Zonder deze journalisten hadden we niet geweten hoe invloedrijk de Italiaanse maffia hier is
Dat de Italiaanse maffia in Nederland actief is, is voor Cecilia Anesi en Giulio Rubino niets nieuws. De Italiaanse onderzoeksjournalisten doen al jaren onderzoek naar de internationale verspreiding van de maffia. Ze hielpen daarbij talloze collega’s in het buitenland. Ik sprak het duo en vroeg welke lessen we kunnen leren in de strijd tegen de maffia.
Het liefst voert Giulio Rubino al zijn gesprekken lopend met een peuk in zijn mond. Zo ook vandaag, wanneer ik de 37-jarige Italiaanse onderzoeksjournalist spreek over zijn levenswerk: het ontrafelen van de geldstromen en macht van de maffia. Het gesprek vindt plaats via Skype: ik zie Rubino af en toe van het scherm verdwijnen of weer een nieuwe sigaret opsteken.
Rubino voldoet aan het ouderwetse beeld van de onderzoeksjournalist: iemand die zich opsluit met stapels documenten, koelbloedig op deuren van criminelen klopt en dagelijks boos met iemand aan de telefoon hangt. Maar wat hij doet, is in de journalistieke wereld tamelijk nieuw.
De grote invloed van de maffia op Nederland
Wat hij met zijn collega’s doet, moet ik zeggen. Rubino is mede-oprichter van Investigative Reporting Project Italy (IRPI), een onderzoekscollectief dat in 2011 werd opgericht door acht Italiaanse journalisten. Hun doel: grensoverstijgende onderwerpen uitpluizen, zoals belastingontwijking en -ontduiking (het collectief deed mee aan de Panama Papers), migratie en milieu. En de maffia dus, het stokpaardje van IRPI.
Vandaag spreek ik Rubino én collega Cecilia Anesi, hoofd en mede-oprichter van IRPI. De afgelopen jaren heeft IRPI zich met de dertigjarige Anesi aan het roer ontpopt tot kuitenbijter van de georganiseerde misdaad. Met Rubino en collega’s ontdekte ze hoe de maffia geld witwast in Zuid-Afrika, Kenia, Namibië en andere Afrikaanse landen en hoe ze de bloemenmarkt in Aalsmeer wist te vinden. Dat laatste onderzoek deden ze met de Nederlandse journalist Koen Voskuil, die er een boek over schreef met Stan de Jong.
Het feit dat de maffia bestaat om winst te maken, zorgt dat ze perfect past binnen de kapitalistische economie
Waarom is Nederland zo belangrijk voor de maffia?
Rubino: ‘De afgelopen jaren zijn we erachter gekomen dat de Rotterdamse haven van immens belang is voor de maffia, omdat ze de grootste commerciële haven van Europa is. Het is onmogelijk alle containers te controleren. Hierdoor kan drugs ongemerkt de haven in- en uitgesmokkeld worden. Daarbij is het heel gemakkelijk om te investeren in Nederland, niet alleen in criminele activiteiten, maar ook in gewone bedrijven.’
‘De maffia bestaat om winst te maken, daarom past ze perfect binnen de kapitalistische economie. Het verschil [met multinationals, MG] is dat ze haar concurrenten fysiek bedreigt. Al vindt dit vaker plaats in Italië.’
‘Nederland is ook belangrijk voor het maffianetwerk omdat er voortvluchtige maffiosi wonen. Er loopt bijvoorbeeld een zaak van een man die er al twintig jaar woont. Hij heeft dezelfde rechten als iedere andere Nederlandse burger, en je kunt hem daarom niet zomaar uitzetten.’
Waarom niet?
Anesi: ‘Italië is het enige land met een anti-maffiawet en de resultaten daarvan zijn te merken. Nederland en de rest van Europa kunnen daarvan leren. Want om de maffia aan te pakken heb je wetgeving nodig die lid zijn van de maffia strafbaar maakt.’
Rubino: ‘Nu kunnen maffialeden zich ongestoord verplaatsen buiten Italië. En ze kennen de verschillende nationale wetgevingen als geen ander. In die zin zijn maffiosi een soort Europese superburgers. Maar ondertussen gedragen ze zich als Google en Apple en ontwijken miljarden aan belastinggeld.’
In Nederland hebben veel mensen nog een ouderwets beeld van de maffia: als Godfather-achtige mannen in donkere achterkamertjes. Hoe werkt de moderne maffioso?
Rubino: ‘Zowel in Nederland als Duitsland worden restaurants en bedrijven waar veel contant geld in omloop is als dekmantel gebruikt. Er worden spullen opgeslagen, ontmoetingen beraamd en er wordt geld witgewassen.’
‘De maffia heeft in Nederland ook grip gekregen op cruciale distributiepunten. De bloemenveilingen vooral. Die zitten ingeklemd tussen Rotterdam en Schiphol. Er wordt veel vervoerd en omdat het om verse bloemen gaat, gebeurt dat snel. Veel Nederlandse ondernemers doen er niet aan mee, maar er zijn ondernemers die vertrouwelingen van de maffia zijn geworden.’
