Waren alle musea maar ’s avonds open
Heb jij dat ook: dat je, wanneer je een museum bezoekt, je voorneemt om voortaan vaker te gaan? En dat de reden dat het vervolgens niet lukt een hele simpele is? Namelijk dat jouw agenda en die van de meeste musea op elkaar lijken. Een museum doet zaken van negen tot vijf. Jij ook.
Dan zou je in het weekend kunnen gaan. Maar ja, dan gaat iedereen die doordeweeks niet kan al. Bovendien moeten de (schoon)(groot)ouders, voetbalvelden, clubs, brunch en ellenlange katers nog afgevinkt worden.
En dus kom je minder in musea dan je zou willen.
Dat het ook anders kan, realiseerde ik me afgelopen weekend tijdens een bezoek aan een museum in Parijs.
Niet zomaar een museum, dat wel. Je zou het ook een veredelde ruïne kunnen noemen. De bovenste verdiepingen hebben nog zalen, maar in de kelder loop je langs gescheurd beton. Het huist kunst die je voornamelijk als ‘conceptueel’ zou kunnen kwalificeren. Kunst die je niet zozeer moet willen begrijpen, maar waar je je aan over dient te geven.
Palais de Tokyo heet het en het mooie is: het museum is zes dagen per week van het middaguur tot middernacht geopend.
En waarom ook niet?
Zelfs New York voelt even als een dorp als het museum voor moderne kunst daar om vijf uur laat omroepen dat men maar eens op huis dient aan te gaan
Want zelfs New York voelt even als een dorp als het museum voor moderne kunst daar om vijf uur laat omroepen dat men maar eens op huis dient aan te gaan.
Het Palais de Tokyo daarentegen kun je op zaterdagavond om negen uur gewoon nog bezoeken. Wat ik dus afgelopen zaterdag deed.
En het was heerlijk.
Reden 1: overdag heb ik - noem me een burgerman - toch de neiging na te denken over wat ik na het museumbezoek moet doen. Variërend van boodschappen tot avondeten tot werk. ’s Avonds is alles achter de rug en staat er niets meer op de agenda. Daarom liep ik afgelopen zaterdagavond veel onbekommerder in het museum rond. Niets hoeft meer, behalve de kunst ervaren.
Reden 2: de meeste mensen zijn ’s avonds wat vermoeider en hebben daardoor een opener houding. Wie moe is, denkt minder rationeel en is daardoor creatiever. Dat lijkt me de juiste houding om bijvoorbeeld een gigantische installatie met beelden van golven te lijf te gaan, zoals in het Palais de Tokyo te zien was:
Reden 3: en die agenda dus! De meeste mensen kunnen van negen tot vijf niet omdat ze dan moeten werken. Maar met openingstijden als het Palais de Tokyo worden musea minder een plek voor alleen toeristen en pensionado’s. Je kunt er elke avond heen, er zelfs afspreken met vrienden.
Kunst na het werk. Heerlijk.
Het kan nu al
We kunnen het al testen bij het Van Gogh, Van Abbe en het Stedelijk Museum, al lijken weinigen dat te weten. Wie eens uren aan de bar van The Beanery wil staan, moet op donderdagavond gaan. Het Stedelijk is dan tot 22 uur open en - de keren dat ik er was - is het er doodstil.
Ik denk omdat ‘kunst na het werk’ gewoon nog niet ingeburgerd is. De afgelopen dagen ben ik niemand tegengekomen die van de late openingstijden wist.
In Palais de Tokyo was het ’s avonds wel druk, zonder dat het té druk werd. Bovendien bleven mensen na afloop hangen in het bijbehorende café, restaurant en club. Buiten zaten groepjes mensen te picknicken en maakten skateboarders de trappen onveilig. Wie nog even het museum in wilde lopen, kon dat tot twaalf uur doen. Het museum leek daarmee niet op de gesloten bastions zoals ’s avonds aan het Amsterdamse Museumplein, maar was echt onderdeel van het sociale leven. Een levende plek. En daarmee ook veel interessanter als instituut.
Dus kom, vereer het Van Gogh, Van Abbe en het Stedelijk eens met een avondlijk bezoek. Tot het de museumdirecteuren opvalt en we misschien wel ooit elke dag kunst na het werk kunnen zien.