Niets is zeker. Behalve dat ik vanaf nu correspondent Onzekerheid ben
Van klimaat tot carriere, van geopolitiek tot de liefde – de wereld zit vol onzekerheden. En daar kunnen we maar wat slecht tegen. Daarom ga ik me verdiepen in de donkere materie in ons leven: onzekerheid.
Vanaf vandaag ben ik jullie correspondent Onzekerheid. Want, vergeef me mijn stelligheid, onzekerheid is een van de belangrijkste thema’s van onze tijd. Wat zeg ik: van de mensheid!
Al hoort onzekerheid bij het leven, zowel individuen als overheden en bedrijven kunnen er maar slecht mee omgaan. Complottheorieën moeten verklaringen bieden voor een onzekere realiteit, surveillancetechnologieën moeten de onberekenbare burger in het gareel houden, en full-bodyscans en andere medische testen moeten voorkomen dat we op een dag verrast worden door het lot.
Het is niet verrassend dat het maar zelden gaat over onzekerheid: je wordt niet uitgenodigd aan talkshowtafels met de boodschap ‘ik weet het niet’, op sociale media gaan nuances zelden viral en op de voorpagina van de krant staat vooral wat we wél weten. Het is als de kosmos: je focust op wat je kunt zien, maar er is veel meer donkere materie die je niet kunt waarnemen.
Ik wil meer begrijpen van de donkere materie in ons leven: onzekerheid. Niet alleen omdat ik er zelf beter mee wil leren omgaan, maar omdat ik beter wil begrijpen hoe anderen dat doen en wat voor gevolgen dat heeft voor hoe we samenleven.
Van correspondent Ontcijferen naar Onzekerheid
Alweer meer dan zeven jaar geleden rolde ik als kersvers gepromoveerd econometrist de redactie van De Correspondent binnen. Na een paar artikelen als freelancer en een paar maanden als onderzoeksassistent werd ik in september 2015 correspondent Ontcijferen. Mijn missie indertijd: ‘Ik wil – samen met jullie – cijfers weer op hun plek zetten. Niet op een voetstuk. Niet bij het vuilnis. Maar waar ze horen: naast de woorden.’
In de jaren daarna schreef ik over slechte peilingen, het verwarren van correlatie met causaliteit, misleidende grafieken. Ik verdiepte me in John Snow (nee, niet die uit Game of Thrones) en andere mensen die de wereld verbeteren met cijfers; maar ook in tabaksmagnaten en andere flapdrollen die juist het tegenovergestelde deden. In 2018 publiceerde ik Het bestverkochte boek ooit (met deze titel) – Hoe cijfers ons leiden, verleiden en misleiden.
Om maar te zeggen: ik ben flink aan het ontcijferen geslagen. Maar langzaamaan doemde een ander thema op. Want, zag ik steeds scherper, we zetten die cijfers op een voetstuk met een reden: omdat ze houvast geven. En al kunnen cijfers je helpen om patronen te ontdekken die je anders waren ontgaan, ze kunnen ook veel niet. Niet alles is meetbaar, de realiteit is veranderlijk en cijfers zijn ook nog eens mensenwerk, waardoor ze nooit objectief kunnen zijn.
De pandemie denderde over de wereld heen en ineens was onzekerheid overal
Daarom schreef ik ook tegen het eind van mijn boek: ‘Accepteer onzekerheid.’ Ik besteedde er twee pagina’s aandacht aan en – joe! – dat was het. Pas later realiseerde ik me wat voor halfbakken advies ik had gegeven. Mijn moeder was ongeneeslijk ziek, toen al, en ik kon zelf maar slecht omgaan met de onzekerheid.
Ik schoot in de controlemodus: als ik maar genoeg regelde en mijn moeder vaak genoeg appte was alles in orde. Of ik was angstig voor een spannende afspraak met de oncoloog, stelde me de ergste scenario’s voor. En soms stak ik mijn kop in het zand, focuste ik me op alle leuke dingen die mijn moeder en ik samen deden om de donderwolk te vergeten die ons boven het hoofd hing.
