hier en daar fungeert kunstmatige intelligentie als medisch assistent in de pandemie, maar de technologie is nog lang niet perfect In: De Correspondent (16 oktober)Nu medisch personeel structureel overuren draait om naast de reguliere zorg ook duizenden coronapatiënten bij te staan, wordt steeds meer nagedacht over de toepassing van kunstmatige intelligentie in het ziekenhuis. In het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven hebben artsen bijvoorbeeld een systeem ontworpen dat in bloed zogeheten biomarkers kan opsporen die duiden op SARS-CoV-2.
Die diagnoses die dit programma maakt zijn ongeveer even betrouwbaar als de standaard PCR-tests. Toch is nog steeds veel mensenwerk nodig: de data om het model te bouwen moesten handmatig worden opgeschoond, en de AI is niet zomaar toepasbaar in andere ziekenhuizen.
Ook in het Amsterdamse UMC wordt kunstmatige intelligentie ingezet om patronen te ontdekken. Maar de 30.000 datapunten die ziekenhuizen iedere dag kunnen aanleveren om een behandelprogramma door de technologie te laten opstellen, verschillen qua verzamelmethodes sterk van elkaar. Hier geldt wederom: kunstmatige intelligentie is nog nergens zonder bijkomstige menselijke specialisatie. Wereldwijd zijn meer dan honderd corona-apps in omloop. Nergens zijn ze een onverdeeld succes In: De Correspondent (14 oktober)
Sinds half oktober heeft Nederland met de CoronaMelder ook een opsporingsapp om het coronavirus in te dammen, als een van de laatste Europese landen. Wereldwijd zijn sinds maart zeker 108 apps de revue gepasseerd, maar in geen enkel land heeft een app het verschil gemaakt.
Het eerste probleem is dat te weinig mensen de apps gebruiken om besmettingen door te geven of in de gaten te houden. Zelfs in Ierland, waar bijna de helft van de bevolking het programma op haar telefoon heeft staan, wordt de app onvoldoende benut. Probleem twee is dat in meerdere landen - Spanje, bijvoorbeeld - regionale apps rondgaan, wat een landelijke aanpak extra bemoeilijkt.
Het derde punt is dat overheden vanwege strenge privacymaatregelen nauwelijks gegevens van appgebruikers kunnen inzien. Zij moeten zelf besmettingen doorgeven en zelf het initiatief nemen om zich aan een oproep tot zelfisolatie te houden zodra zij in de buurt van een besmet persoon zijn geweest. De coronacrisis zet privacywaakhonden op scherp, maar hoe machtig zijn ze? In: De Correspondent (1 oktober)
Tientallen overheden trachten het coronavirus te monitoren met behulp van apps en de verzameling van gevoelige persoonsgegevens. De methodes daarvoor, en hoe ver die reiken, worden in de gaten gehouden door de nationale privacywaakhond van een land. Dat klinkt als een goed voorbeeld van ‘checks and balances’, maar vaak valt dat tegen.
Veel privacywaakhonden worden bijvoorbeeld gekort op hun begroting, ook in Nederland. Binnen Europa verschillen landen in hun technologische aanpak van het coronavirus - in Spanje weegt de privacy van werknemers als het aankomt op hun gezondheid minder zwaar dan in bijvoorbeeld Luxemburg. Tot slot merken toezichthouders dat de meeste waakhonden simpelweg niet voorbereid waren op zoiets grootschaligs als het monitoren van de overheidsaanpak in een pandemie. Waarom sommige landen zich verzetten tegen coronatechnologie van overheidswege, en andere niet In: De Correspondent (17 september)
Of een bevolking wel of niet in verzet komt tegen strenge (technologische) coronamaatregelen die door een overheid worden opgelegd, verschilt per land.