Hoe de maffia opereert (en je daar onderzoek naar doet)
Wat zijn jullie ervaringen met het onderzoeken van de maffia? Dat zijn natuurlijk niet bepaald lieverdjes.
Anesi: ‘We gaan voorzichtig te werk. We hide in the open. In Italië zijn er heel veel journalisten die de maffia onderzoeken. Maar hoe wij het doen bij Investigative Reporting Project Italy is anders, want we kijken naar hoe ze in het buitenland opereren.’
Rubino: ‘En dáár ligt juist haar macht! Dit is zo belangrijk, maar helaas hebben de media een beperkte blik. Ze kijken alleen naar wat nú interessant is. Ook gaan veel journalisten af op informatie van de politie. Dat komt doordat het heel moeilijk is om onafhankelijk onderzoek te doen naar de maffia. Wij proberen het in ieder geval: 70 procent van onze informatie komt van de openbaar aanklagers, de andere 30 procent is ons eigen werk. We spreken daarvoor lokale autoriteiten en andere bronnen in Italië en over de hele wereld. We spreken ook met de maffia zelf. En we duiken in jaarrekeningen en andere bedrijfsinformatie.’
Anesi: ‘We werken daarbij veel samen met lokale journalisten. Journalisten moeten zich net als misdaad internationaal gaan gedragen, maar tegelijkertijd een heel lokale blik en expertise hebben. In de praktijk houdt dat in dat Nederlandse journalisten intensiever moeten samenwerken met Italiaanse journalisten om de maffia, haar geschiedenis en de onderlinge samenhang tussen maffiosi te doorgronden. De Italianen moeten juist de Nederlandse maatschappij snappen waarin de maffia zo veel heeft geïnvesteerd en waaraan ze zich zo goed heeft weten aan te passen.’
Rubino: ‘Het heeft er ook mee te maken dat we veel bedrijfsinformatie niet begrijpen vanwege de taal of gewoonweg missen. In België hoeven niet alle directeuren bekend te worden gemaakt. In Nederland is bedrijfsinformatie vaak incompleet. Er is een gebrek aan transparantie in heel Europa. De maffia kent dit grijze gebied maar al te goed.’
Hoe opereert de maffia dan in dit grijze gebied?
Anesi: ‘Er is een strikte hiërarchie. Je hebt de maffiabazen die zich verstoppen en gebieden controleren en daar de macht hebben. Zij maken gebruik van een soort leger van tussenhandelaren. Dit zijn hoogopgeleide mensen die vijf, zes talen spreken, de hele wereld rondreizen en goede afspraken kunnen maken met leveranciers van bijvoorbeeld drugs.’
‘Wanneer we onderzoek doen, kijken we naar deze handelaren, omdat zij schakel zijn tussen de legale wereld en de onderwereld. Het is sowieso moeilijk leiders te spreken. De ‘Ndrangheta [maffia die haar oorsprong vindt in Calabrië, MG] praat nooit. In Nederland, en zelfs in Italië, hebben de aanklagers nog niet echt een idee hoe deze structuur eruitziet.’
Rubino: ‘Wat heel belangrijk is, en nu simplificeer ik, is dat het werk ook uitbesteed wordt aan mensen die nieuwe smokkelroutes of witwasmogelijkheden kennen. Als die gepakt worden, blijft de hele structuur intact. De hiërarchie blijft geheim.’
‘In feite presenteert de maffia zich dus als een parallelle staat. De ‘Ndrangheta heeft tribunalen en een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Zelfs een soort sociaal vangnet. Dat geeft haar een onsterfelijkheid. Een van de grootste maffiabazen van ‘Ndrangheta woonde op een kleine vervallen schapenboerderij, maar bezat miljoenen. Wie had dat gedacht? De maffia is moeilijk te onderzoeken en herkennen en haar macht is nauwelijks in te perken.’
Wat betekent zo’n parallelle staat dan voor samenlevingen in Europa?
Anesi: ‘Het is niet zo dat we er voldoening uit halen loopjongens en handelaren te onderzoeken. We onderzoeken de maffia omdat we weten dat er enorme consequenties zijn. Economische, omdat de maffia geen belasting betaalt en oneerlijk concurreert met bestaande bedrijven. En politieke en sociale, omdat het de maatschappij ontwricht.’
‘De Duitse overheid kreeg pas na de maffiamoorden in Duisburg echt door dat de maffia geïnfiltreerd was in de samenleving. Maar toen was het al te laat. Het is net als kanker: je moet het op tijd bestrijden, anders verspreidt het kwaad zich door de maatschappij en economie, tot het punt waarop je het niet meer kunt tegengaan.’
Rubino: ‘Je kunt de ledematen dan wel afhakken, maar ze komen toch weer terug.’