Toen denderde ook nog eens de pandemie over de wereld heen en ineens was onzekerheid overal. Premier Mark Rutte stelde dat hij 100 procent van de beslissingen met 50 procent van de kennis moest nemen,* en RIVM-voorman Jaap van Dissel had het over een ‘kristallen bol’.* Tegelijkertijd staken complottheorieën de kop op, hoorde je stellige claims over het virus aan talkshowtafels en boden wankele statistische modellen schijnzekerheid.
Ik was niet de enige die onzekerheid lastig vond, dat was me intussen wel duidelijk. Onzekerheid accepteren was interessant in theorie, maar loodzwaar in de praktijk. Toen wist ik het zeker: ik moet hierover gaan schrijven.
Wat ik al gedaan heb
Voor wie mij volgt, zal mijn nieuwe correspondentschap niet als een verrassing komen. Want ik maak al langer stukken over onzekerheid:
Ik las Uncharted van Margaret Heffernan, die schrijft over het verschil tussen complex en gecompliceerd, scenarioplanning en de belangen achter schijnzekerheid: ‘Anyone who tries to tell us they know the future is simply trying to own it.’
Ik verdiepte me in het onderzoek naar ‘supervoorspellers’, waaruit blijkt dat twijfelaars vaker gelijk hebben. En ik liet zien hoe je zelf beter kunt leren nadenken.
Ik bekeek, aan de hand van discussies over de oorsprong van het coronavirus, het verband tussen complottheorieën en onzekerheid, en zag: omgaan met onzekerheid betekent een open blik houden voor alternatieve verklaringen.
Ik bekritiseerde het verlangen – ook dat van mezelf – naar timemanagementtrucs als manier om een onzekere wereld de baas te zijn.
Ik sprak mensen – onder wie mijn moeder – die te maken hebben met onzekerheid in hun leven, van wie ik leerde: richt je op die dingen waar je wél controle over hebt.
Ik bekende dat ik weleens last heb van het impostor syndrome en verbaasde me over het feit dat we doodnormale onzekerheid zo slecht verdragen dat we het een ‘syndroom’ moeten noemen.
Ik schreef over de stelligheid in het publieke debat, waar geen plek lijkt te zijn voor onzekerheid of de mensen die dat uitdragen.
En of het nu om coronacijfers, om peilingen uit Rusland of om kunstmatige intelligentie gaat, ik hamerde er telkens op: we weten een hele hoop niet.
Een nieuwe houding
Als je het bovenstaande lijstje bekijkt, vraag je je misschien af: over wat voor onzekerheid heeft ze het dan precies? Is het een gebrek aan kennis, controle, nuance, zelfvertrouwen?
Mijn vermoeden is dat het allemaal met elkaar te maken heeft. Dat ons onvermogen om onzekerheid te verdragen staat voor een krampachtige houding ten opzichte van de werkelijkheid en onszelf, eentje die erop is gericht om grip te houden op de wereld. In mijn correspondentschap wil ik op zoek naar een andere manier om je tot jezelf, de ander en de wereld te verhouden. Een houding waar plek is voor nieuwsgierigheid, bescheidenheid, complexiteit.
Niet om dan maar je schouders op te halen omdat toch alles onzeker is, maar om beter met elkaar en de wereld om te gaan. Die erkenning van onzekerheid heeft namelijk vele gevolgen: voor hoe politici communiceren en ter verantwoording worden geroepen; voor hoe de zorg omgaat met klachten die geen verklaring hebben; voor hoe we met elkaar in gesprek gaan en naar wie we luisteren in het publieke debat; voor hoe we functioneren thuis en op ons werk.
Tenminste, dat denk ik. Maar ik zou mijn nieuwe correspondenttitel geen eer aan doen als ik het allemaal al wist. Dus: wat weet ik nog niet als het gaat om onzekerheid? Ik hoor het graag van je. En wil je me volgen? Via mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van mijn zoektocht.
Delen van deze aankondiging zijn eerder verschenen in een artikel op De Correspondent.