In de Russische hoofdstad Moskou, bijvoorbeeld, bestond er weinig verzet onder bewoners toen burgemeester Sergey Sobyanin de afgelopen jaren een innovatief systeem van beveiligingcamera’s en gezichtherkenningssystemen in de metropool introduceerde. Maar toen het coronavirus oversloeg naar Moskou, bleek het technologische netwerk totaal niet opgewassen tegen alle inwoners die de lockdownregels aan hun laars lapten.
Ook in Zuid-Korea kwamen burgers niet in opstand tegen strikte overheidsregels. De drastische maatregelen van het land lijken een direct gevolg van de ondermaatse, afwachtende aanpak tijdens de uitbraak van het MERS-virus in 2015. Uit peilingen blijkt zelfs dat de meerderheid van de Zuid-Koreanen vóór procedures zijn tegen nalatige landgenoten die het virus verspreiden of niet meewerken aan epidemiologisch onderzoek.
In Frankrijk stond wél een solide groep tegenstanders op toen de eerste coronamaatregelen werden uitgerold. Mensenrechtenactivisten spraken zich uit tegen het gebruik van drones door de politie om de publieke ruimte in de gaten te houden. En burgergroepen die digitale vrijheden willen beschermen, zijn zeer kritisch op onder meer de corona-tracking-app van de Franse overheid. Het is maar de vraag of overheden wereldwijd hun surveillancemaatregelen terugschroeven na de pandemie In: De Correspondent (3 september)
Met het oog op de pandemie zijn tal van overheden op grote schaal gevoelige persoonsgegevens over burgers gaan verzamelen. De grote vraag is of zij daar verantwoordelijk mee omgaan. Journalisten en activisten over de hele wereld houden streng in de gaten of de surveillancemaatregelen van overheden niet in stand gehouden worden zodra de virusuitbraak is uitgedoofd.
In Tunesië doet de huidige surveillance door de overheid veel mensen denken aan het streng monitorende staatsapparaat ten tijde van de Arabische Lente. In Peru vrezen onderzoekers dat corruptie en weinig digitale vaardigheden onder burgers het relatief makkelijk maken om de ingevoerde surveillancemaatregelen niet in te trekken. En in India lijkt documentatie uit verschillende rechtszaken erop te wijzen dat de overheid meer profijt wil halen uit een contract-tracing-app dan alleen de gezondheid van haar burgers. In ieder land hebben regering en bevolking hun eigen kijk op persoonsgegevens In: De Correspondent (12 augustus)
Bijna overal ter wereld denken overheden na over intensief gebruik van gevoelige data om de coronapandemie een halt toe te roepen - of zijn daar al mee bezig. Iedere overheid - en iedere bevolking op haar beurt - heeft een andere relatie met persoonsgegevens.
Zo is het vertrouwen in de corona-apps van Apple en Google in Japan groot, in tegenstelling tot toepassingen vanuit de overheid. Een mogelijke verklaring voor dit wantrouwen voor politici en ambtenaren is de grote hoeveelheid propaganda tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In Brazilië verzamelt de gouverneur van de deelstaat São Paulo locatiegegevens van alle burgers in zijn staat met een smartphone. Hij krijgt daarbij hulp van telecombedrijven. Er bestaat echter weinig publieke weerstand, behalve van een advocaat die zich beroepsmatig in zijn privacy geschonden voelde.
En in Zuid-Afrika is de voornaamste vraag hoe effectief een corona-app kan zijn, aangezien grofweg de helft van de bevolking geen toegang tot een smartphone of het internet heeft. De overheid dacht aan een papieren QR-code als alternatief, maar om die uit te printen heb je alsnog internet nodig. De ontwikkelaar van de nationale corona-app genaamd Covi-ID stelt bovendien dat ze geen enkele medewerking krijgt van het Zuid-Afrikaanse ministerie van Volksgezondheid. De samenwerking tussen telecombedrijven en overheden wordt nóg hechter door corona In: De Correspondent (5 augustus)
In de discussie rondom overheden die personen traceren met het coronavirus of mensen monitoren die met een patiënt in contact zijn gekomen, wordt vooral gekeken naar techbedrijven als Apple en Google. Terwijl: telecombedrijven beschikken net zo goed over privacygevoelige data van burgers, zoals hun locatie, contacten en zoekgeschiedenis.
Veel telecombedrijven wereldwijd werken al jaren nauw samen met overheden. Ambtenaren dienen regelmatig verzoeken in om gevoelige data van burgers te verkrijgen - bijvoorbeeld voor strafzaken. Daarover bestaat nauwelijks een maatschappelijk debat, terwijl veel aspecten van die uitwisseling in nevelen zijn gehuld.
Dezelfde hechte communicatie tussen telecombedrijven en overheden vindt nu plaats met een beroep op de volksgezondheid, wat voor veel burgers heel redelijk in de oren zal klinken. Maar het blijft belangrijk om ook daar kritische vragen over te blijven stellen. Ook overheden begrijpen nu: contact-tracing-apps zijn niet de oplossing om het coronavirus een halt toe te roepen In: De Correspondent (1 juni)
Twee maanden geleden dachten vrijwel alle overheden ter wereld na over apps waarmee coronapatiënten en mogelijke nieuwe besmettingen kunnen worden opgespoord. Inmiddels is het enthousiasme flink bekoeld. Steeds meer landen beschouwen die apps hooguit als hulpmiddel naast ouderwets rondbellen en contactlijsten opstellen.
Toch zijn nog steeds zo’n tachtig corona-apps in ontwikkeling. Er kleven allerlei risico’s en problemen aan een opsporingsapp. Zo heeft die alleen nut als een aanzienlijk deel van een bevolking hem installeert én gebruikt op haar telefoon. Maar als de overheid dit afdwingt, komt dat neer op een enorme privacy-inbreuk. Daarbij beschikt niet iedereen over een smartphone.
Een ander probleem is de onderliggende technologie: de meeste apps gebruiken bluetooth, GPS of QR-codes, of een combinatie daarvan. Al die methodes hebben duidelijke voor- en nadelen. Met deze technologie willen landen de virusuitbraak (en vrijheid) beperken In: De Correspondent (30 april)
Tientallen landen werken met vergaande maatregelen om mensen die besmet zijn met het coronavirus op te sporen, de verspreiding van de ziekte in kaart te brengen, of om mensen te verzoeken dan wel dwingen om binnen te blijven.
In Argentinië en Singapore worden bijvoorbeeld apps ingezet om te zien met wie een besmet persoon in contact is geweest. In Polen en India bestaan apps die gebruikers dwingen om foto’s van zichzelf te maken om te bewijzen dat zij thuisblijven. In Bosnië en Paraguay worden mensen die zich niet aan de regels houden aan de schandpaal genageld op internet. En in China en de VS worden mensen met koortsverschijnselen gemonitord met infraroodcamera’s.
De inbreuk op de privacy van miljoenen burgers is bij deze maatregelen niet eens het grootste probleem. Discriminatie van bepaalde bevolkingsgroepen is een reëel gevaar. Daarnaast kunnen mensen de dupe worden van slecht werkende technologie – wanneer zij in quarantaine moeten door verkeerde GPS-data van een coronapatiënt bijvoorbeeld. Ook is ‘function creep’ een reëel gevaar: de inzet van technologieën voor andere doeleinden dan waar ze oorspronkelijk voor werden ontwikkeld. Dat Big Tech een pandemie moet oplossen is het politieke probleem van deze tijd In: De Correspondent (20 april)
De grote techbedrijven staan te popelen om hun digitale hulpmiddelen in te zetten tegen de corona-pandemie. Dat is gevaarlijk – niet zozeer vanwege de privacy, maar omdat dit ondemocratische gereedschap straks dreigt te worden ingezet voor álle problemen van de mensheid. Dit digitale ‘solutionisme’ vernauwt onze horizon – net nu we onze verbeeldingskracht en nieuwe vormen van sociale organisatie zo hard nodig hebben.
Hoe het virus de kloof tussen arm en rijk blootlegt
Inkomensverschillen tussen landen zijn gigantisch – en daarmee verschillen ook de mogelijkheden om het virus te bestrijden.
In arme landen kunnen maatregelen gevaarlijker zijn dan het virus zelf In: De Correspondent (8 april)Afrikaanse landen nemen de internationale coronamaatregelen van de Wereldgezondheidsorganisatie blindelings over. Maar een maatregel als social distancing is onmogelijk na te leven in landen waar bijna iedereen werkt als dagloner en waar het leven zich grotendeels buiten afspeelt.
De kans is groot dat de maatregelen die Afrikaanse overheden nemen om het coronavirus in te dammen, meer doden zullen eisen dan het virus zelf. Door de lockdowns kunnen talloze mensen nauwelijks aan drinkwater komen, zullen miljoenen kinderen ondervoed raken, en bestaat er minder aandacht voor andere, veel meer voorkomende ziekten als hiv en malaria. Een pandemie vergroot klassenverschillen In: Global Policy Journal (20 maart)
Economisch gezien bestaat het coronavirus uit twee pandemieën, betoogt de Braziliaanse onderzoeker Rodrigo Fracalossi de Moraes: een in de rijke, veelal westerse landen, en een in het relatief arme Zuiden (het grootste deel van Zuid-Amerika, Afrika en Azië). Voor de honderden miljoenen mensen in die regio’s, die in meerderheid zwart werk doen, is thuisblijven geen optie. En als zij thuisblijven is dat levensgevaarlijk: gemiddeld wonen arme mensen met veel mensen op een klein oppervlak. Dat maakt de kans op infectie erg groot.
Maar arme landen profiteren tijdens deze pandemie ook van rijke landen. Door de ontwikkeling van een vaccin, uitwisseling van medische kennis, en leerzame ervaringen met quarantaines en social distancing te delen. Daar staan dan wel weer een alarmistisch gebrek aan sanitaire voorzieningen, betrouwbare informatie, functionerende gezondheidszorg en afleiding door kunst en cultuur tegenover. Het is niet moeilijk te raden welke pandemie uiteindelijk meer slachtoffers zal maken, schrijft De Moraes.
Hoe landen omgaan met deze crisis en welke lessen we daaruit kunnen trekken
De ene wereldleider gebruikt de pandemie om meer macht naar zich toe te trekken, de ander om kwetsbare groepen meer rechten te geven. Van landen over de hele wereld kunnen we lessen leren in deze crisis – positief én negatief.
IJsland: Het land met een van de hoogste besmettingsgraden per hoofd van de bevolking was er extreem vroeg bij In: The New Yorker (1 juni)Terwijl Nederland zich nog opmaakte voor carnaval en wintersport, hield IJsland al crisisberaad over het coronavirus. De hoogste IJslandse ambtenaar voor noodtoestanden, de belangrijkste epidemioloog en de voornaamste gezondheidsdirecteur gaven maandenlang dagelijkse briefings over de verspreiding van het virus. Politici deden een stap opzij zodat de wetenschappers het voortouw konden nemen.
IJsland is een van de weinige Europese landen die inmiddels coronavrij zijn. Het land telde 1.800 besmettingen en tien doden – dat is niet veel, maar wel voor een bevolking van 365.000 mensen. De IJslanders hebben geen lockdown gekend, maar geïnfecteerde mensen werden frequent gebeld door de gezondheidsdiensten om hun situatie te monitoren.
Wat ook van pas kwam: de overheid kon gebruikmaken van de genetische databank deCODE. Normaal gesproken is die bedoeld voor IJslanders die willen weten of ze familie van elkaar zijn, maar nu werkten wetenschappers aan het in kaart brengen van de DNA-sequenties van het virus en het nalopen van coronatests. Vietnam: Nul geregistreerde doden, maar tegen de prijs van keiharde maatregelen In: OneZero (29 mei)
Vietnam is tot nu toe zeer succesvol gebleken in het indammen van het coronavirus, met enkele honderden besmettingen en, voor zover bekend, nul doden. De manier waarop dit succes is bereikt, is echter niet zachtzinnig geweest. Door een combinatie van censuur, vroegtijdig optreden, grootschalig gebruik van persoonlijke data, zeer uitgebreide publieksvoorlichting en een leger aan hulpverleners werd ieder ziektegeval vroeg opgespoord en geïsoleerd. Duitsland: Een plots bekende viroloog moet zich dagelijks verweren tegen sensationele media In: Der Spiegel (26 mei)
Christian Drosten is viroloog in het Berlijnse universitair medisch centrum. Zijn podcasts over het coronavirus sinds eind februari zijn een grote hit in Duitsland. Daarmee is hij ook een mikpunt voor media, met voorop Bild, de grootste krant van het land.
Net als veel wetenschappers onderzoekt en publiceert Drosten zich de afgelopen weken suf. Publicaties krijgen snelle feedback van andere wetenschappers. Dit wetenschappelijk proces wordt nu ook gevolgd door niet-wetenschappelijke media. Relatief bescheiden academische meningsverschillen tussen wetenschappers worden door media als Bild uitvergroot tot grote conflicten, en meningen die worden bijgesteld – zoals Drosten deed – worden gezien als tekenen van bedrog. Nederland: Op EU-niveau moet Mark Rutte politieke besluiten nemen zonder rugdekking van het RIVM In: De Correspondent (20 mei)
Het dieptepunt van de coronacrisis in Nederland lijkt voorbij. Premier Mark Rutte kon op relatief veel steun rekenen voor de maatregelen die zijn kabinet de afgelopen twee maanden afkondigde. De ingrepen kon Rutte uitleggen door ze te depolitiseren – hij fungeerde min of meer als spreekbuis van het Outbreak Management Team van het RIVM.
Nu wacht de volgende stap voor Rutte: de crisis in de Europese Unie helpen bezweren, met name op financieel vlak. Sinds het Verenigd Koninkrijk uit de EU is gestapt, gedraagt Nederland zich regelmatig als dwarsligger als het gaat om steunmaatregelen voor Zuid-Europese lidstaten. Het verschil met het binnenlandse beleid van Rutte is dat hij zich in Europa niet kan verschuilen achter deskundigen, maar dat al zijn woorden en keuzes politiek – en dus subjectief – worden opgevat. Afrika: Waarom het coronavirus zo weinig voet aan de grond krijgt op dit continent In: The New Yorker (15 mei)
In Afrika zijn tot nu toe relatief weinig coronabesmettingen gemeld. Daar zijn een heleboel verklaringen voor, maar de belangrijkste lijkt dat Afrikaanse landen het gewoon goed aanpakken. Het is echter nog te vroeg om te juichen, waarschuwen de artsen in dit artikel. Het kan in Afrika, net als in Europa, nog altijd veel erger worden. Maar het is interessant om te lezen hoe een continent met veel minder middelen tot zijn beschikking, het misschien wel veel beter heeft gedaan dan wij.
Misschien zit het hem in de ervaring die Afrikaanse landen hebben met eerdere virusuitbraken, zoals ebola. Daardoor wisten hulpverleners min of meer wat hen te doen stond. Daarnaast zijn de temperaturen op het werelddeel vaak hoog (daar kan het coronavirus niet goed tegen), is de bevolking relatief jong (dus over het algemeen minder kwetsbaar), en grepen overheden soms keihard in – zij het soms te hard. We hebben nog geen idee welk land de slechtste pandemie-aanpak hanteerde. Maar de VS valt waarschijnlijk in dat rijtje In: Financial Times (14 mei)
Journalist Edward Luce zette de discutabele Amerikaanse aanpak van het coronavirus op een rij voor de Financial Times. Ten eerste schafte de regering-Trump het departement af dat virusuitbraken moest bestrijden; ten tweede zette ze een Trump-loyalist aan het hoofd van het CDC, het Amerikaanse RIVM (het CDC wilde de Duits-Nederlandse test niet afnemen, stond erop zelf een test te ontwikkelen, en faalde). Ten derde vertrouwde Trump blind op zijn familie, zoals schoonzoon Jared Kushner, die het belang van testen niet wilde openbaren, omdat de aandelenbeurzen dan zouden crashen.
Dan zijn er nog Trumps ogenschijnlijk kinderlijke geloof in spectaculair simpele oplossingen voor een inherent complex probleem, zijn binnen enkele dagen volstrekt tegenstrijdige adviezen, en het bevriezen van de Amerikaanse contributie aan de (toegegeven: imperfecte) WHO.
Natuurlijk: ook de VS werden verrast door het virus; ook een competente president zou zijn overrompeld. Maar als het stof straks is neergedaald, en een onafhankelijke commissie het regeringsbeleid onderzoekt, dan lijkt het op basis van dit stuk waarschijnlijk dat de VS tot de slechtst reagerende landen behoort. Zweden: Waardoor dit Scandinavische land de pandemie heel anders kan bestrijden In: Behavioural Public Policy (23 april)
Veel landen verbieden burgers om langer dan strikt noodzakelijk buiten te zijn. Zweden doet dat niet. Hoe dat kan? Het Scandinavische land mag de bewegingsvrijheid van haar burgers volgens de grondwet niet landelijk inperken. Als een van de weinige landen kán Zweden de noodtoestand in vredestijd niet uitroepen.
Wat de rest van de wereld ook opmerkelijk vindt, is dat niet politici, maar wetenschappers het Zweedse coronabeleid maken en aankondigen. Op de ministeries in Zweden werken weinig politiek gekleurde bestuurders en juist veel mensen met inhoudelijke kennis.
Tot slot hanteert Zweden een uitzonderlijk gebrek aan verboden. De wetenschappers aan het roer zijn ervan overtuigd dat mensen dwingen om lange tijd binnen te blijven onvoldoende effectief is in dit stadium van de pandemie. Liever houden ze het bij aanbevelingen. En hoewel veel cafés en winkels in het land nog open zijn, is de publieke ruimte wel degelijk grotendeels leeggestroomd. India: Het virus kan ook gemeenschappen afbreken In: De Correspondent (8 april)
De community, de gemeenschap, is het kloppend hart van India. In een land met 1,3 miljard inwoners is het buurtje waar iedereen elkaar kent – en iedereen dicht op elkaar zit – wat het land bij elkaar houdt.
Maar door de coronamaatregelen worden mensen gedwongen afstand te houden – gedwongen de gemeenschap op te breken. In India zien we dat social distancing niet alleen economische kosten heeft, maar ook sociale. Want in een land waar het opeisen van persoonlijke ruimte cultureel taboe is, breken de maatregelen datgene af wat het land bij elkaar houdt. Finland: Hamsteren is zo gek nog niet In: The New York Times (5 april)
Wie wat bewaart, die heeft wat. Terwijl de rest van de wereld – soms letterlijk – vecht om mondkapjes, beademingsapparatuur en latex handschoenen, zit Finland er warmpjes bij.
Waar andere landen na de Koude Oorlog hun noodrantsoenen ontmantelden, zijn de Finnen zich blijven voorbereiden op het ergste. Hoeveel voorraden ze precies hebben is staatsgeheim, maar zeker is dat de Finnen op een berg medische voorraden, olie, landbouwwerktuigen en materiaal voor munitie zitten. En die voorraden komen nu, voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog, goed van pas. Zuid-Afrika: Nepnieuws verbieden is niet de oplossing om corona-onzin in de kiem te smoren In: Undark (3 april)
Nepnieuws over het coronavirus verspreidt zich snel en heeft schadelijke gevolgen. In Zuid-Afrika ging bijvoorbeeld het verhaal rond dat Afrikaans bloed en zwarte huid besmetting voorkomt – wat absoluut niet waar is. De Zuid-Afrikaanse regering ondernam actie en de verspreiding van desinformatie is nu een misdrijf.
Het is onduidelijk hoe de regering in Zuid-Afrika foutieve informatie die opzettelijk gedeeld is gaat scheiden van fouten die per ongeluk worden gemaakt. Ook weten we niet of de overheid de wet zal gebruiken om media die kritisch zijn over het regeringsbeleid de mond te snoeren. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd.
Wat we wel weten, is dat Zuid-Afrika sinds de hiv-pandemie beseft hoe belangrijk betrouwbare en tijdige informatie is. Van Frankrijk en Duitsland tot Kroatië en Turkije: de ‘oorlog tegen ziektes’ wordt al 700 jaar gevochten In: Boston Review (3 april)
Al zevenhonderd jaar leiden pandemieën tot veiligheidsmaatregelen die verder alleen voorkomen in oorlogstijd. In de veertiende eeuw moesten diplomaten en handelaren in Venetië en Florence medische paspoorten laten zien om langs controleposten te komen. In de negentiende eeuw stuurden Europese regeringen gezondheidsinspecteurs naar Egypte en Turkije om schepen te controleren op ziektes.
In Duitsland werd de liberale stad Hamburg anderhalve eeuw geleden ingelijfd door de centrale overheid, nadat daar een cholera-uitbraak werd geconstateerd. En in 2014 zette president Obama de befaamde 101st Airborne Division in om ebola te bestrijden in Afrika.
Het is logisch dat landen het virus militaristisch benaderen, schrijft onderzoeker Alex de Waal in dit essay voor de Boston Review. Een snelle, efficiënte respons is onmisbaar tegen een ziekte die zich exponentieel verspreidt. Maar minstens zo belangrijk is het om de bevolking te betrekken bij het indammen van een pandemie, in plaats van hen af te schilderen als achterlijk (zoals de Britse kolonisten deden in India rond 1900), ongeletterd (waaronder in het zeventiende-eeuwse Londen) of irrelevant (zie de Amerikaanse aidsepidemie in de jaren tachtig). Portugal: Je kunt ook humaan met migranten omgaan In: Jacobin (2 april)
Wie leest over het lot van migranten in deze pandemie, wordt niet vrolijk. Of het nu berichten zijn over overvolle kampen op het Griekse eiland Lesbos, waar mensen zonder enige voorzorg tegen verspreiding worden opgehokt, over uitgeprocedeerde asielzoekers in Italië die nu kwetsbaarder dan ooit op straat leven, of over vluchtelingenkampen in Noord-Nigeria waar afstand houden en regelmatig handen wassen praktisch onmogelijk is.
Lichtpuntje in deze berichtenstroom is Portugal. Het land kondigde aan dat asielzoekers tijdens de coronacrisis als staatsburgers zullen worden behandeld – ze krijgen toegang tot gezondheidszorg, bijstand, bankrekeningen, werk en huurcontracten. Een prachtig voorbeeld van hoe een crisis ook het beste in mensen naar boven kan halen. Hongarije: De crisis kan gebruikt worden om de democratie volledig uit te kleden In: NPR (2 april)
De Hongaarse premier Viktor Orbán gebruikt de coronacrisis om in hoog tempo zijn autoritaire macht uit te breiden. Op 30 maart nam Hongarije een wet aan waarmee Orbán eigenhandig de noodtoestand kan blijven verlengen, zonder goedkeuring van het parlement. De wet stelt bovendien de verkiezingen tot nader orde uit.
Wie de wet bekritiseert, wordt weggezet als een corona-ontkenner, of ervan beschuldigd het virus niet serieus te nemen. En Orbán is niet de enige regeringsleider die de crisis gebruikt om macht naar zich toe te trekken. Ook in de Filipijnen, Israël, Turkmenistan en Singapore perken leiders de democratische controle op hun macht in. Nigeria: Afstand houden is een luxe In: De Correspondent (31 maart)
Social distancing is een van de effectiefste manieren om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, maar het advies om afstand te houden is gemaakt voor gebieden waar mensen zich makkelijk kunnen afzonderen. In de Nigeriaanse stad Lagos – de grootste stad van Afrika – is dit geen optie. Er is niet genoeg ruimte, en arme mensen kunnen het zich niet veroorloven om ook maar één dag niet te werken.
Bovendien: voor de mensen die elke dag met moeite hun hoofd boven water houden, is het coronavirus maar een van hun vele problemen. Wat Afrika nodig heeft in de strijd tegen deze pandemie is een Afrikaanse oplossing – voor een mondiaal probleem. Verenigde Staten: Het is levensgevaarlijk als coronamaatregelen gepolitiseerd worden In: The Atlantic (30 maart)
Heel even was social distancing in Amerika een van die zeldzame dingen die niet gepolariseerd waren langs partijlijnen. Maar dat lijkt, dankzij de inconsequente speeches van Trump over de ernst van de pandemie en zorgen over de economie, nu verleden tijd.
Afstand houden en zelf-quarantaine zijn in de VS nu een politieke daad. Republikeinen zijn veel minder bezorgd over het virus dan Democraten – 23 van de 25 Amerikaanse staten waar mensen hun reisgedrag het minst hebben ingeperkt waren ‘rood’ in de laatste verkiezingen.
Deskundigen zijn bijna unaniem van mening dat afstand houden essentieel is om de verspreiding van het virus in te dammen. Het politiseren van de maatregel is dus levensgevaarlijk. Italië: Als politicus moet je je ‘confirmation bias’ leren herkennen In: Harvard Business Review (27 maart)
Geen Europees land is harder getroffen door het coronavirus dan Italië. Misschien wel de meest interessante les die het land ons leert, is dat ook politici een confirmation bias hebben: mensen grijpen het liefst informatie aan die hun bestaande overtuigingen bevestigt. In het geval van een zeer zeldzame wereldwijde pandemie is die overtuiging lange tijd geweest: het zal zo’n vaart wel niet lopen. Terwijl snelle actie juist cruciaal was. Zuid-Korea: Wantrouwen jegens politici als medicijn tegen corona In: Stuk Rood Vlees (20 maart)
Zuid-Korea pakt de coronacrisis anders aan dan andere landen, en doet dat met succes: het aantal besmettingen loopt er terug. Hoe dat lukt? Een populaire theorie: het komt door de Koreaanse cultuur, want Koreanen zijn volgzaam en denken vanuit het collectief.
Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies, stoort zich aan die verklaring. Op het oog zijn Zuid-Koreanen misschien collectivistisch, maar daaronder schuilt heftig individualisme. Hij geeft een andere verklaring voor het Zuid-Koreaanse succes: het gebrek aan vertrouwen van de Koreaanse bevolking in haar politici is extreem hoog. Het vertrouwen daarentegen in medici en andere wetenschappelijke experts als groep is veel hoger. China: De crisis kan ook juist de roep om transparantie aanwakkeren In: Global Voices (14 februari)
Een crisis kan systemen omverwerpen, sociale bewegingen op gang brengen, mensen verenigen tegen machthebbers. De kernramp in Tsjernobyl in 1986 wordt gezien als een belangrijk omslagpunt voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991.
In China wordt ‘Tsjernobyl’ nu als codewoord gebruikt voor het coronavirus, om kritiek te uiten op de aanpak van de Chinese regering. Via het codewoord roepen Chinese bloggers op tot meer transparantie in hun land, terwijl ze doen alsof ze een recente serie over de kernramp bespreken. Het idee: wellicht zorgt het virus, net als de ontplofte kerncentrale in de Sovjet-Unie, uiteindelijk voor het ineenstorten van het regime in hun eigen land.
Het coronavirus is uitgegroeid tot een pandemie met verstrekkende en langdurige gevolgen. Wij zien het als onze taak jou te helpen deze wereldwijde ontwikkeling te begrijpen door het nieuws op een weloverwogen, feitelijke en constructieve manier van context te voorzien. Daarom zijn we deze coronagids begonnen.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!